Je leest:

Onenigheid over het offerfeest

Onenigheid over het offerfeest

Auteur: | 29 augustus 2007

Islamitische rituelen zijn niet zomaar het product van heilige teksten. Gewone mannen en vrouwen geven hun eigen invulling aan die teksten en geven door de vormgeving van die rituelen invulling aan hun identiteit. Dat concludeert Gerard van de Bruinhorst in zijn proefschrift Raise your voices and kill your animals waarop hij 6 september promoveert aan de Universiteit Utrecht.

Hoewel het islamitische offerfeest voor vele wetenschappers als hét voorbeeld geldt van een al veertien eeuwen onveranderde religie, vertoont het grote verschillen in uitvoering en betekenis. Volgens Van de Bruinhorst is het dan ook onterecht om dergelijke, zogenaamd orthodox-islamitische rituelen af te doen als statisch en onveranderlijk. Rituelen worden beïnvloed door factoren als sociale context, onderwijsniveau, politieke situatie en lokale praktijken, zo laat hij in zijn proefschrift zien.

De Tanzaniaanse Maryamu trouwt met een Arabische buschauffeur. Beiden zijn moslim maar ze houden er verschillende ideeën over religieus gedrag op na. Terwijl Maryamu altijd gewend is geweest om met een onbedekt hoofd te gaan werken, draagt ze vanaf het moment dat ze getrouwd is een hoofddoekje. Ze vieren de Idd el-Hajj een dag eerder dan alle buren omdat haar man een andere idee heeft over de juiste datum van het feest. Voor Maryamu is dit moeilijk. Zij had het feest ook wel met de rest van gemeenschap willen vieren.

Van de Bruinhorst deed onderzoek naar de vraag hoe moslims in Tanzania de Idd el-Hajj uitvoeren en welke betekenis zij hieraan hechten. De Idd el-Hajj is één van de twee grote feesten van de islamitische kalender en is gelijk aan het offerfeest in andere delen van de islamitische wereld. De Idd is het feest van hen die niet in staat zijn geweest op bedevaart te gaan; het is de lokale tegenhanger van de hajj. De hajj vormt de kroon op het leven van de mens. Zoals de vrijdag de week markeert en afsluit, doet de Ramadan dit voor het jaar en de hajj voor het hele leven.

Ibrahim’s beproeving

Het achterliggende verhaal dat ten grondslag ligt aan de Idd el-Hajj is dat van Ibrahim’s beproeving. In een droom werd deze profeet getoond hoe hij zijn zoon Ismail moest offeren. Toen hij dit in gehoorzaamheid aan God wilde doen, werd dit op het laatste moment verhinderd en mocht hij een ram in plaats van zijn kind slachten.

Van de Bruinhorst verbleef dertien maanden in Tanzania. Hij interviewde mensen, observeerde hun rituelen en bestudeerde ongeveer 2000 islamitische boeken en kranten. Hij ontdekte dat de rituelen bij de Idd el-Hajj niet zomaar een afspiegeling zijn van de Koran en andere heilige teksten. Er blijken grote verschillen in de uitvoering ervan te zijn. Zo vieren de moslims van Tanzania het feest niet eens allemaal op dezelfde dag.

Openbaar dieroffer door de Ansaar Muslim Youth Centre (AMYC), een salafistische organisatie die zich voor het offerfeest duidelijk op Saoedi-Arabië richt.

Onenigheid

De keuze van de juiste datum van het feest zorgt jaarlijks voor veel onenigheid. Hoewel alle groeperingen zich houden aan de islamitische maankalender en volgens deze tijdrekening het feest dateren op de tiende van de Dhulhija (de ‘hajj-maand’), verschillen zij onderling in de methode om het begin van elke maanmaand vast te stellen.

Volgens tekst en traditie gebeurt dit door een waarneming van de maansikkel met het blote oog. De volgende dag is dan de eerste van de nieuwe maand. De meningsverschillen ontstaan over de vraag of elke moslimgemeenschap zelf deze maan moet zien of dat de eerste verschijning van de maan waar ook ter wereld het wereldwijde begin van de nieuwe maand betekent. De ruimte die de teksten bieden wordt aangegrepen om verschillende antwoorden te verdedigen.

God als dokter of legeraanvoerder

Ook over de betekenis van het feest zijn de meningen verdeeld. Sommigen spreken over het feest in termen van genezing terwijl anderen hun beeldspraak ontlenen aan de oorlog en het militaire bedrijf. Allemaal zien ze dezelfde lessen die pelgrims kunnen leren van de hajj: het belang van de umma (de wereldgemeenschap van gelovigen), oefening in zelfdiscipline en gehoorzaamheid, opofferingsbereidheid en voorbereiding op de dood en het hiernamaals.

De vertaling van die lessen kan totaal anders uitpakken. Zo zien sommige moslims de hajj als een ziekenhuis, de islam als een geneesmiddel en God als arts. Moslims die dit idee aanhangen zien religie vooral als iets voor het privé-leven. Andere moslims zien de hajj als een militair trainingskamp, de islam als wapen en God als legeraanvoerder. Voor deze vaak politiek activistische moslims is de hajj een model om de samenleving te hervormen.

De Koran en de Hadith geven de omlijning van de moslimidentiteit aan. Ze geven het overstijgende karakter van de religieuze gemeenschap aan. De basis voor de identiteit van moslimgroepen wordt gelegd door de heilige teksten. In de rituelen krijgt die identiteit verder vorm en daar ontstaan de verschillen. Dit is niet in tegenspraak met de nadruk op gemeenschappelijke identiteit, maar komt hier juist uit voort. Doordat de teksten zo’n belangrijke rol spelen is er ruimte voor interpretatie en discussie. De verschillen in rituelen kunnen echter niet gereduceerd worden tot een verschillende interpretatie van de heilige teksten. Ze tonen ook een fundamenteel andere opvatting over aard en functie van de islam in de samenleving.

Het gebed zelf, een van de drie belangrijkste onderdelen van het feest (naast de preek en het dieroffer) is niet bedoeld om zich te onderscheiden van andere moslims. Het gebed laat juist de verbintenis tussen de moslims van de wereld zien tegenover niet-moslims.

Toch ziet Van de Bruinhorst ook hier verschillen, namelijk wanneer en waar gebeden wordt. Naast het verschil in datum, verschilt ook de plaats waar gebeden wordt; binnen of buiten. De islamitische groepen die het feestgebed in hun eigen moskee houden, benadrukken meer het lokale karakter van de Islam. Niet alleen volgen zij de plaatselijke maankalender maar ook praktizeren zij uitgebreide feesten ter ere van de geboorte of sterfdag van lokale heiligen. De ‘buitenbidders’ richten zich heel duidelijk op wat er in Saoedi-Arabië gebeurt: zij volgen de maankalender zoals maatgevend in de hajj, en wijzen elke vorm van lokale heiligenverering af.

Het dieroffer

Voor sommige groepen is het dieroffer een symbool van de geestelijke strijd tegen de zonden en slechte gewoonten. Het dier staat voor het slechte in de mens en de samenleving. Omdat mensen zo gehecht zijn aan die gewoonten, kost het buitengewoon veel moeite om deze af te zweren. Met verwijzing naar het verhaal van de profeet Ibrahim benoemde een Islamitische leider de betekenis van het offer als volgt: " Elke gemeenschap heeft zijn eigen Ismail."

Voor anderen symboliseert het doden van een geit of schaap de oorlog tegen hedendaagse vijanden en onderdrukkers van de islam. De moord op de Egyptische president Sadat, de Joodse journalist Pearl en de Iraakse leider Hussein werden daarom zorgvuldig geregisseerd pal voor het begin van het offerfeest. Het is deze betekenis van de Idd el-Hajj die in kracht lijkt te winnen naarmate de Islamitische gemeenschap in Tanzania zich verder naar de rand gedrukt voelt.

Moslims in Tanzania

De moslims in Tanzania voelen zich gemarginaliseerd, onderdrukt en bedreigd. Het land wordt volgens hen geregeerd door een christelijk systeem (mfumo Kristo) dat de moslims achterstelt. Het percentage moslims in de beter betaalde functies en het hoger onderwijs is beduidend lager dan op grond van de bevolkingsaantallen rechtvaardig zou zijn. In die context wordt de verdeeldheid onder moslims soms als pijnlijk ervaren, bijvoorbeeld bij de viering van de Idd el-Hajj op twee of drie verschillende dagen.

Idealiter zou de hajj (en daarom ook de Idd el-Hajj) het symbool moeten zijn van een gezonde, harmonieuze Islamitische gemeenschap die gezamenlijk optrekt. Het opsplitsen van deze wereldwijde religie in allerlei groepen die het feest elk op een eigen dag vieren, versplintert dit beeld

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 augustus 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.