
Alvin Roth en Lloyd Shapley zijn respectievelijk aan de Business School Harvard en de University of California verbonden. Ze ontvingen de prijs voor hun bijdragen aan de ontwikkeling van een ‘theory of stable allocations and the practice of market design’. Vorig jaar ging de prijs ook al naar twee Amerikanen, namelijk Thomas Sargent en Christopher Sims voor hun macro-economische onderzoek.
De theorie
Roth en Shapleys theorie maakt aan de hand van allerlei modellen onder meer duidelijk hoe zaken, personen en organisaties in de economie of maatschappij zo effectief mogelijk aan elkaar gekoppeld kunnen worden. En kijkt daarbij ook naar welke methode het beste werkt voor welke groep. Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan het koppelen van studenten aan universiteiten, maar ook aan orgaandonors die dringend met patiënten die een transplantatie nodig hebben in contact gebracht moeten worden.

Shapley werkte daarbij vooral aan de theoretische ontwikkeling, terwijl Roth meer de praktische kant testte – en inzag dat Shapleys resultaten op het gebied van game theory en koppelingsmethoden ook nuttige inzichten boden in de werking van economische markten.
Overigens werkten de twee niet echt samen, maar hun gezamenlijke resultaten zorgden er voor dat er meer inzicht is gekomen in marktwerking, waardoor op veel plaatsen in de wereld de economische markt beter is gaan werken, zo meende het Nobelprijscomité. Het potentieel dat de theorie biedt om marktwerking te optimaliseren was dan ook de belangrijkste reden voor het toekennen van de prijs.
De prijs
Overigens is de Nobelprijs voor de Economie niet helemaal een echte Nobelprijs. De prijs heet officieel de ‘Zweedse Rijksbanksprijs in Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel’. Net als bij de meeste ‘echte’ Nobelprijzen kent de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen hem echter toe en volgt de uitreiking hetzelfde protocol als dat van ‘echte’ Nobelprijzen. Ook het bedrag is hetzelfde: met de prijs winnen Roth and Shapley ieder zo’n 465.000 euro.