Midden Italië, l’Aquila, 6 april, half vier ’s nachts. Ineens begint de grond te beven en te schudden. De aardbeving van ongeveer 6,3 op momentmagnitudeschaal kostte aan meer dan 300 mensen het leven. Was deze beving te voorspellen? Een Italiaanse wetenschapper probeerde de autoriteiten een week van tevoren te waarschuwen dat een aardbeving aanstaande was op basis van verhoogde concentraties van het gas radon, maar werd als onruststoker bestempeld door de burgemeester van een nabije stad. Nu worden padden ‘ingezet’ in de discussie of aardbevingen te voorspellen zijn. Onderzoekers Grant en Halliday schrijven hierover in Journal of Zoology.

“Geen toeval”
De onderzoekers denken dat het geen toeval is. Om andere redenen uit te sluiten hebben ze ook naar het weer gekeken, want dat zou ook het plotselinge vertrek van de padden kunnen verklaren. Dit blijkt niet zo te zijn. Andere mogelijke verklaringen naast aardbevingen zijn niet verkend.
De onderzoekers richten zich op laagfrequente radiogolven die weerspiegelen wat er hoog in de atmosfeer (ionosfeer) gebeurt als reden van het vertrek van de padden. Om het cirkeltje rond te maken beïnvloeden aardbevingen de ionosfeer weer.

De laagfrequente signalen zijn vooral aanwezig als de padden juist afwezig zijn in het onderzoeksgebied. Grant en Halliday concluderen dat de padden gewaarschuwd zijn door deze signalen en vervolgens op de vlucht zijn geslagen naar veiligere gebieden. Onderzoeker Grant: “De padden gedroegen zich in de afgelopen vier jaar anders dan in 2009. Wat mij overtuigde is dat padden de avond na de beving weer terugkeerden.”
Terechte claim?
Er zitten echter heel wat haken en ogen aan het onderzoek. De reden voor vluchten van de padden is dubieus. Waarom zou een pad vijf dagen van te voren beginnen met vluchten voor een aardbeving die op 74 km afstand zal plaatsvinden? Een pad legt namelijk geen grote afstanden af en zal de beving hoe dan ook voelen.
Waarnemingen aan andere dieren leveren geen eenduidig beeld op. Mieren waren in ieder geval niet onder de indruk van een aardbeving. Ze gingen door met werken zonder gedragsveranderingen in de periode dat een aardbeving van circa 7,4 op de schaal van Richter Californië trof. Vogels vluchten pas als het echt begint te trillen. Muizen raakten daarentegen uit hun ritme drie dagen voor een schok in Japan. Slangen, knaagdieren en vissen zouden een week van te voren wel abnormaal gedrag vertonen.

Misschien wel de grootste twijfel in het onderzoek van Grant en Halliday is dat de laagfrequente signalen pas sterk worden als de padden al een dag weg zijn. Dat lijkt erop te wijzen dat de padden helemaal niet gevlucht zijn als reactie op dit signaal.
Meer onderzoek is nodig om te bepalen of de padden echt zijn gevlucht voor de aardbeving en of dieren echt kunnen helpen een aardbeving te voorspellen. Geen eenvoudige taak want probeer maar eens ter plekke te zijn met je onderzoek voorafgaande aan een flinke beving. Net zoals bij dit onderzoek hangt het af van een toevalstreffer. Rachel Grant hoopt in ieder geval dat het gedrag van dieren in de toekomst kan bijdragen aan de voorspelling van zware aardbevingen.
Referentie:
Grant & Halliday, 2010. Predicting the unpredictable; evidence of pre-seismic anticipatory behaviour in common toad. Journal of Zoology 2010: 1-9.
Zie ook:
- Aardbeving schokt Italië (Kennislinknieuws)
- Stille aardbevingen voorbode grote schok? (Kennislinknieuws van NGV Geonieuws)
- Onzichtbaarheidsmantel voor aardbevingen (Kennislinknieuws)
- Aardbevingen: springen voor Richter (Kennislinkartikel)
- Plaattektoniek (Kennislinkdossier)