Een mujahid is een aanhanger van al-Qaida of van soortgelijke gewelddadige groepen in Tsjetsjenië, de Palestijnse gebieden, Irak, Afghanistan en Somalië. Op het eerste gezicht lijken de mensen die zichzelf mujahid noemen ver af te staan van welke vorm van populaire cultuur dan ook. Populaire cultuur lijkt hand in hand te gaan met normen en waarden waar mujahidun zich tot op zekere hoogte juist tegen verzetten. Toch lijkt bijvoorbeeld Osama bin Laden voor sommige tieners te fungeren als een soort popidool.
In Afghanistan zijn jongens die een poster van hem boven hun bed hebben hangen. In het voorbeeld hieronder zien we naast de jongen het gezicht van zijn idool, omgeven door straaljagers en tanks, precies wat iedere jongen interessant vindt. Het verschil met een westerse poster is dat er een explosie is getekend in het midden van elke straaljager, en dat de tanks beschoten worden door drie kleine kinderen met machinegeweren.
Osama bin Laden lijkt voor sommige tieners een soort popidool. In Afghanistan zijn jongens die een poster van hem boven hun bed hebben hangen.
De popcultuur van mujahidun
Het concept van een poster van een idool doet op zich al denken aan populaire cultuur. Ook het feit dat de poster op een professionele manier op groot formaat en in kleur gedrukt is, verraadt dat er sprake is van een bepaalde mate van merchandising. Achter deze poster schuilt een goed georganiseerd communicatiesysteem dat wellicht niet in boodschap, maar zeker wel in vorm overkomt als een populaire cultuurstroming. Met name in de afgelopen twee jaar is het communicatiesysteem tussen mujahidun en gelijkgestemden wereldwijd steeds meer op een popcultuur gaan lijken zoals wij dat kennen. De drie belangrijkste kenmerken van deze nieuwe ontwikkeling bij de mujahidun zijn professionalisering, het doelbewuste mediabeleid van verschillende organisaties en de totstandkoming van een eigen identiteit.
De belangrijkste kenmerken van popcultuur zijn een coherente, herkenbare stijl, de herhaling van die stijl in elk afzonderlijk element en de verheerlijking van personen of artiesten. In deze zin is popcultuur te zien als een makkelijk te consumeren product waar mensen zich goed mee kunnen identificeren.
Professionalisering
De professionalisering komt naar voren in het steeds betere en uitgebreidere gebruik van moderne technieken. Tot een paar jaar geleden verschenen er alleen geluidsbandjes of onduidelijke video’s, terwijl de films tegenwoordig een heel proces doorlopen. Beeld en geluid zijn apart en in goede kwaliteit opgenomen en later gemonteerd, muziek en voice-over zijn toegevoegd en zelfs de naambalkjes en 3d-animaties zijn met zorg gemaakt. Het eindproduct wordt vaak in wel vijf verschillende versies uitgebracht: van dvdkwaliteit (enkele gigabytes groot), tot speciale formaten die op een iPod of mobiele telefoon af te spelen zijn. Bovendien is er een distributienetwerk ontwikkeld dat er voor zorgt dat de video’s voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Er zijn namelijk allerlei websites die gratis online opslag aanbieden en via deze websites worden de films op tientallen plekken anoniem geplaatst. Vaak worden ze weer verwijderd door de opslagwebsite, waarna ze weer opnieuw worden geplaatst.
Tegenwoordig zijn films van bijvoorbeeld as-Sahab veel beter van kwaliteit. Zelfs de naambalkjes en 3d-animaties zijn met zorg gemaakt.
Marketingstrategie
Wat en hoe iets naar buiten wordt gebracht valt minder goed te beschrijven, juist omdat over dit soort dingen weinig wordt gesproken in films of teksten van mujahidun en we niet met één organisatie te maken hebben. Toch lijkt er sprake van een coherent beleid (of marketingstrategie) dat veel weg heeft van westerse massamedia en popcultuur. De structuur en strategie komen overeen met die van de massamedia. Er zijn mediagroepen die filmproducties voor hun rekening nemen en zo lijken op platenlabels of productiemaatschappijen als Endemol. Elke mediagroep is gelieerd aan een andere groepering. En ook al bestaat er een algemene stijl, iedere mediagroep heeft een eigen huisstijl. Bij een willekeurige film is al snel duidelijk wie de producent is en waar de film over gaat.
Een voorbeeld van zo’n mediagroep is as-Sahab (De Wolken), min of meer marktleider. As-Sahab is de mediagroep van al-Qaida en al sinds 2001 operatief. Mediagroepen produceren vaak lange films (met beelden van acties afgewisseld met speeches of uitgebreide reportages over het leven van een overleden lid) en doen tegenwoordig in niets onder voor een professioneel mediabedrijf (inclusief gekalligrafeerd logo). Hun strategie in de keuze van onderwerpen lijkt weloverwogen en bedoeld om aan populariteit te winnen. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk na de verspreiding van films van onthoofdingen in Irak. Na hevig protest besloten de mediagroepen het over een andere boeg te gooien. Er kwam een verbod op het filmen van onthoofdingen. Daarnaast beval de Iraakse leider al-Zarqawi dat elke Amerikaanse actie gefilmd moest worden, zodat het Amerikaanse leger niet kon ontkennen dat er een actie had plaatsgevonden.
Al-Zarqawi was de leider van een groot aantal mujahidun in Irak en overleed tijdens een bombardement in juni 2006.
Meet & greet met al-Zawahiri
In de strategie zit ook verwerkt hoe met deze beelden van acties om te gaan. Er is een format ontwikkeld dat van de popcultuur is overgenomen. Mediagroepen werken als ‘platenlabels’ die verschillende mujahidun als ‘popsterren’ laten optreden. De films die ze uitbrengen zijn als ‘singles’ die soms samen met een aantal andere films te beschouwen zijn als een ‘album’. Af en toe worden nieuwe films zelfs enige tijd van tevoren aangekondigd, geheel in lijn met de typische strategie van popcultuur om de fans alvast in de stemming te brengen. Nog geen half jaar geleden organiseerde as-Sahab zelfs een digitale meet-& -greet met de tweede man van al-Qaida, al-Zawahiri. Hij beantwoordde tientallen vragen van mensen uit de hele wereld. Het is een steeds sluitender mediabeleid dat geen moeite heeft elementen uit de popcultuur te kopiëren.
Twee banners met het logo van het Islamitische Leger in Irak.
Eigen identiteit
Met name de eigen identiteit van de films kun je als een stroming binnen de popcultuur zien. Elke film heeft een aanplakbiljet (‘cdhoes’) in de vorm van een banner. Hier kan de geïnteresseerde al lezen en zien waar het filmpje over gaat. De film zelf opent altijd met nogmaals een zelfde soort aankondiging, om daarna met speciaal gemaakte anasheed (gezongen teksten die ook vaak als popliedjes in de meer reguliere popcultuur verschijnt) als achtergrondmuziek verder te gaan. Vaak is er eerst een (3d-)animatie te zien. Daarna verschijnt de titel van de film. Zodra de actie is afgerond verschijnt nog een korte aftiteling (er worden geen namen genoemd), en de film is afgelopen. De poster van de Afghaanse jongen liet nog felle kleuren en matige computerbewerkingen zien, huidige films tonen aan dat mediagroepen verstand van zaken hebben. De stijl die al terug te zien is in de aankondiging, is ook aanwezig in de films zelf. Teksten en tekstbalken krijgen veel aandacht; een mooi lettertype en veel animaties.
Ook gebruiken de mediagroepen allerlei heldhaftige thema’s, zoals historische gebeurtenissen en algemeen aanvaarde goede karaktereigenschappen om de boodschap zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De mediagroepen onderscheiden zich onderling door vast te houden aan een bepaald lettertype en kleurgebruik en uiteraard ook door de animaties aan het begin van een film. Dit is wat de huisstijl vorm geeft. Het is fascinerend om te zien hoe beeld, geluid en thematiek samen komen tot een duidelijke, pakkende stijl. Al staat de boodschap ver van je af, er is zonder meer sprake van een esthetische ervaring die aan de ene kant de (soms gruwelijke) beelden romantiseert en aan de andere kant nieuwe energie geeft om zelf dingen te ondernemen.
Bekijk hier een (lange) As-Sahab film op YouTube om een idee te krijgen van de beeldtaal.
Elke maand een Taliban-glossy
Dit doet natuurlijk de vraag opkomen op welke schaal dit alles plaatsvindt. Het houdt zeker niet op bij een poster, en de groep aanhangers op internet is allerminst klein. De twee belangrijkste conflictgebieden, Afghanistan en Irak, verdienen speciaal de aandacht. De communicatie van de mujahidun in Afghanistan met hun medestanders valt weer onder te verdelen in twee groepen, de nationaal gerichte Taliban, en de internationaal gerichte al-Qaida. Vooral de Taliban beschikt over een groot en populair netwerk. Er is een website in vijf talen met elke dag actueel nieuws, elke maand komt er een glossy tijdschrift uit, er verschijnen dvd’s en cassettebandjes met de nieuwste liedjes en zelfs aan ringtones is gedacht. As-Sahab lijkt voornamelijk actief in het verspreiden van films via internet en dit vindt, getuige de florerende websites en forums op steeds grotere schaal plaats. Met name de steeds groter wordende openheid is opmerkelijk; de films zijn niet alleen meer op wachtwoordbeschermde websites beschikbaar maar staan ook op een steeds groter aantal openbare websites.
Kiosk in Pakistan met poster van Bin Laden, leider van de internationaal gerichte Al-Qaida.
Baghdad Sniper 3
In Irak worden dvd’s met de nieuwste acties letterlijk op straat uitgedeeld, soms zelfs inclusief cd-hoes in kleur. Er zijn beelden bekend waarop is te zien dat mujahidun op straat dvd’s en eten uitdelen aan volwassenen, en knuffelen met kinderen. Op de vraag of de mujahidun welkom zijn, wordt verheugd gereageerd en de dvd’s vinden gretig aftrek.
Een van de grootste groepen is het Islamitische Leger in Irak. Deze organisatie heeft, net zoals elk ander mediabedrijf of tv-station, een vrij toegankelijke website met een normaal internetadres en een professionele opmaak. Elke dag bericht het over de meest recente acties, soms een paar keer per dag. De website is zowel in het Arabisch als in het Engels, bevat veel foto’s, en uiteraard is er een aparte mediagroep die met name grote films maakt. De belangrijkste film, Baghdad Sniper 3, is uitgebracht in het Chinees, Spaans, Italiaans, Duits, Frans, Engels, Urdu, Turks en (niet te vergeten) Arabisch.
‘Irak under attack’, een van de populaire actiefilms.
Als bonus een film over sluipschutters
De relatie tussen vraag en aanbod is soms lastig te bepalen: zijn de films populair door alle vertalingen, of worden ze vertaald omdat ze zo populair zijn? Het lijkt elkaar hoe dan ook te versterken. Buiten Irak is er veel interesse voor dit soort films. Aan de andere kant van de wereld bijvoorbeeld, in Indonesië, worden deze films ook op dvd gezet en met een professionele dvdhoes en ondertiteling op straat verkocht voor ongeveer anderhalve euro. De hoes lijkt op een kruising tussen een computerspel en een actiefilm, met typische elementen als een stempel die aangeeft dat het hier om een bestseller gaat en de vermelding dat er ook een extra film over sluipschutters bij zit. Dat er op zo’n grote afstand van het conflictgebied toch zoveel moeite wordt gedaan om een goed product te krijgen, is tekenend voor de populariteit.
‘Iraq fighting back’, video die ook in Indonesië wordt uitgebracht en gewoon op straat verkocht.
Wereldwijde populaire subcultuur
De mujahidun hebben misschien moeite met popcultuur zoals deze bijna overal ter wereld is ontwikkeld, de marketingstrategie erachter omarmen ze maar al te graag. Hoe vreemd de combinatie tussen mooie animaties en opzwepende muziek aan de ene kant, en wapens, explosies en doden aan de andere kant kan zijn, de mujahidun lijken het juist te waarderen door het zo openlijk mogelijk aan te bieden. Ongetwijfeld komt dit omdat ze van reguliere media geen of negatieve aandacht krijgen. De wisselwerking tussen het verspreiden op straat en de actieve internetgemeenschap zorgt voor een hechte band tussen de mujahidun en gelijkgestemden die in direct contact over en weer hun identiteit kunnen formuleren en bevestigen. Op deze manier vormt zich een wereldwijde populaire subcultuur die zich steeds beter manifesteert ten opzichte van welke popcultuur dan ook.
Literatuur:
M.M. Hafez, ‘Martyrdom Mythology in Iraq: How Jihadists Frame Suicide Terrorism in Videos and Biographies’, Terrorism and Political Violence Vol. 19, p 95-115 (2007). International Crisis Group. ‘Taliban Propaganda: Winning the War of Words?’ Asia Report Nr 158 (24 juli 2008).
Eric van Lit studeert filosofie, Arabische taal & cultuur en wiskunde aan de Universiteit Utrecht. Dit artikel is gebaseerd op zijn eigen observaties van het online netwerk van mujahidun en gelijkgestemden over een periode van meer dan twee jaar.
Zie ook:
- Het succes van al-Qaida (Kennislink)
- Dossier islamisme (Kennislink)
- Salafisme (Kennislink)
- Dossier populaire cultuur en moslims (Kennislink)
- Voices of Jihad Database (RAND, Eng.)
- Islamism (International Crisis Group, Eng.)
- International terrorism (International Crisis Group, Eng.)