Volgende week is het pakjesavond en daarna alweer Kerst. Nog snel even op zoek naar een cadeau? De redactie van NEMO Kennislink geeft acht tips met een wetenschappelijk tintje.
Groene vingers
Door Mariska van Sprundel.
Planten prijken op menig verlanglijstje. Nóg leuker is om zelf plantjes te laten groeien. Met deze kit van Garden Lab kan je het groeiproces van planten observeren, van kiemende zaadjes tot - met wat geluk - bloeiende planten die zelf weer zaden voortbrengen.
Het pakket wordt geleverd met drie soorten zaadjes: basilicum, meloen en tomaat. De eerste stap is om een voedingsgel te bereiden. Moeilijk is dat niet. Kwestie van water, suiker en de mysterieuze inhoud van een zilverkleurig zakje door elkaar mengen en opwarmen in de magnetron. Even laten afkoelen en de doe-het-zelf-gel is klaar. Daarna voeg je aan elke box een andere kleurstof toe, want het oog wil ook wat. Vervolgens duw je de zaadjes zachtjes net onder het oppervlak van de gel. Dat is het. De rest moet de natuur zelf doen.
Na ongeveer een week strekken de wortels zich verder de gel in, de steeltjes en het bladgroen richten zich op. Het is een fascinerend schouwspel. Het jammere is dat in mijn geval alleen de tomatenzaadjes uit kwamen. Een kwestie van pech. Of een gebrek aan groene vingers?
Voor taalfanaten
Door Rob van der Wal.
Streektaalstrijd is een bordspel waarbij het de bedoeling is een zo groot mogelijk taalgebied op de Vlaamse en Nederlandse landkaart te veroveren. Dat doe je door het beantwoorden van vragen op de kaartjes die bij het betreffende gebied horen.
Naast makkelijke vragen - waar komt het woord ‘alfabet’ vandaan? - zitten er ook vragen voor de echte taalfanaten in het spel. Bijvoorbeeld in de categorie ‘Welk achtervoegsel kenmerkt het einde van een Bildts verkleinwoord?’ (spoiler: de -y). Gelukkig zijn het meerkeuzevragen en is het spel ook erg coulant naar mensen - zoals ik en mijn spelgenoten - die niet allés blijken te weten van de streektaal. Ook met een fout antwoord kun je een nieuw gebied veroveren.
Streektaalstrijd is een behoorlijke test voor je talenknobbel - niet verwonderlijk als je weet dat het spel is ontworpen door drie taalonderzoekers van de Groningse universiteit - en een aanrader voor liefhebbers van het bekende bordspel Risk.
Kleurrijke energie
Door Annemarie Maan.
‘Wat een energie!’ is een kleurrijk kijk- en zoekboek barstensvol energie. Letterlijk en figuurlijk: de energie spat van de bladzijdes in de vorm van kleurrijke, vrolijke en schattige cartoons. Zonnepanelen, windmolens, kerncentrales, waterstofproductie, elektrische auto's, en drones: het boek is een heel aantrekkelijke en laagdrempelige manier om al op jonge leeftijd (2-7 jaar) in aanraking te komen met technologie en energie(transitie).
Ik nam de proef op de som en gaf het boek mee aan mijn collega met een twee- en vijfjarig zoontje. De jongste vond de tekeningen erg grappig en werd aangetrokken door de kleinste details, terwijl de oudste enthousiast op zoek ging naar Agent E en de andere personages. Windmolens en zonnepanelen waren herkenbaar, maar de platformen op zee, containers en ondergrondse leidingen waren wat lastiger. Desalniettemin bood dit wel de perfecte gelegenheid om ook deze aspecten een keer te laten zien.
Ik durf dit mooie werk van Femke en Roos dan ook van harte aan te bevelen aan eenieder die meer wil weten over energie, of dit graag samen met hun kind/neefje/nichtje/broertje/zusje wil ontdekken.
Strategisch bosbeheer
Door Kas Jansma.
Forest Shuffle is lieflijk, mooi en elke keer anders. Het idee achter het kaartspel is simpel: elke speler beheert een bos waar je eerst bomen in plant en daar vervolgens natuur in allerlei vormen omheen laat groeien.
Elke boom heeft plek voor vier soorten en elke soort heeft unieke eigenschappen waarmee je punten verdient. Je hebt tijdens je beurt maar twee opties: kaarten trekken of een kaart spelen. Beurten gaan snel, niemand verveelt zich, en voor doorgewinterde strategen is er genoeg gelegenheid voor snode plannen.
Thematisch passen die eigenschappen best wel goed: voor wolven krijg je extra punten als je veel prooi in je bos hebt en vogels scoren goed als hun favoriete voedsel aanwezig is. Toch had de koppeling met echte ecologie in het spel van mij nog wel sterker mogen zijn, want er zijn best een hoop kaarten waarbij je veel punten krijgt als je veel van diezelfde soort in je bos hebt.
Zo won mijn vriendin door in feite een monocultuur van paardenkastanjes aan te leggen. Daar is een bosecoloog het ongetwijfeld niet mee eens. Toen ik haar daarop wees, reageerde ze dat ik gewoon zuur was omdat ik had verloren. En daar had ze natuurlijk ook gelijk in.
Nostalgie in 254 stukjes
Door Camera Ford.
Als kind kon ik mezelf urenlang verliezen in mijn knikkerbaan. Het uitdenken en combineren van alle bochten, hellingen en loopings was daarbij al minstens net zo leuk als de knikkers uiteindelijk door de baan te zien zoeven. De luxe in hout uitgevoerde ROKR Marble Parkour brengt dat gevoel weer helemaal terug.
Je hebt wel geduld en een vaste hand nodig om de 254 stukjes voorzichtig uit hun vorm te drukken, waar nodig te schuren en voorzichtig in elkaar te klikken. Pas daarbij goed op dat je geen stukjes breekt, want het bouwpakket bevat geen reserve-onderdelen. Ik was dan ook twee keer zo lang bezig dan de aangeven zes uur om de baan in elkaar te zetten. De ROKR Marble Parkour is bedoeld voor mensen boven de veertien, maar met de hulp van een ouder iemand kunnen jongere kinderen ook prima aan de slag met het bouwpakket.
In tegenstelling tot andere knikkerbanen heeft de ROKR Marble Parkour Run een vast ontwerp en kan deze ook maar één keer gebouwd worden. Eenmaal in elkaar gezet vormt de fraai vormgegeven knikkerbaan een waar pronkstuk in je kamer.
ROKR Marble Parkour Marble (vanaf 14 jaar), €39,95. De knikkerbaan is ook verkrijgbaar in de winkel van NEMO Science Museum.
Geen kat in de zak
Door Judith Robbe.
“Als het spel niet leuk is, dan is het in elk geval wel cute”, zegt de zevenjarige als ze de doos van smart game Cats & Boxes openmaakt. “Kijk die katjes, zo schattig!”
Naast vijf katjes bestaat het spel uit vijf puzzelstukken met een doos erop. In het opdrachtenboekje staan zestig beginsituaties; je plaatst de katten en de puzzelstukken op het spelbord zoals aangeduid. Vervolgens verplaats je de puzzelstukken met dozen één voor één, zodat elke kat in een kartonnen doos terechtkomt. Bij elke opdracht staat aangegeven hoeveel stappen er minimaal nodig zijn om tot de oplossing te komen; het begint bij 4 en eindigt bij 33. Online zijn nog extra opgaven te vinden.
Wie thuis een kat heeft, weet dat katten en kartonnen dozen een gouden combinatie zijn. Dat blijkt ook zo te zijn in spelvorm, want niet alleen de zevenjarige, maar iedereen die het spel uitprobeert, van jong tot oud, vindt het leuk.
“Het is verslavend”, verzucht de oppas, die eigenlijk al een half uur op het punt staat om naar huis te gaan, maar toch nog aan een van de moeilijkere opgaven begon. Pas als alle vijf de katten in hun doos zitten, kan ze met een gerust hart vertrekken.
Cats & Boxes, 1 speler (vanaf 7 jaar), €17,99. Het spel is ook verkrijgbaar in de winkel van NEMO Science Museum.
Wetenschap op rijm
Door Robert Visscher.
Rijmpjes zijn onlosmakelijk met Sinterklaas verbonden. Een wel heel toepasselijk cadeau dit jaar is daarom ‘Zijn naam was één-drie-zeven. 137 rijmpjes bij 7 jaar wetenschapsnieuws’ van journalist en dichter Marlies ter Voorde. Je vindt er onder meer de gedichten die ze maakte over wetenschap voor NEMO Kennislink en NRC Handelsblad.
Met knappe en mooie verwijzingen naar stormen die Nederlandse namen krijgen, vissen die zichzelf blijken te herkennen en zelfs een woke wijsgeer. De rijmpjes laten je altijd net even op een ander manier naar wetenschap en nieuws kijken. Zoals het spitsvondige ‘Karakteristiek’:
“ChatGPT kun je proberen, jouw wezen op rijm te typeren? Dat weet ik niet hoor, doe eerst maar eens voor, ik kan slechts net-niet plagiëren.”
Het is een feest om te lezen. Stop deze Sinterklaas, naast jouw eigen gedicht, dus nog wat meer rijmpjes in de schoen met deze fraaie bundel.
‘Zijn naam was één-drie-zeven’, €13,70.
Bij-zonder gezzzellig
Door Michelle Wijma.
Bzzz, daar gaan ze! Je hebt een nieuwe bijensoort in het ecosysteem gebracht. Vanaf nu verschijnen er korfjes verspreid op je eiland. Want dat is jouw hoofdtaak in het computerspel Apico: bijen vangen, kruisen en vrijlaten. Om alle bijensoorten te redden, moet je puzzelen met eigenschappen en genetica. De ene bij ontstaat alleen ‘s nachts, de andere weigert dienst als het niet sneeuwt. Heeft die mysterieuze bij nou speciale muziek nodig? En dan heb ik de boze bijtjes nog niet eens genoemd.
Apico is meer fantasie dan wetenschap, maar de genetica en het gepuzzel met bestuiving, vlinders en insecten… Ecosystemen redden is opeens ontzettend leuk! Er valt veel te ontdekken in Apico, maar de opbouw van de game zit sterk in elkaar. Nergens is het te veel of te moeilijk.