Niet iedere vondst van een opzienbarend fossiel is het gevolg van langdurig en kostbaar onderzoek door goedbetaalde professionals. Het kan ook simpeler, zoals bewezen door de vondst van een onooglijke miljoenpoot in het Midden-Siluur van Schotland. Nader onderzoek door een specialist wijst uit dat het gaat om het eerste landdier waarbij structuren zijn aangetroffen dat het lucht inademde. Die ontdekking vereiste inderdaad specialistische kennis, maar het fossiel was gevonden door een buschauffeur, die in zijn vrije tijd aan geologie doet en die ook fossielen verzamelt.
Archidesmus macnicoli, een van de miljoenpoten gevonden in de Schotse Cowie-formatie
Deze buschauffeur, Mike Newman, is overigens niet zomaar een van de talrijke leken die fossielen verzamelen. Hij studeerde geologie aan de universiteit van Aberdeen (Schotland), maar trouwde voordat hij zijn studie had afgerond; daarna werd hij buschauffeur om de kost te verdienen. Maar hij bleef – zoals zovelen die ooit aardwetenschappen studeerden – in de ban van deze discipline, en hij bleef fossielen verzamelen en bewerken. Om dat op niveau te kunnen doen, blijft hij zelfs congressen bezoeken. Kennelijk steekt hij daar veel van op, want niet alleen heeft hij enkele publicaties in vaktijdschriften op zijn naam staan, maar ook besefte hij terdege dat de vondsten van enkele miljoenpoten die hij had gedaan in de Cowie-Formatie bij het Schotse Cowie Harbour de aandacht van een specialist verdienden. Die specialist vond hij in Heather Wilson, die werkte op de afdeling Entomologie (insectenkunde) van de Universiteit van Maryland (inmiddels werkt ze op de afdeling Geologie en Geofysica van de bekende Yale University); Newman had haar ontmoet op een van de congressen waaraan hij deelnam.
Heather Wilson onderzocht de door Mike Newman aangeleverde fossiele miljoenpoten samen met Lyall Anderson, die verbonden is aan de afdeling Geologie en Dierkunde van het National Museum of Scotland in Edinburgh. Samen vonden ze dat er bij het aangeleverde materiaal enkele nieuwe soorten zaten; bij een van die soorten ontdekten ze microscopisch kleine luchtgaatjes die het dier in staat stelden om op het land te leven en daar lucht in te ademen. Er is geen ouder dier bekend dat hiertoe in staat was (zelfs planten begonnen het land pas in het Devoon echt te veroveren).
Wilson en Anderson hebben hun erkentelijkheid jegens Mike Newman duidelijk tot uitdrukking willen brengen. Daarom vernoemden ze de nieuwe soort Pneumodesmus newmani naar hem. Het is zeker niet uitgesloten dat de vindplaats nog meer interessant fossiel materiaal zal opleveren, maar of dat op korte termijn zal gebeuren is nog maar zeer de vraag: de locatie is slechts twee uur per dag toegankelijk (bij eb), en bovendien heeft Mike Newman inmiddels een nieuw onderwerp voor zijn jacht op fossielen gevonden: lampreien uit het Laat-Devoon.
Literatuur:
Wilson, H.M. & Anderson, L.I., 2004. Morphology and taxonomy of Paleozoic millipedes (Diplopoda: Chilognastha: Archipolypoda) from Scotland. Journal of Paleontology 78, p. 169-184.
Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews