Nog heel even, dan gaan de spreekwoordelijke poorten open. Dan kunnen boten aanleggen aan de fonkelnieuwe steigers van ‘Eiland 1’ op de Marker Wadden. “Voor recreanten zonder boot zijn we nu aan het organiseren dat er een soort veerdienst komt”, vertelt Roel Posthoorn, de projectdirecteur Marker Wadden van Natuurmonumenten. Die recreanten kunnen dan onder andere hun handdoek uitrollen op een strand waar nu nog grote graafmachines bezig zijn om het zand op zijn plek te leggen. Iets verderop, langs de noordkant van het eerste eiland zijn strand en duintjes al klaar.

“Nee, het zijn inderdaad geen natuurlijke duintjes”, beaamt Posthoorn. “In aanvang maken we hier tekentafelnatuur. Maar hier kun je ook al zien dat de echte natuur het direct overneemt zodra de zware machines vertrekken. De wind is het zand hier al aan het sorteren en verplaatsen. En daar, bij dat lage stuk hebben we ook al een keer een wash-over gehad. Tijdens een westerstorm kan het water hier makkelijk anderhalve meter hoger dan normaal worden opgestuwd tegen de Houtribdijk. Dan klotst het over zo’n laag stuk duin heen en ontstaat er vanzelf pure, natuurlijke dynamiek.”
Projectdirecteur Posthoorn loopt zichtbaar verguld over de eilanden van Nederlands nieuwste natuurgebied. Nog maar zeven jaar geleden bedacht hij dat er nu echt eens iets moest gebeuren aan de belabberde natuur- en waterkwaliteit van het Markermeer. “Er werd al zo lang gepraat, en er waren al zo veel deelplannetjes bedacht, maar toen het puntje bij het paaltje kwam nam niemand de verantwoordelijkheid. Het uiteindelijke breekijzer was een subsidie uit het zogeheten Droomfonds van de Postcodeloterij. Met een startkapitaal van vijftien miljoen euro, konden we ook de ministeries van Natuurbeheer en van Infrastructuur en de provincies Noord-Holland en Flevoland over de streep trekken.”
In 2016 werd daadwerkelijk begonnen met de aanleg van in totaal vijf eilanden, een kleine tien kilometer ten westen van Lelystad in het Markermeer. Een van de slogans die Posthoorn bij zijn aanvraag voor het Droomfonds gebruikte was ‘Droom van een vogelparadijs’. “En kijk nu eens om je heen”, zegt hij met een grote grijns. “Vanaf het moment dat het eerste zand in 2016 boven water kwam, namen visdiefjes en andere pioniers direct bezit van het nieuwe land. Nu broeden er enkele duizenden visdieven en kokmeeuwen, honderden kluten, drie soorten plevieren en zelfs enkele dwergsterns. In de loop van de zomer zitten er ook grote groepen kemphanen die hun tank komen vullen voor de trek naar het zuiden.”

Met de Marker Wadden willen initiatiefnemers Natuurmonumenten, het rijk en de provincie Flevoland verschillende doelen bereiken, vertelt Posthoorn. “Om te beginnen wilden we dus iets doen aan de water- en natuurkwaliteit van het Markermeer. De Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen is ooit aangelegd met het oog op toekomstige inpoldering van het Markermeer. Toen daar een streep doorheen ging, lag er feitelijk een meer dat ‘niet af’ was. Door problemen met het vele slib dat nergens heen kan, is het haast een steriel meer geworden. Ondertussen is het wel een van de grootste zoetwatermeren van West-Europa.”
Langs de oevers van de Marker Wadden is nu al te zien dat er een positief effect is van de nieuwe eilanden met hun glooiende oevers op de waterkwaliteit, ziet Posthoorn. “Kijk hier maar: het water rond dit eiland is behoorlijk helder. We hebben de oude, voedselrijke bodem onder het slib vandaan gehaald en daar is direct een gezonde natuurlijke productie op gang gekomen. Watervlooien en bodemdiertjes voeden visjes, die weer voedsel zijn voor grotere vissen en vogels. Het broedsucces van de visdieven en de kokmeeuwen hier op de eilanden wordt nauwkeurig in de gaten gehouden. De eerste twee volle broedseizoenen leken ze meer dan genoeg eten te kunnen vinden.”
Minstens zo belangrijk vindt Posthoorn de effecten van de nieuwe eilanden op de mensen. “Van de vijf eilanden stellen we het eerste, grootste eiland open voor het publiek. De rest wordt het domein van de natuur. Potentieel verstorende vormen van recreatie proberen we op een positieve manier te weren. Zo is er een speciaal nieuw gebied voor kitesurfers aangelegd vlakbij Lelystad. Vrijwillige ‘eilandwachters’ zullen in het broedseizoen de rust rond de vogeleilanden bewaken.”
Uiteindelijk hoopt Posthoorn dat het Markermeer dankzij de nieuwe natuur dezelfde allure zal krijgen als, zeg, de Veluwe of de Biesbosch. “Vraag mensen nu naar het Markermeer. Als ze het al kennen zullen ze er niet meteen warme gevoelens bij krijgen. De Marker Wadden kunnen volgens mij de verbondenheid van de mensen met de natuur versterken. We hebben de afgelopen tijd al wat ‘expedities’ georganiseerd voor kleine groepjes geïnteresseerden. Die waren in ieder geval erg enthousiast. Ik hoop dat die trend zich na de openstelling dit najaar doorzet, zowel voor de mensen als voor de natuur.”