Het lijkt zo makkelijk: vlak voor de uiterste inleverdatum even je werkstuk van internet plukken, snel nog je eigen naam en de juiste datum erboven zetten en klaar is Kees. Of in de pauze je slimme klasgenootje lief aankijken (of omkopen met een tosti), zodat je zijn antwoorden over mag schrijven. Die dikke voldoende kun je mooi weer in je zak steken! Of misschien toch niet… Steeds meer scholen gebruiken speciale software die overgeschreven werk er binnen enkele seconden uitpikt. Je bent gewaarschuwd!
Plagiaat
Het overschrijven van werk van anderen en doen alsof het van jezelf is heet officieel plagiaat. Plagiaat geldt op veel scholen en universiteiten als een doodzonde: als je erop betrapt wordt zul je flink bestraft worden. Sommige wetenschappers hebben zelfs hun carrière op het spel gezet door letterlijk de tekst van collega’s over te nemen zonder hen in de bronvermelding op te nemen.
Overschrijven is een laffe manier om voldoendes te halen. Het lijkt misschien lekker makkelijk, maar je maakt misbruik van andermans ideeën en leert er zelf niks van. Is het al die stress om gepakt te worden wel waard? Bron: Wikimedie Commons
Citaat of plagiaat?
Soms is het bijna onmogelijk om niet letterlijk de tekst van een ander te gebruiken in je werkstuk, bijvoorbeeld bij definities van begrippen. In die gevallen spreek je niet gelijk van plagiaat. Wanneer je er netjes bij zet van wie de tekst origineel is en je de tekst tussen aanhalingstekens zet, is het een citaat en geen plagiaat.
Steeds meer scholen en universiteiten gebruiken software om plagiaat op te sporen. De leerlingen leveren dan hun opdrachten digitaal in, zodat het gelijk gescand kan worden door de software. De software vergelijkt de ingeleverde tekst met heel veel andere teksten om te kijken of er delen overlappen. Deze teksten kunnen zowel gratis beschikbare documenten en sites van internet zijn, maar ook de werkstukken van andere klasgenoten, ook van voorgaande jaren.
Met het gratis programma’tje Wcopyfind ontdekte een docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam binnen enkele seconden dat 10 van de 500 ingeleverde werkstukken verdacht waren. Klik op de afbeelding voor een vergroting. Bron: Digitale Didactiek
De software bekijkt hoeveel procent de ingeleverde tekst overlapt met teksten in zijn database en geeft een signaaltje als meer dan een bepaald aantal woorden identiek zijn aan een tekst in de database. Bij hoeveel woorden dit signaaltje komt, kan de docent van te voren bepalen. Als hij een laag aantal kiest, is de kans groot dat hij in veel werkstukken toevallige overlap vindt die helemaal geen plagiaat is. Maar als hij het aantal te groot kiest, is de kans weer aanwezig dat overschrijvers die de tekst een beetje veranderen niet gepakt worden.
Eindoordeel
Hoewel de software leerlingen verdacht kan maken, kan het niet met 100% zekerheid zeggen of een leerling plagiaat heeft gepleegd. Misschien scoort een werkstuk wel hoog in het percentage overlap, maar heeft de schrijver ervan steeds netjes zijn bronnen vermeld. De docent zal daarom altijd nog de werkstukken zelf moeten beoordelen om er zeker van te zijn of er sprake is van plagiaat. De computer wijst de docent op verdachte werkstukken, maar de docent plaatst de gevonden resultaten vervolgens in perspectief om te kunnen beslissen of een leerling op het matje geroepen moet worden of niet.
Zie ook:
- Wat heet plagiaat in de wetenschapsbeoefening? (Kennislinkartikel)
- Plagiaat op Wikipedia
- Sms’je geeft uitsluitsel in moordzaak (Kennislinkartikel)
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/stylometrie.atom", “max”=>"5", “detail”=>"normaal"}