Het Nobelprijscomité wees daarbij op de grote rol die de EU en haar voorgangers speelden in het promoten van verzoening tussen Frankrijk en Duitsland na de tweede wereldoorlog. ‘Vandaag de dag is een oorlog tussen deze landen ondenkbaar.’ Ook prees ze de rol van de EU in het ondersteunen van democratie in voormalige Zuid-Europese dictaturen als Portugal en Spanje die in de jaren tachtig EU-lid werden.

In Oost-Europa speelt de EU momenteel tevens een positieve rol bij het nader tot elkaar brengen van voormalig strijdende partijen, zo vond het comité. Dit door onder meer vrede tussen Servië en Kroatië te bevorderen door die landen op termijn EU-lidmaatschap in het vooruitzicht te stellen.
Tenslotte stimuleerde de EU ook meer democratie en een betere handhaving van de mensenrechten in Turkije, in de tijd dat dit land zich nog opmaakte voor EU-lidmaatschap. Hoewel dat lidmaatschap nooit gerealiseerd werd, legde het streven hiernaar indirect wel een basis voor politieke vernieuwingen in Turkije.
Steuntje in de rug
De prijs komt op een goed moment voor de EU, die momenteel nogal onder vuur ligt door de eurocrisis. De EU een hart onder de riem steken in deze voor de organisatie moeilijke tijd was dan ook een belangrijke motivatie voor het verlenen van de Nobelprijs.

Het Noorse Nobel Comité focuste daarbij op het belangrijkste gevolg van de vorming en de verdere uitbreiding van de EU: namelijk het creëren van langdurige vrede op een continent dat voor de vorming van de EU bekend stond om zijn vele oorlogen. De Eerste en Tweede Wereldoorlog die wereldwijd miljoenen mensenlevens kostten, bijvoorbeeld.
Ook vertegenwoordigt het werk van de EU een vorm van ‘broederschap tussen volkeren’ en lijkt het wel wat op de ‘vredesconferenties’ die Alfred Nobel, de grondlegger van de prijs, als belangrijke criteria voor het winnen ervan zag, zo redeneerde het comité verder.
Overige genomineerden
De EU werd gekozen uit een recordaantal van maar liefst 241 kandidaten voor de prijs, die acht miljoen Zweedse kronen (930.000 euro) bedraagt. Andere genomineerden waren onder meer voormalig president van de Verenigde Staten Bill Clinton, maar ook bijvoorbeeld klokkenluidersorganisatie Wikileaks en de Arabische Lente.