
Op 12 januari 2010 schudde Haïti letterlijk op haar grondvesten door een machtige beving van 7,0 op de momentmagnitudeschaal. Even later kwamen meerdere tsunami’s het land oprollen. Meer dan 300.000 mensen vonden de dood als gevolg van de beving. Een maand later waren wetenschappers al bezig om de beving te onderzoeken, want hoe zat het nu met de tsunami’s? Wetenschappers onder leiding van Matthew Hornbach (Universiteit van Texas) vonden bewijzen voor maar liefst negen tsunami’s. Niet alle zijn veroorzaakt door de beving zelf.
De beving in Haïti was een andersoortige dan die van 26 december 2004, die grote tsunamigolven aan de kusten van de Indische Oceaan veroorzaakte. Meer dan 230.000 mensen vonden de dood nadat de zeebodem meters omhoog kwam over een afstand van 1600 km (en hierdoor de tsunami veroorzaakte). In het geval van Haïti gaat het om een breuk waarbij de aardplaten langs elkaar heen bewegen. Met andere woorden: er lijkt geen sprake van opheffing. En dan toch die tsunami’s…

Opheffing en helling
In tegenstelling tot de verwachting, ontdekten de wetenschappers dat er wel degelijk verticale beweging plaatsvond op de zeebodem. Met 30 centimeter kwam de bodem omhoog. Deze beweging zorgde voor tsunami’s langs de kust zonder overigens gevaarlijk te worden voor de mens, want de golf was minder dan een meter hoog. Een ander deel van de negen tsunami’s kunnen de onderzoekers niet verklaren door opheffing van de zeebodem.
Deze tsunami’s komen zeer lokaal voor. De sleutel tot het raadsel ligt onder andere in de helling van de zeebodem. Deze heeft lokaal een steile helling van 30°. Daarnaast ligt door ontbossing veel sediment vrij, dat met name tijdens het regenseizoen versneld richting zee spoelt. Dit betekent veel druk op de toch al steile hellingen; en toen kwam de aardbeving.

Omdat de beving parallel liep aan de kust, schudde deze voor een groot gedeelte mee. De onstabiele hellingen in de oceaan dichtbij de kust begaven het deels, waardoor diverse onderzeese aardverschuivingen ontstonden. Deze snelle massaverplaatsingen naar de diepte toe zorgden voor een opwaartse puls water naar boven, met als gevolg een tsunami. Ten minste drie van de negen tsunami’s werden hierdoor veroorzaakt volgens de onderzoekers. Door de speciale situatie bij Haïti is dat is veel meer dan het wereldgemiddelde: slechts 3% van de tsunami’s heeft een aardverschuiving als oorzaak.
De aardverschuivingen in Haïti waren relatief klein; vandaar ook de kleine tsunami’s. Dit is misschien niet zo spectaculair als de grote golven na de aardbeving op 2e Kerstdag 2004, maar wetenschappelijk gezien minstens zo interessant. In dit unieke geval is de vorming van een deel van de tsunami’s namelijk een bijzonder samenspel van neerslag (klimaat), ontbossing én langs elkaar schurende aardplaten.
Bronnen:
Hornbach et al. High tsunami frequency as a result of combined strike-slip faulting and coastal landslides. Nature Geoscience (2010) online publikatie
Zie ook:
- Plaattektoniek (Kennislinkdossier)
- Tsunami (Kennislinkdossier)
- Grootste tsunami ooit? (Kennislinknieuws van NGV Geonieuws)
- Tsunami 2004 géén uitzondering (Kennislinknieuws)
- Tsunami’s niet alléén door zeebeving (Kennislinkartikel)
- Zoek en vind een (pre)historische tsunami (Kennislinkartikel)
- Storm of tsunami? (Kennislinkartikel)
- Fossiele aardverschuivingen in de Nederlandse ondergrond (Kennislinkartikel)
- Langste, onderzeese aardverschuiving (Kennislinknieuws)