Een nieuwe soort: de olifantsspitsmuis met de grijze snuit, oftewel Rhynchocyon udzungwensis. foto: Francesco Rovero
Het zoogdier komt voor in slechts twee hooggelegen stukjes bos en weegt ongeveer 700 gram. Dat is een stuk zwaarder dan de zwaarste olifantsspitsmuis die tot nu toe gevonden was. De onderzoekers wisten daardoor gelijk dat ze met een nieuwe soort te maken hadden. Door het vangen van vier soortgenoten en het observeren van nog eens 40 anderen, konden zij deze waarneming uiteindelijk bevestigen.
Onderzoek doen is niet altijd ingewikkeld. Op deze eenvoudige manier werd de nieuwe soort olifantsspitsmuis vastgelegd voor de wetenschap. foto: David Ribble
Olifant of spitsmuis?
Het zijn maar rare beesten, die olifantsspitsmuizen. Zij zien eruit als een kruising tussen een miniatuur-antilope en een miereneter. Vanwege de lange, flexibele snuit kregen de dieren de naam olifantsspitsmuis. Deze zoogdieren zijn insecteneters. Vandaar dat de wetenschappers die (eind 19e eeuw) de eerste soorten ontdekten, dachten dat deze dieren verwant waren aan ‘echte’ spitsmuizen, egels en mollen.
Niets bleek echter minder waar. Toen DNA-technieken beschikbaar kwamen om onderzoek te doen naar verwantschappen, werd alles duidelijk. De olifantsspitsmuis doet zijn naam eer aan en is het nauwst verwant met olifanten, zeekoeien en aardvarkens! Vandaar dat tegenwoordig, om verwarring te voorkomen, in plaats van olifantsspitsmuis ook wel de naam Sengi wordt gebruikt.
Filmpje boven: de nieuwe soort olifantsspitsmuis betrapt bij het zoeken naar een lekker maaltje.
Ondanks dat de olifantsspitsmuizen graag wat torretjes wegwerken, zijn er wel soorten die hun dieet aanvullen met kleine stukjes fruit, zaden en groene planten. Ook is het spijsverteringsstelsel van de dieren relatief lang in vergelijking met andere insecteneters. Aangezien het spijsverteringsstelsel van planteneters langer is dan dat van vleeseters, zijn dit voor wetenschappers toch belangrijke aanwijzingen dat de olifantsspitsmuizen waarschijnlijk afstammen van planteneters.
Lange stelten
Iets anders wat gelijk opvalt aan de dieren zijn de lange, dunne pootjes waar ze op lopen. In sommige soorten zijn zij haast uit verhouding met de rest van het lichaam. Dit komt omdat olifantsspitsmuizen in staat moeten zijn om heel hard te kunnen sprinten. Vleeseters, met name slangen en verschillende soorten roofvogels, vinden een olifantsspitsmuis namelijk wel een lekkere lunch.
Een olifantsspitsmuis op topsnelheid
Gelukkig hebben de insecteneters een goed ontwikkeld zicht, gehoor en reuk. Zo kunnen zij gevaar ontzettend snel opmerken. Heel beperkt maken de olifantsspitsmuizen geluiden om elkaar te waarschuwen. Maar meestal geven zij er de voorkeur aan om regelmatig met hun pootjes op de grond te stampen of met hun staart te slaan. Die lange stelten zijn voor de olifantsspitsmuis dus van levensbelang.