Je leest:

‘Niets wijst erop dat kiezers personen belangrijker vinden dan partijen’

‘Niets wijst erop dat kiezers personen belangrijker vinden dan partijen’

Auteur: | 1 november 2006

Politici schrijven autobiografieën, houden weblogs bij, schuiven aan bij RTL-Boulevard. Partijpolitiek draait steeds meer om personen, en die personen geven steeds meer van hun privéleven bloot. Dat – zo wordt algemeen aangenomen – is immers wat de kiezer wil. Maar is dat eigenlijk wel zo? Uit kiezersonderzoek blijkt nergens dat personen belang­rijker worden gevonden dan partijen of programma’s, concludeert Gerrit Voerman, hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

‘Het is een paradox’, zegt Voerman. ‘Er is een onstuitbare opmars van het private in de politiek, maar kiezersonderzoek – niet alleen in Nederland, maar in heel West-Europa – vindt nauwelijks aanwijzingen dat die personalisering het stemgedrag beïnvloedt. Dat is contra-intuïtief en er is eigenlijk geen goede verklaring voor.’

Jan Peter Balkenende heeft zijn eigen hyvespagina jpb.hyves.nl.

Visueel boegbeeld

De personalisering van de politiek is wél goed te verklaren. ‘Die ontwikkeling is al gaande sinds de komst van de televisie’, vertelt Voerman. ‘Sindsdien is de lijsttrekker het visuele boegbeeld van de partij.’ In de jaren negentig groeide de rol van personen in de politiek verder, omdat de partijprogramma’s meer op elkaar gingen lijken. ‘Ze groepeerden zich rond het centrum, omdat daar de meeste kiezers zaten. Niet de partijen maar de politici moesten het onderscheid maken.’ Na Pim Fortuyn en de hervormingen van de kabinetten Balkenende zijn de tegenstellingen in de politiek weer terug. De aandacht voor personen bleef echter en richtte zich in toenemende mate op het privéleven. ‘We leven nu in een maatschappij die inzoomt op privézaken. Er heerst een soort voyeurisme: er is heel veel belangstelling voor emoties. Politici kunnen zich daar niet aan onttrekken.’

Ook vroeger was politiek soms persoonlijk, maar de schaal en de intensiteit waarmee het persoonlijke nu overheerst is volgens Voerman nieuw. ‘Drees voerde in de jaren vijftig een heel persoonlijke campagne. Troelstra schreef vier delen vol over zijn leven. Maar dat deed hij wel in dienst van de grote zaak: het socialisme. De boeken van bijvoorbeeld Geert Wilders, Wouter Bos en Femke Halsema zijn package deals van privéleven en programma, maar daarin komt wel heel nadrukkelijk de menselijke kant van de politicus naar voren. Dat was vroeger ondenkbaar.’

De kiezer

Mensen willen nu eenmaal meer zien van de mens achter de politicus om diens geloofwaardigheid en betrouwbaarheid te kunnen beoordelen. Dat is een aanname die onder politici en in de media gemeengoed is. ‘Femke Halsema schrijft dat het voor politici van levensbelang is om op gewone mensen te lijken. Sommigen beschouwen politieke partijen zelfs als achterhaald. Journalisten schrijven meer over personen dan over program­ma’s. Ik vind dat niet slecht hoor. Het is een eigentijdse manier om je standpunten over te brengen.’ Persoonlijke verhalen en gevoelens staan nu eenmaal in de belangstelling. ‘Als een politicus bij Villa Felderhof komt, dan kijken mensen daarnaar.’

Het is alleen zeer de vraag of de persoon van de lijsttrekker en de mens achter de politicus ook invloed hebben op het stemgedrag. ‘Iedereen denkt dat het zo is, maar kiezersonder­zoek toont het niet aan. Dat is onderzoek dat sinds begin jaren zeventig loopt, waar diverse universiteiten aan meewerken. Niet alleen Nederlands onderzoek komt tot die verrassende conclusie – dan zou je nog kunnen denken dat de verkeerde vragen worden gesteld. In heel West-Europa blijkt dat persoonseffecten geen duidelijk merkbare invloed hebben op de keuze van de kiezer. Zelfs van de verkiezingswinst van de PvdA, na de overgang van Melkert naar Bos, is niet aan te tonen dat de nieuwe jonge lijsttrekker de oorzaak was. De persoon is maar één van de vele factoren die het stemgedrag bepalen. Misschien onderschat­ten politici de kiezer als ze denken dat die toch alleen maar op de persoon stemt.’

Gerrit Voerman is hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel doet hij onderzoek naar het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologie door politieke partijen.

Dit artikel is een publicatie van Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
© Rijksuniversiteit Groningen (RUG), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 01 november 2006

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.