Je leest:

Parttime moeder

Parttime moeder

Auteur: | 14 augustus 2007

Twee van de drie moeders met jonge kinderen heeft een baan. De beslissing om wel of niet te gaan werken en het kroost achter te laten bij de kinderopvang blijkt niet alleen af te hangen van het salaris van de moeder, maar ook van de normen en waarden die het gezin en haar omgeving er op na houden. Dit blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Twee van de drie moeders werkt

In 2004 hadden twee van de drie moeders met kinderen van nul tot twaalf jaar een baan van gemiddeld negentien uur per week. 87 procent van de moeders met kinderen tussen de nul en drie maakte gebruik van kinderopvang. Als de kinderen ouder worden, neemt dit percentage snel af. Als de kinderen op de basisschool zitten, is het percentage moeders dat gebruik maakt van kinderopvang nog maar 64 procent. Moeders passen hun werk dan vaak aan aan de schooltijden van de kinderen.

Arbeidsdeelname en het gebruik van kinderopvang naar leeftijdsgroep. Boven de verdeling voor huishoudens met kinderen van nul tot drie jaar. Beneden de verdeling voor huishoudens met kinderen van vier tot twaalf jaar. Bron: SCP

Hoe meer kinderen, hoe minder moeders werken. Driekwart van de moeders met één kind werkt, terwijl minder dan de helft van de moeders met vier of meer kinderen een baan heeft.

Arbeidsdeelname in uren, naar aantal kinderen. Bron: SCP

Kosten spelen geen rol

Opvallend is dat de kosten van de kinderopvang geen grote rol spelen bij de keuze om kinderen naar de crèche te brengen en zelf naar kantoor te gaan. Moeders baseren hun keuze vooral op hun verwachte uurloon. Hoe meer geld ze denken te kunnen verdienen, hoe meer ze bereid zijn om te gaan werken.

Het gaat de moeders er niet alleen om hoeveel geld ze in het laatje kunnen brengen. Hun keuze om te gaan werken en gebruik te maken van kinderopvang is ook afhankelijk van de opvattingen over gezin en werk die hun vrienden en kennissen erop na houden, hoeveel moeders er in hun kennissenkring werken en hoeveel van die ouders hun kinderen naar de crèche brengen.

Wet Kinderopvang

Het SCP onderzocht de keuzes van moeders in 2004. Vanaf begin 2005 geldt de nieuwe Wet kinderopvang. Of de Wet kinderopvang iets verandert aan de keuze van moeders is nog maar de vraag. Die wet regelt de bijdrage van werkgevers en de overheid aan de kinderopvang. De kosten van kinderopvang blijken echter nauwelijks een rol te spelen bij de keuze van moeders.

De overheid vindt het belangrijk dat vrouwen meer gaan werken. Daarom is het voor haar interessant om te weten hoe moeders kiezen tussen werk en de zorg voor hun kinderen. De conclusies uit het onderzoek van het SCP beloven een zware taak voor de overheid. Een verandering in normen en waarden is niet zo één twee drie gedaan en ook een loonsverhoging voor vrouwen is niet zo eenvoudig te regelen.

Bron: Ingrid Ooms, Evelien Eggink, en Edwin van Gameren, Moeders, werk en kinderopvang in model. Analyse van arbeidsparticipatie- en kinderopvangbeslissingen van moeders met jonge kinderen, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, augustus 2007.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 14 augustus 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.