Je leest:

Parasieten zetten rem op allergie

Parasieten zetten rem op allergie

Auteur: | 17 mei 2002

Een voortdurende infectie met parasitaire wormen zorgt ervoor dat het afweersysteem allergische reacties onderdrukt. De antistoffen die een allergie kunnen veroorzaken zijn er vaak wel, maar krijgen niet de kans grote problemen te veroorzaken. Hoe komt dat?

De Leidse parasitologe dr. Maria Yazdanbakhsh en enkele collega’s beschrijven het vermoedelijke mechanisme hierachter in een overzichtsartikel dat enkele weken geleden in Science is verschenen. Het kan belangrijke gevolgen hebben voor het voorkómen van allergieën. Bij een allergie zet het afweersysteem massaal de aanval in tegen deeltjes die op zichzelf weinig kwaad kunnen. Heeft het systeem eenmaal geleerd antistoffen tegen die deeltjes te maken, bijvoorbeeld tegen huisstofmijt of pollen, dan leidt dat telkens opnieuw tot klachten.

Allergie, bijvoorbeeld tegen huisstofmijt en pollen (hooikoorts), komt in de Westerse wereld steeds meer voor, terwijl dat in minder ontwikkelde landen niet het geval is. Ook is er een groot verschil tussen stad en platteland: stadsbewoners lijden veel vaker aan allergische ziekten als astma. Dat heeft iets met hygiëne te maken, vermoeden wetenschappers al lang. Wie met meer ziekteverwekkers in aanraking komt, heeft minder kans op allergie. Via welk mechanisme dat gaat, bleef echter een raadsel.

De populairste theorie gaat ervan uit dat het immuunsysteem blijvend uit balans raakt als een kind met te weinig virussen en bacteriën in aanraking komt. Het maakt daardoor te veel afweercellen van een type dat allergische reacties aanjaagt (TH2), en te weinig van een allergieonderdrukkend type (TH1). Dat klopt wel, maar het is niet het hele verhaal. TH1-cellen zijn betrokken bij auto-immuunziekten als reuma, die volgens deze theorie minder zouden moeten gaan voorkomen. Dat is niet het geval: die ziekten komen in ontwikkelde landen juist steeds meer voor. Misschien nog belangrijker is de observatie dat infecties met parasitaire wormen zorgen voor de aanmaak van heel veel TH2-cellen, maar allergieën bij de besmette kinderen juist minder voorkomen dan bij onbesmette leeftijdsgenoten. En dat terwijl ze in gelijke mate antistoffen maken tegen bijvoorbeeld huisstofmijt.

Een langdurige infectie met wormen of malaria leidt in het lichaam tot een verhoogde aanmaak van ontstekingsremmende stoffen, blijkt uit recente onderzoeken. Deze stoffen temperen de agressie van het afweersysteem, niet alleen tegen de wormen, maar ook tegen de deeltjes die een allergische reactie kunnen uitlokken. De parasieten hebben een (nog onbekende) manier gevonden om de aanmaak van deze ontstekingsremmende stoffen te stimuleren. Als bijeffect krijgen de wormdragers daardoor minder snel allergieën. Mogelijk beheersen ook sommige virussen en bacteriën de kunst om de productie van ontstekingsremmers te manipuleren.

Bij een kind dat dankzij hygiëne, inentingen en antibiotica zelden ziek is, heeft het immuunsysteem niet goed geleerd zijn eigen reacties te temperen. Het systeem van ontstekingsremming is dan juist zwak ontwikkeld. Volgens Yazdanbakhsh en haar medeauteurs is het dit gebrek aan algemene afweeronderdrukking die de kans op allergie vergroot, en niet een verstoord evenwicht tussen twee typen afweercellen, zoals dus lang is gedacht. Ophelderen via welk mechanisme de parasieten het afweersysteem beïnvloeden lijkt een goede stap op weg naar een therapie tegen allergie.

Wereldwijd zijn ruim een miljard mensen langdurig besmet met parasitaire wormen, veruit de meeste in achterstandsgebieden. Honderddertig miljoen mensen lijden aan astma, en die zijn juist vooral in hoger ontwikkelde landen te vinden. Overigens komen allergieën minder voor bij regelmatige bezoekers van kinderdagverblijven, bekende hotspots van ziekteverwekkers. De crèche heeft dus ook zijn goede kanten.

Dit artikel is een publicatie van Cicero (LUMC).
© Cicero (LUMC), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 17 mei 2002
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.