“Ho eens even, zo oud ben ik helemaal niet”, relativeert Eugene Sigaloff, een man met een duidelijke voorkeur voor tongue in cheek humor. “Ik ben 81 jaar en dat is ongeveer de gemiddelde levensverwachting van een Nederlandse man.” Een geboren Nederlander is hij niet. “Mijn wieg stond in New York en ik had van mijn 6e tot mijn 18e levensjaar last van astma. Mijn ouders verhuisden om die reden naar California vanwege het drogere klimaat. In Los Angeles ben ik opgegroeid.”
Muziek en sporten
Muziek vormt één van zijn levensthema’s: “Ik was decennialang docent algemene muziektheorie aan het conservatorium in Amsterdam. Een voorkeur voor een bepaalde muziekvorm heb ik niet echt: ik hou van liederen, strijkkwartetten, kamermuziek en ga zo maar door. Zolang het maar klassieke muziek is.” Een favoriete componist wil hij aanvankelijk niet noemen.
Om deze leeftijd te bereiken heeft hij ‘in ieder geval geen magische pil genomen’. “Wat ik wel doe, is dagelijks aan de piano en aan mijn bureau zitten. Of dat de gezondheid bevordert, weet ik niet. Voor de zekerheid ga ik elke dag een uurtje naar een sportschool. Van sporten houd ik al sinds mijn jeugdjaren, al zal ik geen topatleet meer worden.”
Roken en drinken
“Toegegeven, daarnaast heb ik gerookt. Te beginnen met de klassieke stiekeme sigaret in de garage, samen met mijn maatjes. Nadien volgden pijp en sigaren. Nu rook ik al vele jaren niet meer.”
“Verder nam ik dagelijks een glaasje wijn, eentje, twee of drie. Ik ben niet zo heel gedisciplineerd hoor, al vind ik van mijzelf dat ik, ondanks die sportschool, een paar kilo te zwaar ben. Die constatering leidt echter tot hoongelach van mijn kinderen die het daarmee beslist oneens zijn.”
Dochter en internist Kim vult aan: “Hij kan er niet tegen als iets in zijn lichaam het minder goed doet. Een aantal jaar geleden viel hij van de trap en scheurde hij een pees in zijn been. Hij was zo upset dat hij kort na opname in het ziekenhuis voorstelde dat ze hem in slaap moesten brengen en hem pas wakker moesten maken als alles gerepareerd was en hij weer naar de sportschool kon. En hij liet ook meteen weten: ‘niet animeren, niet animeren!’ Waarmee hij bedoelde ‘niet reanimeren’.”
Geen ernstige ziekten
“Behalve de al eerder genoemde astma, ben ik nooit geconfronteerd met een ernstige ziekte. Al heb ik aan astma wel een zekere kortademigheid overgehouden. Dat maakt dat ik geen geboren marathonloper ben.”
“Mijn vader overleed te jong op zijn 73ste en mijn moeder haalde de 98. Van ernstige ziekten in de familie is mij niets bekend.” Wie hem beluistert, ontkomt niet aan het idee dat Eugene Sigaloff een gelukkig mens is. Hij erkent dat ook meteen. Dochter Kim: “Hij is fanatiek in alles wat hij doet: muziek, het schrijven van gedichten of zelfs een brief. Hij stelt hoge eisen aan zichzelf.”
Over de ingrediënten van zijn levensgeluk: “Voor alles gezondheid, al staat een mens die gezond is daar nauwelijks bij stil. Daarnaast houd ik van het spirituele gevoel dat ik iets kan maken, dingen kan creëren, zoals muziek. Belangrijk was het vinden van een heel leuke baan in Amsterdam. Na een jaar kreeg ik zelfs een vaste aanstelling, zonder dreiging van ontslag. Dat gaf rust.”
Spiritueel vluchteling
Terugblikkend: “Ik wilde al langer naar Europa want ik voelde mij toen – in 1965 – een soort spiritueel vluchteling uit een achterlijk land dat ik almaar verder zag afglijden.” Hij maakt zich grote zorgen over de onrechtvaardigheid, de hypocrisie en het geweld in deze wereld: “Regelmatig schreeuw ik naar het televisiescherm.”
Wat Europa tevens aantrekkelijk maakte, was de muziekcultuur en in het bijzonder het werk van de Deense componist Carl Nielsen, één van zijn grote favorieten. “Ik stuurde enkele composities naar conservatoria in diverse Europese steden. Op weg naar Genève kwam ik in Amsterdam terecht, vroeg naar de Bachstraat, vond een goedkoop adres en zo ben ik blijven hangen. Nooit spijt van gehad.”
Liefde op het eerste gezicht
Een grote bijdrage aan zijn levensgeluk vormen zijn vrouw met wie hij al vijftig jaar samen is, hun twee kinderen met wie hij een uitstekende relatie heeft, en de kleinkinderen. Een causaal verband tussen zijn levens- en familiegeschiedenis enerzijds en zijn leefstijl anderzijds is niet aantoonbaar. Het toeval was zijn belangrijkste richtingwijzer en ‘dat toeval is mij blijkbaar altijd welgezind geweest’.
Zijn mooiste toeval: “Lang geleden was ik bij een vervelend feest en ik wilde net naar huis gaan toen rond middernacht mijn latere vrouw binnenkwam. Het was liefde op het eerste gezicht tot en met liefde op het laatste gezicht.”