De eersteling van Peggy Schyns duurt tien minuten en werd een paar maanden geleden voor het eerst getoond tijdens NWO’s Bessensap, de dag waarop wetenschappers hun werk aan wetenschapsjournalisten kunnen presenteren. De politicologe merkte meteen dat het leven van een debuterend regisseur niet over rozen gaat, want het geluid bij het filmpje liet het tijdens de première afweten. Gelukkig staat het filmpje inmiddels op YouTube, mét geluid.
Peggy Schyns maakte dit filmpje samen met Steph van Bommel, eveneens fervent film- en documentaireliefhebber en in het dagelijks leven verpleegkundige.
“Het was ontzettend leuk om het filmpje te maken,” zegt Peggy Schyns. “Het is echt een probeersel dat we in twee weekenden hebben gemaakt. We wilden er achter komen wat werkt en wat niet. Kun je onderzoeksresultaten eigenlijk wel in de vorm van een filmpje gieten? En hoe moet dat dan? Daar hebben we veel over gediscussieerd. Mijn neiging als onderzoeker is natuurlijk om zo veel mogelijk informatie over te willen brengen, allemaal heel gebalanceerd en genuanceerd. Maar bij zo’n filmpje haken mensen dan af. Daarom was de inbreng van Steph waardevol, omdat hij mijn ideeën juist vanuit een niet-wetenschappelijk, filmisch perspectief bekeek.”
Normen en waarden hollen achteruit
Uiteindelijk vindt Schyns toch dat ze te veel ideeën in het filmpje heeft proberen te verwerken. “Hoewel ik tevreden ben met het resultaat, gezien de beperkte tijd die we hadden, merk ik achteraf dat het filmpje aan helderheid had gewonnen als ik minder had willen vertellen. Wat bijvoorbeeld niet werkt, is het fragment waarin ik samen met een vriend met een doos over onze hoofden naar achteren ren.” Op de doos staat ‘normen en waarden’ geschreven. Het idee achter dat fragment is, zo legt Schyns uit, dat de normen en waarden achteruit hollen. Volgens het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt namelijk dat 73% van de Nederlanders vindt dat het de verkeerde kant op gaat met onze normen en waarden. “Ik wilde het idee er per se als running gag in hebben, ongeveer net zoals het eikelmannetje in Ice Age. Ik lag zelf de hele tijd in een deuk bij het zien van onze scene, maar andere mensen bleken het niet te snappen. Dan merk je wel dat je de plank mis kunt slaan als iets niet direct duidelijk overkomt.”

De gemiddelde Nederlander in beeld
De scene met de post-it percentages blijkt wel te werken, merkt Schyns aan de reacties. “Dat beeld van mij met al die gele briefjes op mijn gezicht blijft hangen. Ik wilde daar de publieke opinie van de gemiddelde Nederlander in beeld brengen. Als ons onderzoek in de krant komt, worden er altijd maar een paar dingen uitgelicht. Dat is ook wel logisch. Maar ik vind het jammer dat veel andere, net zo interessante resultaten geen aandacht krijgen.” Bijvoorbeeld dat er een grote groep mensen in Nederland rondloopt die positief is over onze samenleving. Hoewel er natuurlijk ook mensen zijn die klagen en mopperen, zijn sommige Nederlanders optimistisch over ons land. “Deze mensen vinden dat we niet moeten zeuren en dat we het hier gewoonweg hartstikke goed hebben. Dit andere geluid vind je ook in het onderzoeksmateriaal, maar die geluiden halen de media amper.”

Het normen-en-waardendebat
Schyns wilde in het filmpje ook aandacht besteden aan het Nederlandse normen-en-waardendebat. “Wij worden heel erg beïnvloed door de normen-en-waardendiscussie zoals die door Balkenende is aangezwengeld. Nederlanders hebben het direct over omgangsvormen. Maar volgens veel mensen buiten Nederland hebben normen en waarden niet zo veel te maken met omgangsvormen,” zegt Schyns. In andere westerse landen gaat de normen-en-waardendiscussie volgens de onderzoekster meer over ethische kwesties zoals machtsmisbruik van de elite, prostitutie, euthanasie, abortus en wapenbezit. Die kwesties zijn belangrijker dan hoe we met elkaar omgaan in de bus of de supermarkt. “Uit het filmpje blijkt dan ook dat buitenlandse toeristen – de Amerikanen die we hebben geïnterviewd – inderdaad iets anders verstaan onder normen en waarden, namelijk prostitutie, drugs en religie.”

De non-respondent
Peggy Schyns wilde nog een ander onderbelicht onderwerp aan de orde stellen. “Ik wilde een non-respondent in beeld brengen, iemand die niet mee wil werken. Dat was moeilijk om te filmen. Ik vind het namelijk niet ethisch om mensen in beeld te brengen die niet mee willen doen. Dus zijn we daar wat creatiever mee omgegaan…” Het resultaat is in het filmpje te zien. Volgens haar heeft de helft van de kijkers door hoe de vork precies in de steel zit en de andere helft helemaal niet.

Het onderzoek waar Peggy Schyns zich in dit filmpje op baseert, is de eerste verdiepingsstudie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven. Naast deze verdiepingsstudie doet het Sociaal en Cultureel Planbureau elk kwartaal verslag van wat Nederlanders vinden, denken en voelen – over hun eigen leven, de samenleving en de politiek. Zo hoopt de overheid de vinger aan de pols van de Nederlandse burger te houden. “Het idee van de Burgerperspectievenmonitor is dat het fungeert als een soort thermometer voor wat er onder burgers leeft,” zegt Schyns. Voor het onderzoek hebben zo’n duizend Nederlanders een vragenlijst met gesloten en open vragen ingevuld. Daarnaast wordt er in focusgroepen ook urenlang gesproken met burgers over steeds wisselende thema’s, bijvoorbeeld over de vrijheid van meningsuiting of de Europese Unie. Schyns: “Het leuke van dit onderzoek is dat we niet alleen enquêtes afnemen, maar dat we ook focusgroepen houden. Dat betekent dat we kunnen bestuderen hoe discussies tot stand komen, beïnvloed door een groepsproces. Dat kan interessante inzichten opleveren.” Naast Peggy Schyns zijn vooral onderzoekers Paul Dekker, Tom van der Meer en Eefje Steenvoorden bij het project betrokken.
Smaakt naar meer
Hoe kijkt Peggy Schyns nu terug op haar filmexperiment? “Ik vond het ontzettend leuk om te doen,” zegt de politicologe. “Ik merkte dat er op de raarste momenten ideeën naar boven kwamen drijven. Nog voor het ontbijt rende ik dan naar een notitieblok om een ingeving op te schrijven. Het is ook heel anders om, in plaats van als anonieme wetenschapper een rapport of artikel te schrijven, zo herkenbaar in beeld te komen.” Het smaakt in ieder geval naar meer. Ook vanuit het Sociaal en Cultureel Planbureau is er interesse om in de toekomst meer met film te gaan doen. Er zijn genoeg ideeën. Schyns: “Het lijkt me bijvoorbeeld boeiend om een soort van sociologische variant op Achterwerk in de Kast te maken. Maar ook op andere ideeën, helemaal buiten de sociale wetenschappen om, zijn Steph en ik momenteel aan het broeden.”
Totdat het zover is en het Sociaal en Cultureel Planbureau een eigen YouTube kanaal heeft, moeten we het echter doen met de mooie lijvige rapporten. Daar zijn de onderzoekers overigens druk genoeg mee. Op 21 oktober wordt namelijk de eerste verdiepingsstudie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven gepresenteerd. Gewoon op papier.
Meer weten?
- Geïnteresseerd in het Continu Onderzoek Burgerperspectieven? Op 21 oktober wordt het onderzoek gepresenteerd op een conferentie met onder andere Paul Schnabel (directeur SCP) en James Kennedy (hoogleraar UvA). Hier kun je je aanmelden.
- Tweede COB-kwartaalbericht 2009
- Eerste COB-kwartaalbericht 2009
- Betrekkelijke betrokkenheid, SCP-studie naar sociale cohesie, met onder andere met een hoofdstuk (2) van Peggy Schyns en Paul Dekker
- Geld en geluk, artikel van Peggy Schyns over haar promotieonderzoek.
- Nederlander is onwetend optimistisch, Nederlands Dagblad over het Tweede Kwartaalbericht.
- Opinie-artikel van SCP-directeur Paul Schnabel over de normen-en-waarden discussie in Nederland.
- Politiek cynisme, Kennislinkartikel van Henk Dekker en Peggy Schyns
Dr. Peggy Schyns werkt als senior wetenschappelijk medewerker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ze doet onderzoek naar normen en waarden, morele kwesties, sociale netwerken en geluk, en de publieke opinie in brede zin. Tevens is ze als gastdocent verbonden aan de Universiteit Leiden, waar ze in 2010 het vak Political Attitudes and Orientations gaat geven.In 2003 promoveerde zij aan de Erasmus Universiteit op het bekroonde proefschrift “Income and life satisfaction, A cross-national and longitudinal study.”