Je leest:

Overal ter wereld netjes op je beurt wachten

Overal ter wereld netjes op je beurt wachten

Auteur: | 2 juli 2009

Je moet de ander uit laten spreken en er niet doorheen praten. Maar ook weer geen té lange stilte laten vallen voor je antwoord geeft. Deze conversatieregels over beurtwisselingen blijken over de hele wereld te gelden en nauwelijks afhankelijk te zijn van verschillende culturen. Onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek in Nijmegen hebben dit aangetoond.

Scandinaviërs staan erom bekend dat ze lange stiltes kunnen laten vallen in een gesprek. Een voorbeeld uit de antropologie vertelt dat twee Finse broers ‘s ochtends op weg zijn naar hun werk als de ene broer zegt: “Hier ben ik laatst mijn mes verloren.” Pas ’s avonds op de terugweg reageert de andere broer: “Je mes, zei je?” Tegenovergesteld hieraan zou de Joodse gemeenschap in New York zijn. Zij reageren direct op elkaar en hebben er geen probleem mee door elkaar heen te praten. In het Engels en het Nederlands lijkt het principe minimal-gap minimal-overlap te gelden: de stilte tussen twee sprekers is zo kort mogelijk, maar de verschillende ’spreekbeurten’ mogen elkaar niet overlappen.

Beurtwisselingen in een conversatie vormen een gevoelig systeem. Als je te vroeg begint, ben je onbeleefd omdat je de ander niet uit laat spreken. En als je te laat begint, kan je gesprekspartner zich ongemakkelijk gaan voelen en zelf maar weer verder gaan praten.

Trage Denen

Onderzoekers van het Max Planck Instituut uit Nijmegen hebben onderzocht of er inderdaad culturele verschillen zijn in beurtwisselingen of dat er toch één universeel systeem is met maar weinig verschillen tussen culturen. Hiervoor hebben zij tien verschillende talen van vijf verschillende continenten nauwkeurig bekeken. Telkens als in een spontaan gesprekje iemand een vraag stelde maten de onderzoekers tot op de milliseconde hoelang het duurde voor de gesprekspartner antwoordde. Hieruit bleek dat hoewel de talen grammaticaal onderling erg verschillen, er geen culturele verschillen zijn in regels over beurtwisselingen.

De gemiddelde tijd (in ms) voor beurtwisselingen voor elke taal (+/- 1 SD). De talen zijn (van boven naar beneden): Deens, Akhoe Haillom (Zuidelijk Afrika), Lao, Italiaans, Engels, Koreaans, Nederlands, Yélî-Dnye (Papoea), Tzeltal (Maya-taal) en Japans.

In alle onderzochte talen reageerden de gesprekspartners meestal binnen nul tot tweehonderd milliseconden op de vraag. In de afbeelding hierboven staan voor de tien verschillende talen de gemiddelde tijd in milliseconden voor de beurtwisselingen. Hier zie je wel verschillen tussen talen: Denen reageren gemiddeld het langzaamst op een vraag, Japanners het snelst. Het verschil tussen de talen is echter erg klein: ongeveer de tijd die het duurt om één lettergreep uit te spreken.

Invloeden op de reactietijd

In alle talen blijken bovendien dezelfde factoren van invloed op het aantal milliseconden die een beurtwissel duurde. Zo duurt het net iets langer voor je een vraag met ‘nee’ beantwoordt, dan wanneer je hem met ‘ja’ beantwoordt. Bovendien vindt een zichtbaar antwoord, zoals knikken of schudden met het hoofd, sneller plaats dan een verbaal antwoord. Ook oogcontact is van invloed: als je je gesprekspartner aankijkt, zal hij sneller op je vraag reageren dan als je ergens anders naar kijkt.

Volgens de onderzoekers toont hun analyse aan dat er een universele basis bestaat voor gedrag van beurtwisseling. In alle talen geldt het minimal-gap minimal-overlap principe en vindt de beurtwissel meestal plaats binnen tweehonderd milliseconden nadat de spreker is uitgesproken. Kleine culturele verschillen zijn wel meetbaar, maar zijn zo klein dat ze geen verklaring bieden voor de waargenomen verschillen in antropologische rapporten. De wetenschappers denken dat mensen erg gevoelig zijn voor de subtiele verschillen in reactietijd, omdat ze een betekenis kunnen hebben. “Het kleine moment van aarzeling maakt wel degelijk uit als je iemand op een date hebt gevraagd”, aldus onderzoekster Tanya Stivers. “Dat hoor je!”

Bron

“Universals and cultural variation in turn-taking in conversation”, Tanya Stivers, N.J. Enfield, Penelope Brown, Christina Englert, Makoto Hayashi, Trine Heinemann, Gertie Hoymann, Federico Rossano, Jan Peter de Ruiter, Kyung-Eun Yoon en Stephen C. Levinson. Proceedings of the National Academy of Sciences of the Unites States of America, 30 juni 2009

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 02 juli 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.