Je leest:

‘Opzouten’ naar Marokko

‘Opzouten’ naar Marokko

Auteur: | 24 oktober 2005

Dr. Mieke Komen concludeert dat terugsturen naar Marokko geen goede oplossing is voor terreur gepleegd door tweede generatie migrantenjongeren in Nederland.

Volgens de strafrechtsgeleerde Afshin Ellian moeten we ontspoorde Marokkaanse-Nederlandse jongens de Nederlandse nationaliteit ontnemen en uitzetten naar Marokko, het land van herkomst van hun ouders. Ook Minister van Justitie Donner lanceerde naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh een voorstel om mensen met een dubbele nationaliteit die misdaden tegen de staat begaan hun Nederlanderschap te ontnemen. De criminoloog Hans Werdmolder formuleerde al in 2001 het advies om criminele jongeren die van Marokkaanse afkomst zijn tijdelijk terug te sturen naar Marokko. Mijn vraag is of ‘terugsturen’ naar Marokko inderdaad een oplossing is voor terreur gepleegd door tweede generatie migrantenjongeren in Nederland.

Om die vraag te kunnen beantwoorden ben ik in het najaar van 2004 met twee collegae een week op studiereis geweest naar het noorden van Marokko, naar het Rifgebied. Doel van de reis was kennismaking met het gebied waar het grootste deel van de Marokkaanse migranten in Nederland vandaan komt. Wij maakten kennis met het referentiekader, de levensomstandigheden en gedragingen van Riffijnen en de praktijken in rechtshandhaving en strafrechtspleging in Noord-Marokko. Wat daar opvalt, is het geweldsniveau in het leven van alledag, het onrecht en de willekeur, en de uitzichtloosheid van het bestaan. Deze factoren zijn alles behalve bevorderlijk voor het tegengaan van terreur. Een terugkeertraject zal eerder averechts werken en een oplossing van de gesignaleerde problemen in de weg staan.

Straatbeeld in Nador.
M. Komen

Alledaags geweld

Gedurende onze studiereis is er vrijwel geen dag voorbij gegaan zonder dat wij ooggetuige waren van een handgemeen tussen mannen of tussen mannen en jongens. Meestal ging het om het uitdelen van enkele klappen. Het was opvallend hoe vaak wij dergelijke vechtpartijen zagen en hoe gewoon dat leek. Enkele voorbeelden.

We zagen een jongen (zoon of neef) die een oudere man (zijn oom of vader) sloeg en vervolgens een paar snoeiharde oorvijgen terug kreeg. Zij hadden ruzie. Na het fysieke geweld liepen beiden samen door in de dezelfde richting, op enige afstand van elkaar.

Aan de grens met de Spaanse enclave Melillia sloegen drie douaniers met houten knuppels een zeer armoedig uitziende, oude, gehandicapte man. De man miste één been. De man weigerde medewerking aan het doorzoeken op smokkelwaar van zijn goed verpakte baal met bezittingen. Schreeuwend en scheldend verzette hij zich en riep: ‘Snotneuzen, snotneuzen, kunnen jullie wel tegen een oude man!’ Uiteindelijk, met nog meer man en macht, lukte het de douaniers de baal open te snijden. Omstanders zagen er niets bijzonders in zitten. Met behulp van vijf andere douaniers werden de man en zijn bezittingen afgevoerd.

Een ander handgemeen speelde zich af tijdens ons bezoek aan een middelbare school. Wij wachtten in de docentenkamer op de directeur. Deze docentenkamer bevond zich in een apart gebouwtje. Naast deze kamer was een leerling bezig het slot van een buitendeur te forceren. Opmerkelijk was dat hij dit deed zonder zich te bekommeren om de aanwezige docenten en conciërge. De conciërge greep in en gaf de leerling een paar klappen. De jongen probeerde een klap terug te geven en er ontstond een scheldpartij.

Deze voorbeelden laten zien dat de gevoeligheid voor geweld in Marokko heel anders is dan in Nederland. Dit geldt ook voor het gebruik van geweld in de opvoeding van jongens, thuis en op straat. De criminologen Van Gemert en Bovenkerk wijzen op het gebruik van fysiek geweld in de opvoeding door Marokkaanse vaders. In Nederland kan dit problemen geven. Marokkaanse vaders vragen de politie soms om een hard optreden, maar dit past niet altijd even goed bij de cultuur van de Nederlandse politie. Voor Marokkaanse vaders kan dit juist vanzelfsprekend zijn. In Marokko is het gebruik van geweld in de publieke ruimte onderdeel van disciplinering en toezicht. De dressuur van jongens buitenshuis, als de vader er niet is, is een taak van buurtbewoners en mannelijke passanten.

Smokkelwaar wordt op straat verkocht.
M. Komen

Een dergelijke vorm van toezicht en harde aanpak van jongeren in de publieke ruimte geldt in Nederland als ongewenst. Het wordt gezien als inmenging in de privé-sfeer, waartoe ook conflicten tussen vaders en zoons behoren. In Marokko functioneert een autoritaire opvoeding zolang de vaderrol op straat en op school door anderen wordt overgenomen. Dit betekent echter geenszins dat een confrontatie met een Noord-Marokkaanse bejegening een oplossing biedt. De frustraties van de jongens om wie het gaat, zullen dan eerder toenemen. Ook jongens en mannen in Marokko reageren overigens met geweld als zij publiekelijk worden gecorrigeerd door middel van lijfstraffen.

Uit allerlei onderzoek blijkt dat een harde hand in de socialisatie van jeugdigen conflicten bevordert. Gewelddadige en autoritaire opvoedingsstijlen vertonen in combinatie met emotionele verwaarlozing en gebreken in (ouderlijk) toezicht op het gedrag van jongere bovendien een samenhang met ernstige jeugdcriminaliteit. Dat is dus geen oplossing voor wie pro-sociaal gedrag bij jongens wil stimuleren.

Kinderen op straat in Nador.
M. Komen

Afschrikking

Misdaden die volgens Nederlands recht strafbaar zijn, zijn dit ook volgens Marokkaans en islamitisch recht. Maar er zijn ook opmerkelijke verschillen. De strafrechtspleging is overduidelijk gericht op afschrikking. Zo kan het voorkomen dat een rechter een first offender voor een licht vergrijp een zeer zware gevangenisstraf oplegt.

Het viel ons op hoe laagdrempelig en toegankelijk de rechtbank en de zittingen zijn. Iedereen kan het gebouw van de rechtbank binnenwandelen en vervolgens aanschuiven in een zaal waar recht wordt gesproken. Het is er erg druk en rommelig. Mobieltjes rinkelen, ook tijdens de zittingen waarin heel veel verschillende zaken snel achter elkaar worden behandeld. Er wordt geen legitimatie verlangd en er is geen portier die bezoekers registreert. Niemand wordt gefouilleerd. Deze openheid lijkt in eerste instantie een uiting van een staat die een voor de burgers transparante rechtsgang voorstaat. Bij nader inzien heeft deze openbaarheid en toegankelijkheid van rechtszaken in Noord-Marokko waarschijnlijk een andere functie: die van afschrikwekkend voorbeeld. Volgens onze gids en onze respondenten is een strengere beveiliging niet nodig omdat ontsnappen of verzet zinloos is. In de politiestaat of verlichte dictatuur die Marokko is, blijft degene die weet te ontsnappen niet lang op vrije voeten. Wie probeert te ontsnappen krijgt stokslagen. Als je na een paar dagen weer bij bewustzijn bent, zul je te horen krijgen dat je straf verdubbeld is.

De rechtbank in Nador.
M. Komen

Opvallend was ook het gebrek aan respect voor de verdachten van de zijde van de rechters. Als verdachten bijvoorbeeld antwoord gaven op vragen van de rechters (let wel: omdat te kunnen moeten zij het Arabisch goed beheersen), wendden de magistraten hun blikken af, raakten verdiept in een dossier of gaapten zij uitbundig. De gang van zaken gedurende het proces kenmerkt zich niet alleen door een gebrek aan respect voor verdachten, maar ook door omkoping.

Een gesprek met de vader van een in hechtenis genomen zoon gaf inzicht in de wijze waarop rechters hun positie aanwenden ten behoeve van een verhoging van de eigen inkomsten. De zoon van onze respondent had bij een roofoverval op een telefoonwinkel de eigenaar tegen de vlakte geslagen. De eigenaar bleek de zoon van een machtige man te zijn. Tot ontsteltenis van de vader van de dader hoorde hij de rechter tien jaar eisen voor dit delict. Omdat de vader, onze respondent, ook rijk is en een streek vertegenwoordigt in het provinciale bestuur, bood hij de rechter een aanzienlijke som geld met als doel strafvermindering kopen. Maar de rechter liet weten dat het aangeboden bedrag vele malen kleiner was dan hij had ontvangen van de tegenpartij. Als de vader de straf voor een gedeelte zou willen afkopen, dan zou hij met een hoger bedrag moeten komen.

Armlastigen hebben niet de mogelijkheid om verlaging van straffen of, eenmaal in de gevangenis, privileges te kopen. Het leven in de gevangenis is bijzonder zwaar. Met 40-60 mensen op één cel slapen is niet ongewoon. Als het koud is, en er te weinig dekens zijn, zitten zij om te kunnen slapen achter elkaar als in een bus, met de benen om degene die voor je zit, en het hoofd op zijn rug of schouder. Volgens onze informanten worden gedetineerden behandeld als beesten en kunnen zij er alleen maar uitkomen als beesten.

De gevangenis in Nador.
M. Komen

We vroegen onze respondent die zowel in Duitsland als in Marokko in de gevangenis heeft gezeten of hij het Duitse systeem maar een softe bedoening vond, vergeleken met Marokko, en of hij die periode wel als een echte straf had ervaren. Hij antwoordde dat onze vraag verkeerd is: ‘Jullie zullen het misschien niet kunnen geloven maar zelfs de gevangenis in Nador is voor sommige gedetineerden een verbetering ten opzichte van het leven dat ze daarvoor leiden. In de gevangenis hebben ze een dak boven hun hoofd, wat te eten en af en toe een douche. Na afloop van hun detentie zijn ze even slecht en meestal slechter af dan daarvoor: zonder werk, woning, bezit en totaal geen perspectief op lotsverbetering.’

Afschrikking als centraal stuurprincipe in de rechtspraak, het gebrek aan respect voor verdachten, de willekeur die het gevolg is van omkoping en de mensonwaardige omstandigheden in gevangenissen – een confrontatie met deze aspecten van de Marokkaanse justitie, als onderdeel van een mogelijk opzouttraject, kan alleen maar negatieve gevolgen hebben voor jongeren met delinquent gedrag.

Uitzichtloosheid

Voor velen is het bestaan in Marokko een dagelijks terugkerend gesappel. Het onderwijs biedt weinig mogelijkheden voor ontsnapping uit de armoede. Er zijn onvoldoende scholen. Zowel de kosten van het vervoer als de te overbruggen afstand en de gezinsgrootte vormen hindernissen om (al je) kinderen door te laten leren na de basisschool. ‘De overheid houdt het volk liever dom’, aldus een 16-jarige leerling die wij mochten interviewen. Maar ook voor hoger opgeleide jongeren zijn de kansen op een beter bestaan klein. Er is te weinig werk, en de betaalde banen die er zijn, zijn bestemd voor familieleden en kinderen van vrienden. ’s Nachts slapen veel mensen op straat. Zo zagen wij ’s avonds laat een dakloos gezin op straat: een vader, moeder (met hoofddoek) en drie kleine kinderen. De vader en moeder bespraken ernstig welk kind het beste waar kon liggen in hun hoekje op straat, en dekten de kinderen ogenschijnlijk zorgzaam toe met stukjes karton.

Vuilnisbelt in de buurt van Nador.
M. Komen

In Marokko maken fundamentalistische moslims gebruik van de armoedige leefomstandigheden van mensen. Zij geven gratis onderwijs, medicijnen en eten aan de armen. Hierdoor is hun aanhang enorm gegroeid. De daders van de zelfmoordaanslagen in Casablanca eind mei 2003 waren afkomstig uit krottenwijken. Terugsturen naar Marokko is dus geen oplossing voor het tegengaan van deze vorm van geweld. De uitzichtloosheid van het bestaan zal de haat tegen ‘het Westen’ en dus ook tegen Nederland eerder aanwakkeren.

Afwijzing

Terugsturen naar Noord-Marokko is geen passend antwoord op ‘Marokkaanse’ criminaliteit. Dit zal het idee van Marokkaanse jongens dat zij worden afgewezen door de Nederlands samenleving juist bevestigen en versterken. Vooral tweede en derde generatie allochtone jongeren, die hier geboren en getogen zijn, pikken zulke afwijzingen niet en reageren hierop met geweld. Zij willen geen gasten zijn, maar volwaardige inwoners van Nederland. Voor het tegengaan van criminaliteit en recidive moeten we gebruik maken van interventies die aansluiten bij de wortels van deze gedragsproblemen en die zijn in Nederland ontstaan.

Voor een effectieve aanpak van die gedragsproblemen is het belangrijk om precies na te gaan op welke wijze individuele verdachten culturele legitimaties voor hun daden construeren en hoe een ‘Marokkaanse cultuur’ wordt geconstrueerd door jongeren in de marge van de Nederlandse samenleving – door jongeren die uitzicht hebben op positieverbetering en vervolgens worden geconfronteerd met uitsluiting en discriminatie door gevestigden in die samenleving. Dit betekent dat we alle ‘feiten’ die we ooit gehoord of gelezen hebben over culturele waarden en kenmerken van Marokkanen moeten beschouwen als hypothesen – die rechters, politie- en andere justitiewerkers elke keer weer opnieuw bij elke verdachte of veroordeelde moeten testen.

Dr. Mieke Komen is verbonden aan de sectie Criminologie van de Universiteit Utrecht en werkzaam als lector Jeugd en Opvoeding aan de Haagse Hogeschool. Zij doet onderzoek naar de rol van etniciteit en cultuur in jeugd(straf)rechtspleging en jeugdzorg. Dit is een bewerking van een artikel dat verscheen inFacta nummer 1/2005.

Dit artikel is een publicatie van Facta (Tijdschrift voor Maatschappijwetenschappen).
© Facta (Tijdschrift voor Maatschappijwetenschappen), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 24 oktober 2005

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.