‘Iedereen zal vroeg of laat in zijn leven wel te maken krijgen met een Staphylococcus aureus infectie. Dat kunnen niet veel bacteriën op hun CV zetten!’. Zo opent het proefschrift van Wertheim. Bijna een derde van alle mensen draagt de bacterie bij zich zonder dat ze er last van hebben. Maar zodra je een wondje oploopt – denk aan een kind dat valt op straat – kan het goed zijn dat het wondje ontstoken raakt. Om het schaafwondje heen is de huid rood en er kan pus uitkomen. Tien tegen één dat je in dit geval dan te maken hebt met een onschuldige Staphylococcus aureus infectie die na een paar dagen gewoon weer over is zonder dat er antibiotica aan te pas hoeft te komen.
Staphylococcus aureus dankt zijn naam aan de knalgele kolonies die het vormt als ze gekweekt worden op een agar voedingsbodem. Aureus betekent ‘goud’ in het Latijn.
Helaas is er ook een vervelende variant genaamd MRSA die één van de belangrijkste verwekkers is van ziekenhuisinfecties. Deze variant is nauwelijks te bestrijden met antibiotica vandaar ook de naam. MRSA staat voor methicilline resistente staphyolococcus aureus. Gelukkig komt de MRSA bacterie in onze Nederlandse ziekenhuizen niet zo vaak voor als in buitenlandse ziekenhuizen.
In zijn onderzoek toont Wertheim aan, dat S. aureus neusdragers in het ziekenhuis drie keer zoveel risico hebben ten opzichte van niet-dragers op het krijgen van een bloedbaan infectie met S. aureus. Mensen die geen neusdrager zijn, hebben echter een groter risico om te overlijden dan mensen die de stafylokok van nature in de neus hebben zodra zij een bloedbaaninfectie doormaken (46% versus 18%). Mogelijk hebben neusdragers een gedeeltelijke immuniteit, mede gezien het feit dat 80% van de S. aureus infecties wordt veroorzaakt door hun eigen stam.
S. aureus wordt steeds ongevoeliger voor antibiotica. Daarom is het voorkomen van infecties essentieel. Een veelgebruikt middel is het antibioticum mupirocine als neuszalf. Wertheim toont aan dat mupirocine neuszalf alleen niet afdoende is om de bacterie kwijt te raken of infecties te voorkomen. Wertheim: “Er zijn dus nieuwe effectieve preventieve maatregelen nodig. Daartoe moet het mechanisme dat leidt tot dragerschap worden opgehelderd. Eén van de zaken die wij onderzochten is de relatie met neuspeutergedrag. Door in de neus te peuteren, komt de bacterie ook op de vingers terecht en kan deze zich vervolgens verder verspreiden. Het klinkt logisch, maar om infecties te voorkomen zou het stoppen met neuspeuteren mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan preventie.”
Om infecties met meticilline-resistente S. aureus (MRSA) te voorkomen, is het essentieel om het aantal gevallen van MRSA dragerschap laag te houden. Hiervoor is goede diagnostiek nodig. Door monsters te kweken met een selectief ophopingsmedium met antibiotica wordt twee keer zoveel MRSA gevonden als met vaste media alleen. Deze kweekmethode wordt inmiddels in meerdere ziekenhuizen in Nederland gebruikt. Wertheim heeft 10.000 patiënten zonder risicofactoren voor MRSA-dragerschap (zoals bijvoorbeeld een recent verblijf in een buitenlands ziekenhuis) bij opname in vier Nederlandse ziekenhuizen onderzocht op MRSA. Wertheim: “Slechts bij 3 patiënten vonden wij MRSA- neusdragerschap. Deze uitkomst ondersteunt het succesvolle Nederlandse ‘search and destroy’-beleid in combinatie met het restrictieve antibioticagebruik.”
Zie ook:
- Ziekenhuisbacterie verlaat hospitaal (Kennislinkartikel)
- Gebruik antibiotica in Nederland laagste in Europa (Kennislinkartikel)
- Race tegen resistentie (Kennislinkartikel)