Je leest:

Onderwaterlijm van een mottenlarve

Onderwaterlijm van een mottenlarve

Auteur: | 5 maart 2010

Mensen kunnen op het gebied van nieuwe technologie veel leren door naar de natuur te kijken. Sinds kort hebben we ook uitzicht op een lijm die aan natte oppervlakken plakt, geïnspireerd op de kokerjuffer. Handig om bij een operatie weefsels aan elkaar te kunnen hechten zonder naald en draad.

Kokerjuffers zijn de larven van op nachtvlinders lijkende schietmotten. In tegenstelling tot de volwassen varianten, leven de larven van schietmotten onder water. In dat water bouwen ze een beschermend buisje (een koker) om zich heen door zandkorrels, takjes of stukjes blad aan elkaar te plakken met zijde. Russell Stewart van de universiteit van Utah interesseert zich vooral in het plakken. Stewart: “Onder water dingen aan elkaar lijmen is niet makkelijk. Heb je wel eens geprobeerd een pleister op te plakken onder de douche? Dit insect doet dat al sinds 150 tot 200 miljoen jaar”.

De kokerjuffer maakt een beschermend jasje met korrels zand en steen (rechts) of in het lab met glazen kralen (midden). De larve plakt de steentjes aan elkaar met zijden draadjes.
Fred Hayes

De zijde die het beestje produceert, lijkt in veel opzichten op bijvoorbeeld de zijde die wordt gebruikt in kleding. Zijde is opgebouwd uit lange ketens van het eiwit fibroïne. Kokerjuffers zetten op dit fibroïne veel negatief geladen fostaatgroepen. De negatieve lading van een fosfaatgroep wordt sterk aangetrokken door positieve ladingen, die ook in fibroïne zitten. Meerdere fibroïne eiwitten gaan daardoor aan elkaar zitten en vormen lange plakkerige draden. Volgens Stewart maken de afwisselende positieve en negatieve ladingen de zijde ideaal voor gebruik in een natte omgeving.

Het beschermende omhulsel van een kokerjuffer. Glazen kraaltjes zijn van binnenuit aan elkaar geplakt met fibroïnedraden, die als een netwerk zichtbaar zijn. De foto is een 100x vergroting, gemaakt met een electronenmicroscoop.

Stewart doet al langer onderzoek naar soortgelijke onderwaterlijmen. Hij heeft ze al ontdekt bij mosselen, zeekomkommers, zandkasteelwormen en nu ook bij kokerjuffers. Hij ziet vooral toepassingen in de chirurgie. Stewart: “Ik zie het als een soort natte pleister, misschien wel intern gebruikt bij een operatie. Bijvoorbeeld het gebruik van een stukje plakband om een incisie te sluiten in plaats van het te hechten”.

Het speciale plakband laat nog even op zich wachten, want het eiwit is pas net ontdekt. Aanbrengen van het eiwit tussen twee weefsels is niet voldoende om ze aan elkaar te plakken. Er moeten namelijk op de juiste manier vele draadjes van gesponnen worden voor het juiste effect. Door het zijde goed te bestuderen kan Stewart in de toekomst misschien een synthetische versie maken. Tot die tijd moeten chirurgen het met de oude vertrouwde naald en draad blijven doen.

Zie ook

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 05 maart 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.