
Een deel van de wereld komt weer tot leven. Als het eenmaal warmer wordt in de lente, komen veel dieren weer uit hun holen en planten ontspruiten weer. Wat een paar graden temperatuursstijging wel niet kan doen.
Wat dat betreft is de ‘lente’ na 2400 jaar eindelijk weer aangebroken in het verre noorden van Groenland. De warmere temperaturen van de afgelopen decennia wekken het noordelijkste meer ter wereld weer tot leven. Bianca Perren en Europese en Noord-Amerikaanse collega’s vertellen hierover in de jongste editie van het tijdschrift Geology.
Stikstof of opwarming?
In de poolstreken warmt het al decennialang op, zelfs twee tot drie maal sneller dan elders op aarde. Dat betekent zonder meer een langer groeiseizoen voor veel planten. En op plaatsen waar geen planten konden groeiden, groeien nu wel planten. Maar komt dit wel allemaal door de opwarming?
Nee, want door mensen veroorzaakt stikstof komt via de atmosfeer in veel ongerepte natuurgebieden en gedraagt zich daar als kunstmest voor bijvoorbeeld algen. Zelfs meren in het Arctische gebied zoals in zuidelijk Alaska, noordoostelijk Canada en het Centraal-Groenlandse ijs leveren bewijs voor ‘menselijk’ stikstof, vooral in de afgelopen veertig jaar. Ver weg van de bewoonde wereld dus.
Bianca Perren tegenover Kennislink: “Van de veranderingen in algenpopulaties wordt gedacht dat ze komen door opwarming, maar de neerslag van stikstof kon nooit uitgesloten worden als oorzaak; ecologische veranderingen door meer nutriënten en klimaatverandering zijn niet te onderscheiden op deze breedtegraden.” De vraag is dus wat belangrijker is: de opwarming of het stikstof?

Naar Noord-Groenland
De wetenschappers gingen naar het noordelijkste puntje van Groenland, waar het noordelijkste meer ter wereld, Kaffeklubben Sø, ligt. Ver afgelegen van enige bewoning, ontvangt dit meer geen menselijk stifstof zo blijkt uit analyse van de bodemlaagjes van het meer. Dat blijkt ook uit andere metingen in Noord-Groenland. En dat is mooi, want in de laatste decennia heeft hier wel opwarming plaatsgevonden.

De oudste sedimenten van de bodemmonsters zijn zo’n 3500 jaar oud en bevatten kiezelwieren of -algen (diatomeeën) en goudbruine algen. Perren: “Het meer had min of meer een permanente ijsbedekking van zo’n 2400 jaar geleden tot 1920, wat zonlicht blokkeerde en de groei van diatomeeën uitsloot.”
Zelfs in hartje zomer was het meer waarschijnlijk bevroren. “Na 1920 en vooral na 1980 zien we diatomeeënpopulaties sterk toenemen gerelateerd aan de zomertemperatuur. De opwarming van de laatste eeuw heeft het meer tot leven gebracht van een ijzig ruststadium naar een nieuwe ecologische toestand.” Het is de ijsbedekking gerelateerd aan de temperatuur die bepalend is hier.
Er is dus geen extra stikstof nodig om het meer weer tot leven te wekken. De ecologische veranderingen in andere delen van de wereld komen daarom waarschijnlijk ten minste deels door de hogere temperatuur en niet alleen door extra stikstofbemesting.
Bron:
Perren, B. e.a., Twentieth-century warming revives the world’s northernmost lake, Geology 40 (november 2012) 1003-1006.
Lees meer op Kennislink over stikstof en klimaatverandering:
- Wereldwijde stikstofkringloop op z’n kop (nieuws)
- Een beetje teveel Pokon (achtergrond)
- Gevaar door dooiende permafrost (nieuws)
- Klimaatverandering (dossier)