Alle planeten in het zonnestelsel hebben bezoek gehad van ruimtesondes. En met de in 2005 gelanceerde New Horizons wilde NASA ook het voormalige buitenplaneetje Pluto van dichtbij bekijken. Pluto, nu 31 keer zo ver van de zon als de aarde, is kleiner dan onze Maan en draait in een uitgerekte, gekantelde baan om de zon. Omdat Pluto zo klein is en zijn baan afwijkt van de andere acht planeten, paste de Internationale Astronomische Unie de definitie van planeet aan; Pluto en andere ijsklompen ver van de zon heten voortaan dwergplaneten. New Horizons was tijdens de herdefinitie al onderweg en is op 8 juni de baan van reuzenplaneet Saturnus gepasseerd. Het apparaat deed twee jaar en vier maanden over de reis en zal pas in 2011 de volgende mijlpaal bereiken: de baan van de op een na verste planeet Uranus.

Scheervlucht

Ondanks zijn kleine formaat weerkaatst Pluto relatief veel zonlicht; teken dat het heldere oppervlak voornamelijk uit bevroren gassen bestaat. Zelfs de gevoelige Hubble-telescoop kan niet veel meer details zien dan een stel heldere en donkere vlekken. New Horizons moet Pluto tijdens zijn scheervlucht dan ook uitgebreid in beeld brengen. Ook worden de grote maan Charon en de twee ‘bijmaantjes’ Nix en Hydra gefotografeerd.

NASA’s ruimtesonde zal niet remmen om rond Pluto te gaan draaien, maar racet na zijn passage in 2015 door naar de buitenregio van het zonnestelsel, de Kuiper Gordel. Daar draaien honderden ijsmassa’s zoals Pluto hun trage banen om de zon. Als de banen van New Horizons en zo’n Kuiper Gordel Object dicht bij elkaar liggen, wil NASA proberen de ruimtesonde langs een van Pluto’s broers te sturen.