Vaak lijken natuur en economische ontwikkeling tegenover elkaar te staan. Om bijvoorbeeld oliepalmplantages te ontwikkelen in Indonesië, worden grote stukken oerwoud – al dan niet illegaal – platgebrand, en voor de teelt van soja, suikerriet of graasland voor rundvee zijn ook miljoenen hectaren Zuid-Amerikaans oerbos verdwenen.
Die tegenstelling tussen natuurbehoud en ontwikkeling is niet terecht, stelt IUCN NL, de Nederlandse tak van de International Union for the Conservation of Nature. Duurzame ontwikkeling is juist gebaat bij behoud van natuurlijke ecosystemen. Met de natuurbeschermingsorganisatie Wetlands International en met de ontwikkelingsorganisatie Both ENDS, heeft IUCN NL daarom van 2011 tot 2015 samengewerkt in de Ecosystem Alliance, een alliantie die streeft naar duurzame ontwikkeling dóór natuurbehoud.
Producten uit het bos
Ontbossing zorgt niet alleen voor verlies van biodiversiteit. Door de verbranding van biomassa, het niet langer afvangen van koolstof uit de atmosfeer, en door het vrijmaken van CO2 en andere broeikasgassen uit de bodem, heeft ontbossing ook een grote impact op het klimaat. Bovendien, zo benadrukt de Ecosystem Alliance, veroorzaakt ontbossing ook een groot verlies aan producten uit het bos, anders dan hout.

Al vele eeuwen maakt de lokale bevolking op veel plaatsen gebruik van deze zogenoemde non-timber forest products (NTFP’s). Dat kan gaan om fruit, noten, paddenstoelen, honing of wild. Vaak verdient de lokale bevolking een aanzienlijk deel van het inkomen direct of indirect in het bos. Ook zijn bossen een rijke bron van traditionele geneesmiddelen. Na ontginning verdwijnen die producten; voor de korte termijn, maar ook als alternatief in tijden van schaarste.
Onder andere in India heeft de Ecosystem Alliance een programma opgezet voor de training van de lokale bevolking in het Niligiris gebergte. Ze worden geholpen bij de duurzame productie van NTFP’s als honing, koffie, thee, kruiden en etherische olieën. Bovendien worden lokale groepen geholpen bij hun lobby voor de rechten van de bevolking. Dankzij dit project hebben bijna vierduizend families uit negentig dorpen met succes duurzame gebruiksrechten vastgelegd op de lokale bossen. Hun producten worden nu onder de merknaam Last Forest verkocht.
In Ghana heeft de alliantie geholpen bij het opzetten van een gecertificeerde keten van sheanoten. Daar werken nu 600 vrouwen in een door de lokale bevolking beheerd reservaat van 120 duizend hectare. Door de certificering krijgen de vrouwen een prijs die 15% hoger ligt dan niet-gecertificeerde noten. Sheanoten worden gebruikt voor de productie van zogeheten sheaboter, een in Afrika en ook elders bijzonder populair huid- en haarverzorgingsproduct. In Paraguay is met hulp van de alliantie een coöperatie opgezet van vijftig families die honing produceren voor verkoop in de wijde omtrek.

Behoud van oud en herstel van verdwenen bos
Naast het behoud van bestaand bos, probeert de alliantie ook ontboste gebieden te herstellen, middels Assisted Natural Regeneration. Dat is een methode waarbij geïsoleerde, achtergebleven bomen uit gekapt bos worden beschermd en gestimuleerd. Daarmee wordt het natuurlijk herstel van het bos versneld. In Sahellanden als Mali en Burkina Faso helpt de alliantie de lokale bevolking bij dergelijk herstel van bossen.
De afgelopen jaren is bosherstel gerealiseerd op ongeveer 50 duizend hectare (een gebied zo groot als een derde deel van de provincie Utrecht). Op dat land is de dichtheid van bomen vertienvoudigd. De herbebossing is inmiddels opgenomen in het REDD+-programma van de VN, een initiatief waarbij de herbebossing ook financieel lonend moet worden gemaakt door het waarderen van de CO2-opslag in de herstelde bossen. Assisted Natural Regeneration kan een eerste aanzet worden tot de herbebossing van de Sahel, een regio waar de afgelopen generaties enorm veel bos is verdwenen.