In augustus 2006 bekent John Mark Karr dat hij een zes jaar oud meisje heeft vermoord. Het gaat om JonBenét Ramsey, een jonge beauty queen, wier moord al tien jaar lang volop de belangstelling van de media heeft. Vanaf het moment van zijn bekentenis staat Karr bekend als pedofiel en moordenaar. Maar zijn DNA komt niet overeen met wat er op de plek van het misdrijf is gevonden. Hij is onschuldig.
Wetenschapsprogramma De Kennis van Nu (NTR) liet zien dat onjuiste politieverhoren nog steeds voorkomen. Bekijk de aflevering hier.

Dat iemand een misdaad bekent die hij niet heeft gepleegd, is niet eens een zeldzaam verschijnsel, vertelt Harald Merckelbach, hoogleraar psychologie aan de Maastricht Forensic Institute van de Universiteit Maastricht. “Bij misdrijven die volop in de media komen, zijn er altijd wel ergens tussen de 1 en 20 mensen die zich spontaan als dader bij de politie melden. Vaak gaat het om psychiatrische patiënten, maar er zitten ook fantasten bij die het een prettig vooruitzicht vinden om in de media te verschijnen. Het zou echter verkeerd zijn om te denken dat valse bekentenissen uitsluitend worden afgelegd door psychiatrische patiënten of fantasten. Uit onderzoek blijkt dat zij slechts 30 procent van alle valse bekentenissen voor hun rekening nemen; de overige 70 procent komt voor rekening van gewone mensen zoals u en ik, die op een dag worden opgepakt omdat ze verdachte zijn.”
Actueel: de zaak Ina Post
Deze week begon het nieuwe proces van Ina Post. Hoewel ze de moord op een bejaarde vrouw bekende, meent ze dat zij in 1987 onterecht werd veroordeeld. Het OM geloofde en gelooft daar niets van. De komende weken zal blijken wie er met de kennis van nu van de rechter gelijk krijgt.
Gerechtelijke dwalingen
En dat blijft niet zonder gevolgen. Wanneer politie en justitie zich tijdens het onderzoek naar een misdaad sterk laten leiden door de bekentenis, kan het zijn dat een valse bekentenis leidt tot een onterechte veroordeling. “Van alle gerechtelijke dwalingen die in de VS werden gedocumenteerd, kwam zo’n 20% voort uit valse bekentenissen, dat wil zeggen bekentenissen van mensen die part noch deel hadden aan het misdrijf waarvoor ze werden veroordeeld”, aldus Merckelbach.

Het is dus erg belangrijk dat rechters de mogelijkheid dat een bekentenis vals is blijven overwegen. En dat gebeurt nog niet altijd. Merckelbach vertelt: “Sinds de Schiedammer parkmoord en de Puttense moordzaak zijn mensen -de publieke opinie, maar ook juristen en politiefunctionarissen- er meer bedacht op. Althans dat zeggen ze. Nadat ik een zaal met rechters had uitgelegd over hoe valse bekentenissen tot stand komen, kwam er -na afloop- een rechter naar me toe die zei: ‘Ach professor Merckelbach, laat het dan zo zijn dat de verdachte een valse bekentenis heeft afgelegd, maar als hij niet schuldig is aan dit misdrijf dan is hij het wel aan een ander, dus zo erg is allemaal nu ook weer niet’.”
Verhoren onder druk
Een van de zaken die zo’n gerechtelijke dwaling nog extra in de hand kan werken, is de manier van verhoren. “De politieman/vrouw die denkt dat valse bekentenissen niet bestaan of een zeldzaamheid zijn, zal op een riskantere manier verhoren dan de politieman/vrouw die erop beducht is”, zegt Merckelbach. “Laboratoriumonderzoek laat zien dat het vrij eenvoudig is om mensen bekennende verklaringen af te laten leggen over dingen die ze niet hebben gedaan. De meest effectieve truc waarmee je zoiets kunt bereiken is om mensen aan het twijfelen te brengen over hun eigen geheugen (Wat deed u in de nacht van 3 op 4 augustus? Maar u bent toen gezien door anderen. Hoe kan dat dan? Maar er zijn videobeelden van; hoe is dat dan mogelijk? Komt het wel eens vaker voor dat u dingen gewoonweg vergeet?).”

Deze vragen leggen een flinke psychologische druk op de verdachte. De meeste mensen onderschatten dat vooraf, legt Merckelbach uit. “Er bestaat een grote discrepantie tussen wat mensen denken dat ze gaan doen wanneer ze als onschuldige door de politie worden opgepakt en worden ondervraagd, en wat ze feitelijk doen als het echt gebeurt. Dat heeft ermee te maken dat mensen zich geen goede voorstelling kunnen maken van wat het is om dagenlang in een politiecel te moeten doorbrengen, geïsoleerd van je familie, terwijl je niet kunt slapen etcetera… En ook: onschuldige mensen wentelen zich in de zogenaamde transparantie illusie: de illusie dat iedereen wel kan zien dat ze onschuldig zijn. Politieverhoorders zien de andere kant: zij zien een zenuwachtige, bleke, bange verdachte en vragen zich af: ‘wat heeft ’ie op z’n kerfstok?’”
Al geloofde hij het zelf, hij had het niet gedaan
Zo’n kerfstokidee kan, samen met stevige verhoortrucs, de verdachte zelfs zover krijgen dat hij zelf gaat geloven dat hij de misdaad heeft gepleegd. Dat overkwam bijvoorbeeld Jorge Hernandez. In hechtenis op verdenking van de verkrachting van een 94-jarige vrouw, herhaalde hij in het begin telkens dat hij zich niet meer precies herinnerde wat hij had gedaan in de nacht van het misdrijf. De politieagenten voerden de druk op: ook al was er geen forensisch bewijs, ze vertelden hem toch dat ze zijn vingerafdrukken op het plaats delict hadden gevonden, en dat er bovendien een bewakingsvideo was waar hij op stond. Uiteindelijk ging Hernandez zodanig aan zijn eigen geheugen twijfelen, dat hij tegenover de politie verklaarde dat hij dronken was geweest en zich daarom de verkrachting niet meer herinnerde, maar dat hij het vast had gedaan. Gelukkig voor Hernandez pleitte DNA-bewijs hem reeds drie weken later vrij.

De schrijvers van ‘De vijftig grootste misvattingen in de psychologie’ denken dat de media een belangrijke rol kunnen spelen in het verkleinen van de kans op een gerechtelijke dwaling door een valse bekentenis. Door aandacht de blijven besteden aan de zaken waar een onschuldige is veroordeeld raken politie en justitie zich bewust van het gemak waarmee mensen vals bekennen, hopen zij. Ze pleiten er ook voor om alle verhoren op video op te nemen, zodat bijvoorbeeld een commissie later kan vaststellen of de psychologische druk tijdens een verhoor niet al te hoog is opgelopen. In de tussentijd is het voor ons allemaal belangrijk om te onthouden, dat iemand die een misdaad heeft bekend, hem lang niet altijd heeft gepleegd.
Meer psychomythologie?
In het Kennislinkdossier over broodjes aap in de psychologie vind je de andere negen psychomythes uit de artikelenserie.
Heb je nog geen genoeg van psychologische broodje aap-verhalen? Je vind er nog veertig in het boek De vijftig grootste misvattingen in de psychologie" van Scott Lilienfield, Steven Jay Lynn, John Ruscio en Barry Beyerstein.
Welke van deze mythes uit de populaire psychologie spreekt jou het meest aan? Bijna 900 Kennislinklezers brachten hun stem uit. Het was een nek-aan-nek-race, Lange tijd lag de mythe dat mannen en vrouwen heel anders communiceren op kop, maar uiteindelijk is dit misverstand met een verschil van vier stemmen verslagen door We gebruiken maar 10 procent van ons brein.
Zie ook:
- Forensische psychologie (Kennislinkdossier)
- De psychologie van getuigen en daders (Kennislinkartikel van Harald Merckelbach)