Je leest:

Oplosbaar graantekort

Oplosbaar graantekort

Auteur: | 8 oktober 2009

Hoeveel graan eet jij op een dag? Waarschijnlijk meer dan je denkt, want granen zitten in een heleboel verschillende broodjes, snacks en hoofdmaaltijden. De voedselproductie staat op dit moment onder druk als gevolg van een groeiende behoefte aan graan. Door landbouw in ontwikkelingslanden verder te ontwikkelen en landbouw in het westen te optimaliseren, kunnen we voorkomen dat er straks te weinig graan is.

Of je de dag nu begint met pap, cornflakes of een bruine boterham; in feite ontbijt je met granen. “70 tot 80 procent van het dieet van de wereldbevolking wordt bepaald door graan”, vertelt Rudy Rabbinge, hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de Wageningen Universiteit. “Rijst, tarwe en maïs zijn de belangrijkste graansoorten.

Vooral op de productie van maïs staat veel druk. Deze graansoort is in steeds grotere mate nodig voor veevoer. Ook de toenemende vraag naar biobrandstof kan een drastische invloed hebben op de hoeveelheid maïs die beschikbaar blijft voor onze consumptie. Om biobrandstof te maken, heb je verschrikkelijk veel maïs nodig. Dit gaat concurreren met de voedselvoorziening, tenzij het lukt om voor brandstof alleen plantaardige afvalstoffen te gebruiken”.

Groene Revolutie

Het is niet voor het eerst dat er een tekort aan graan dreigt te ontstaan. Twee eeuwen geleden waarschuwde de Engelsman Thomas Malthus al voor schaarste. De wereldbevolking groeide en de productie van graan bleef hierbij achter. Na de tweede wereldoorlog diende het voedseltekort zich daadwerkelijk aan en ontwikkelden wetenschappers nieuwe irrigatietechnieken, bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Dankzij de nieuwe landbouwtechnieken verdubbelde de opbrengst van voedingsgewassen in de periode tussen 1960 en 1980. De Groene Revolutie was een feit. En nu moeten we opnieuw de productie van graan omhoog zien te krijgen. Hoe gaan we dat doen?

Landbouw in Duitsland in 1954, een aantal jaren voor de Groene Revolutie.
Erich Schutt, Deutsches Bundesarchiv

Rabbinge: “In het westen hebben de huidige plantenrassen hun maximale capaciteit op verschillende plekken al gehaald, maar in ontwikkelingslanden is hier nog veel te winnen. Daar produceren gewassen vaak slechts 25 procent van wat ze eigenlijk zouden kunnen. Door gebruik te maken van kennis, innovatie en investeringen in de landbouw in ontwikkelingslanden kan de opbrengst omhoog”. Voorzie boeren in Afrika en Zuid-Azië van voldoende water, kunstmest en bestrijdingsmiddelen en de graanopbrengst zal er aanzienlijk stijgen.

Ook in het westen is volgens Rabbinge nog verbetering mogelijk: “De huidige plantenrassen gaan niet lang mee. Gemiddeld gaan zij binnen tien jaar ten onder aan ziekten of plagen. We kunnen rassen op een brede schaal resistent maken om de productie van granen nog langer hoog te houden”.

Voldoende voedsel voor iedereen

Een nieuwe Groene Revolutie lijkt in aantocht, maar is het de laatste? Of hebben we over een jaar of 50 weer hetzelfde probleem? Rabbinge denkt dat de genoemde maatregelen voldoende zullen zijn: “Binnen 20 tot 30 jaar stabiliseert de wereldbevolking zich. Als we de aanwezige landbouwgrond nu goed benutten, is er tegen die tijd voldoende voedsel voor iedereen”.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 08 oktober 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.