Wereldwijd krijgen jaarlijks ongeveer 250 miljoen mensen malaria. Zij lopen de ziekte op door de beet van een mug die besmet is met de Plasmodium parasiet, de veroorzaker van malaria. Door de beet van de mug komt de parasiet terecht in de bloedbaan en vanuit daar reist hij direct door naar de lever. In de lever verblijft hij een tijdje om zich verder te ontwikkelen. In dit stadium heeft een besmette persoon nog geen symptomen van malaria.

Op een gegeven moment verandert de malariaparasiet zijn uiterlijk en verlaat hij de lever. In de bloedbaan gaat hij op zoek naar rode bloedcellen om te infecteren. Eenmaal in zo’n rode bloedcel begint de parasiet zich te vermeerderen, net zolang totdat de cel zo vol zit dat hij openbarst. Op dat moment komen alle parasieten uit die ene cel weer terecht in de bloedbaan en gaan zij op zoek naar nieuwe rode bloedcellen. In dit stadium krijgt een besmette persoon symptomen zoals koorts, rillingen, vermoeidheid en zweten.
Antibiotica
De Amerikaanse wetenschappers Ellen Yeh en Joseph DeRisi van de universiteit van Stanford richten hun onderzoek op het stadium in de rode bloedcellen, omdat dat het moment is dat mensen klachten krijgen. In het laboratorium kweekten zij de Plasmodium parasiet op een cultuur van bloedcellen. Vervolgens behandelden zij de kweek met antibiotica. Antibiotica zorgen ervoor dat de parasiet een uniek orgaan – de apicoplast – afstoot. Uiteindelijk betekent dat de dood van de parasiet, maar dat duurt zo lang dat antibiotica in de praktijk niet geschikt zijn om malaria aan te pakken.
Yeh en DeRisi voegden aan de kweek ook de belangrijke bouwstof isopentyl pyrofosfaat (IPP) – die normaalgesproken wordt aangemaakt door de apicoplast – toe. De externe toevoer van IPP zorgt ervoor dat Plasmodium parasieten zonder apicoplast toch kunnen overleven terwijl zij zelf geen stoffen meer kunnen produceren. Het resultaat is een levende, maar sterk verzwakte vorm van de malariaparasiet.

Werk aan de winkel
Nu bekend is dat IPP essentieel is voor de overleving van de parasiet in rode bloedcellen kunnen we medicijnen ontwikkelen die zich specifiek richten tegen IPP-productie door de apicoplast.
Een struikelblok daarbij is wel dat wijzelf ook IPP gebruiken als startmolecuul om bijvoorbeeld cholesterol mee te bouwen. Yeh en DeRisi voorzien echter geen grote problemen. Zoogdieren produceren IPP op een heel andere manier dan de malariaparasiet, dus een medicijn dat zich specifiek richt op de IPP-aanmaak in Plasmodium zal de IPP-productie in onze cellen niet schaden.
Een nieuw malariamedicijn is slechts een van de mogelijkheden. Yeh en DeRisi zien ook kansen voor een vaccin tegen malaria. In principe zou je mensen kunnen vaccineren met de verzwakte variant van de malariaparasiet die de wetenschappers gekweekt hebben. Zonder extra IPP blijft de parasiet immers maar eventjes in leven. De vraag is of dat eventjes lang genoeg is om het afweersysteem te leren de malariaparasiet te herkennen. Ook moet nog bekeken worden of de malariaparasiet voor zijn overleving geen gebruik kan maken van menselijk IPP.
Zowel een nieuw malariamedicijn als een vaccin zijn dus nog niet een, twee, drie beschikbaar. Er is nog genoeg werk aan de winkel. Yeh waarschuwt dan ook dat het nog jaren gaat duren voordat er eventueel een middel op de markt komt.
Bron
- Ellen Yeh en Joseph DeRisi Chemical rescue of malaria parasites lacking an apicoplast defines organelle function in blood-stage Plasmodium falciparum PLoS Biology 9:8, 30 augustus 2011
Lees meer over malaria op Kennislink:
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/malaria/index.atom", “max”=>"5", “detail”=>"minder"}