Als ESA’s ruimtesonde Huygens vrijdag aankomt bij Saturnusmaan Titan zendt hij zijn bevindingen met een radiosignaal de ruimte in. Veel van dat signaal komt zoals gepland in de schotelantenne van moederschip Cassini terecht zodat deze het later naar de aarde kan doorsturen. Een deel van het radiosignaal gaat de ruimte in en blijft reizen door het grote zwarte heelal, totdat ergens een obstakel opduikt. Twintig radioschotels bijvoorbeeld, verspreid over de hele aarde en aangestuurd door het Nederlandse JIVE instituut in Dwingeloo.
Leonid Gurvits van het Nederlandse JIVE-instituut in Dwingeloo verklaarde op vrijdag dat zijn team de eerste zwakke signalen van Huygens heeft opgevangen. “We weten dat hij in leven is en dat is groot nieuws”, aldus de astronoom. Gurvits en zijn collega’s kunnen alleen vaststellen dat Cassini en Huygens met elkaar praten, de echte meetgegevens kunnen ze op een lichtuur afstand niet ontcijferen. Tegen half vijf vanmiddag worden die gegevens door Cassini met zijn veel sterkere radiozender naar de aarde gestuurd.
JIVE telescoop te Dwingeloo. JIVE is het Joint Institute for Very Long Baseline Interferometry in Europe; Very Long Baseline Interferometry is een techniek om verschillende telescopen zo te koppelen dat ze werken als één reusachtige schotel met een enorme beeldscherpte. bron: JIVEKlik op de afbeelding voor een grotere versie.
Beste telescopen
Ruim één miljard kilometer hebben de signalen van Huygens afgelegd als ze na 67 minuten op de aarde terechtkomen. Het radiosignaal is dan extreem zwak geworden en kan hooguit met de allerbeste telescopen en nieuwste observatietechnieken nog worden waargenomen. Daar komt JIVE om de hoek kijken, het in Dwingeloo gevestigde Joint Institute for Very Long Baseline Interferometry in Europe, dat wordt gefinancierd door het NWO en Astron. Met behulp van computers worden verschillende schotelantennes, in dit geval twintig exemplaren in Australië, China, Japan en de Verenigde Staten, aan elkaar gekoppeld om zo één groot oor te maken dat met ongekende precisie naar een object in de ruimte luistert. Dr. Leonid Gurvits van JIVE: ‘Onze waarneming is zo scherp dat we zelfs de zetten van een spelletje schaak zouden kunnen volgen, als dat door twee astronauten op de maan werd gespeeld!’
Huygens (rechts naast de remparachute) zendt zijn bevindingen met een radiosignaal de ruimte in. bron: ESA / D. DucrosKlik op de afbeelding voor een grotere versie.
Code
Normaal gesproken wordt deze interferometrie gebruikt om zwakke radiobronnen ver in het heelal te ontmaskeren, bijvoorbeeld sterrenstelsels of stervende sterren. ‘Zoeken naar een interplanetaire missie is een heel aparte manier om onze astronomische kennis toe te passen’, vertelt Gurvits. ‘Maar tegelijk is het een bijzonder experiment. Wij kunnen de gegevens van Huygens niet ontcijferen, dat doen wetenschappers aan de hand van Cassini-data. Maar we kunnen hopelijk wel als eerste zien of Huygens in goede orde bij Titan is aangekomen.’
Teken
Twee keer werd het super-telescopen netwerk uitvoerig getest, op 27 augustus en 17 november 2004. Tijdens de tests deden ook de radiotelescopen in Dwingeloo mee, nu liggen ze te ver naar het noorden om signalen op te pikken. Bij de eerste test kwamen nog heel wat verbeterpunten naar voren, de tweede verliep al een stuk beter. Daarom hebben de internationale partners goede hoop dat ze morgen Huygens’ eerste teken van leven zullen opvangen. Daarna is het wachten op de wetenschappelijke data, het signaal dat een tussenstop maakte bij moederschip Cassini.
Meer weten:
- JIVE-project
- Ontknoping nadert voor Huygens (Kennislinkartikel)
- Vliegende Hollander naar Titan (Kennislinkartikel)
- Huygens – stuiteren of zwemmen? (Kennislinkartikel)
- NASA’s Cassini-Huygens homepage (Engels)
- ESA’s Cassini-Huygens homepage