In Science verschijnt vandaag de beschrijving van Afrika’s eerste nieuw ontdekte apensoort sinds meer dan 20 jaar. Het gaat om een bosbewonende primaat van de ‘Mangabey’ familie. Het dier is waargenomen in twee verschillende natuurreservaten in Tanzania. De ontdekkers verbazen zich erover dat het dier zich zo lang verborgen heeft kunnen houden.
Het verbazingwekkende is dat deze ontdekking door twee verschillende teams gedaan is, die op meer dan 350 kilometer afstand van elkaar aan het werk waren. Biologen ontdekten het dier eerst op de flanken van de bijna 3 kilometer hoge vulkaan Rungwe en in het daarnaast gelegen Nationale Park Kitulo. Enkele maanden later werd hetzelfde dier waargenomen het Bosreservaat Ndundulu in het Udzungwa gebergte.
Een tekening van de Hoogland Mangabey. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
Het dier is de Highland Mangabey (Hoogland Mangabey) genoemd, zijn Latijnse naam is Lophocebus kipunji. Het is een langharige bosbewonende primaat. Daarmee is het een vrij dichte verwant van ons mensen, wij zijn namelijk ook primaten. De aap heeft een bruine vacht en is ongeveer 90 centimeter lang (zonder staart). Hij valt verder op doordat hij een kuif op zijn hoofd heeft en lange plukken haar aan de zijkant van zijn hoofd, waardoor het lijkt alsof hij een soort bakkebaarden heeft. Zijn lange vacht is een aanpassing aan de kou: het dier leeft hoog op de vulkaan, waar het regelmatig vriest. Er zijn er naar schatting maar 500 tot 1000 van, de Hoogland Mangabey is dus meteen ook een bedreigde diersoort.
Het hoofd van de Hoogland Mangabey. Je kan goed zien hoe lang zijn vacht is. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
Omdat er behoorlijk veel biologen rondlopen in de Nationale Parken is het heel bijzonder dat de Hoogland Mangabey zich zo lang heeft kunnen verstoppen. Eén van de ontdekkers zegt er het volgende over. “Het is verbazingwekkend dat zo’n grote opvallende primaat zich zo lang onder onze neus verborgen heeft kunnen houden. Deze opwindende ontdekking bewijst weer eens hoe weinig we eigenlijk weten van onze naaste verwanten, de niet-menselijke primaten.”