Ten opzichte van een chimpansee heeft de moderne mens bij de geboorte erg grote hersenen. In het eerste jaar na de geboorte verdubbelt het hersenvolume ook nog eens een keer. Het kost heel veel energie om zulke grote, snel groeiende hersenen te ontwikkelen. Niet alleen voor de baby, maar ook voor de moeder die daardoor zelf ook groot is en over het algemeen laat rijp. Bovendien zorgt het aanwezig zijn van grote volwassen hersenen ervoor dat kinderen een trage ontwikkeling doormaken. Hoe de grote, snel groeiende hersenen bij de moderne mens hebben kunnen ontstaan, is dan ook nog niet duidelijk.
Fysisch antropologen van de universiteit van Zurich wisten een reconstructie te maken van de hersengrootte van Neanderthalers bij de geboorte. Zij deden dit op basis van drie fossiele kinderskeletten. Het eerste werd gevonden in een grot in Rusland en was pas 1 tot 2 weken oud. De twee anderen (van ongeveer 1,6 en 2 jaar oud) kwamen uit Syrië. Het gemiddelde hersenvolume van Neanderthalers moet bij de geboorte ongeveer 400 ccm zijn geweest. In de vroege kindertijd groeien de hersenen van Neanderthalers sneller dan de hersenen van de moderne mens. Omdat de hersenen wel op dezelfde leeftijd uitgegroeid zijn, worden volwassen Neanderthaler hersenen net wat groter dan die van de moderne mens.
Kleiner, maar even efficiënt
Uit eerder onderzoek bleek dat ook Homo erectus al relatief grote hersenen had, met een gemiddeld volume van 300 ccm. Het ontwikkelen van grote hersenen moet dus een evolutionair voordeel hebben gegeven. De Zwitsers gaan er vanuit dat kinderen met grote hersenen beter in staat zijn om complexe taken uit te voeren, wat een enorm voordeel is geweest voor de vroege mensachtigen. Maar waarom hebben moderne mensen dan weer kleinere hersenen dan de Neanderthalers? Dat moet evolutionair heel ongunstig zijn. Maar ook hiervoor hebben de onderzoekers een verklaring.
Het afnemen van de hersengrootte en de lichaamsgrootte in het Pleistoceen is waarschijnlijk niets anders dan een optimalisatie van prestaties. De hersenen van de moderne mens mogen dan kleiner zijn dan die van de Neanderthaler, ze werken wel even efficiënt. Door de hersenen te verkleinen, bespaarden we energie die we goed konden gebruiken voor de voortplanting. Dit verklaart ook de grote toename van de menselijke populatie in Eurazië rond die tijd.
Zie ook:
- Moleculaire biologie en paleontologie (Kennislinkartikel van Natuurwetenschap en Techniek)
- De mens als foetale aap (Kennislinkartikel van Natuurwetenchap en Techniek)
- Egyptische grotbewoners (Kennislinkartikel van Natuurwetenschap en Techniek)