Je leest:

Op zoek naar slim DNA

Op zoek naar slim DNA

Is intelligentie aangeboren of aangeleerd?

Auteur: | 4 augustus 2010

De hele maand augustus gaan twee psychologen in science center NEMO op onderzoek uit. Ze zijn gewapend met een IQ-test en een spuugpotje, en zoeken de genen die ervoor zorgen dat jij slimmer bent dan je buurman.

Is deze baby al slim dankzij haar papa’s genen?

Feit is dat we het gewoon niet weten. Hoe intelligent je bent is voor een deel erfelijk: van je ouders krijg je al dan niet slimme genen mee bij je geboorte. Maar ook de omgeving waarin je opgroeit speelt een rol: je opvoeding en je school bijvoorbeeld. Hoe groot is die rol? Hoe belangrijk is je DNA precies? En welke genen zijn het dan, die ons intelligent maken? Geen idee.

“De schattingen voor de erfelijkheid van IQ lopen uiteen van veertig tot negentig procent”, zegt Daniëlle Posthuma van de Vrije Universiteit, een dag nadat ze in het Science Live lab in NEMO is begonnen met wat licht te schijnen op deze kwestie. Daar kunnen nieuwsgierigen zich melden voor een intelligentietest en in een potje wat spuug en dus DNA achterlaten. Hopelijk komen we op die manier te weten welke genen samengaan met een hoog IQ. Posthuma en haar collega Tinca Polderman hopen ook op families. “Zodat we kunnen kijken in hoeverre het IQ van kinderen op dat van hun ouders lijkt.”

Het Science Live lab in NEMO
DigiDaan

Lastige zoektocht

Een van de redenen dat het zo lastig is om de rol van genen en die van de omgeving van elkaar te scheiden in nette percentages – zoveel procent voor nature en zoveel procent voor nurture – is doordat de twee op elkaar inwerken. Posthuma: “De effecten van genen zijn niet onafhankelijk van de omgeving. We weten bijvoorbeeld dat mensen op volwassen leeftijd meer geneigd zijn een omgeving op te zoeken die past bij hun genen.” Mensen met briljant DNA snakken bijvoorbeeld naar scholing, breinbrekers en mentale uitdagingen – en daar worden ze op hun beurt weer slimmer van. Bovendien speelt toeval een rol. “De hoogte van de erfelijkheid van IQ hangt ook af van het wel of niet meemaken van ingrijpende gebeurtenissen, zoals een scheiding, het overlijden van een familielid of de geboorte van een kind”, vertelt Posthuma.

En dat is niet het enige. Toen we nog kinderen waren, schommelde ons IQ nog enorm. Posthuma denkt dat dit komt doordat kinderen gevoeliger zijn voor de omgevingsinvloeden. Als we volwassen zijn, stabiliseert dat. En om het nog ingewikkelder te maken: we worden elke generatie slimmer. Dit fenomeen is een mysterie op zich, dat wetenschappers het Flynn-effect noemen. Posthuma licht toe: “Het Flynn effect beschrijft dat elke generatie ongeveer tien IQ-punten slimmer lijkt te zijn dan de vorige generatie. Zo’n snelle verandering kan niet worden toegeschreven aan genetische invloeden.”

Origineel: Hugues Crepin / Nederlandse bewerking: Kennislink

Op zoek naar heel veel genen

Wat de zoektocht naar slim DNA ook niet gemakkelijk maakt is dit: er zijn erg veel – misschien wel honderden – genen betrokken bij intelligentie. “Als het er een of twee zijn, hadden we ze allang gevonden”, legt Posthuma uit. “Hoogstwaarschijnlijk zijn er heel veel genen van belang voor IQ, die ieder afzonderlijk een klein effect hebben. Mogelijk interacteren de genen met elkaar en met omgevingsfactoren. Ze zijn dus moeilijk te detecteren en alleen zichtbaar als je erg veel proefpersonen test.” Allemaal massaal naar NEMO dus, om Posthuma & co te helpen met hun queeste.

Tot 5 september kun je in het Science Live lab in science center NEMO in Amsterdam zelf een IQ-test laten afnemen en in een potje spugen voor de wetenschap. Het duurt ongeveer twintig minuten en is, volgens de bijsluiter, “pijnloos en niet inwendig”.

Meer lezen?

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/intelligentie/index.atom", “max”=>"5", “detail”=>"normaal"}

Science Live

In NEMO’s onderzoeksprogramma Science Live wordt publiceerbaar, peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek in NEMO verricht volgens de wetenschappelijke methode, met NEMO-publiek als proefpersoon. Bezoekers kunnen zo een belangrijke bijdrage leveren aan echt wetenschappelijk onderzoek, en kennismaken met het soort vragen dat wetenschappers bezighoudt.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 04 augustus 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.