Je leest:

Nanotherapie tegen griep

Nanotherapie tegen griep

Auteur: | 26 mei 2010

Amerikaanse wetenschappers willen nanotechnologie inzetten in de strijd tegen griep. De eerste laboratoriumtests met gouden nanobuisjes zijn inmiddels achter de rug. Kunnen virusremmers en de jaarlijkse griepprik straks de prullenbak in?

Afgelopen jaar brak de Mexicaanse griep (influenza A/H1N1) uit. Dit -voor mensen- nieuwe griepvirus verspreidde zich dusdanig snel dat de Wereldgezondheidsorganisatie een pandemie afkondigde. Eind oktober 2009 waren er wereldwijd 414.000 gevallen van Mexicaanse griep. 5.000 mensen overleden aan de ziekte. Dat aantal valt uiteindelijk mee, maar wetenschappers zijn door de uitbraak van deze pandemie wel weer even met hun neus op de feiten gedrukt. Griepvirussen vormen nog steeds een bedreiging voor de volksgezondheid.

Vaccinatieprogramma’s vormen de ruggengraat in de strijd tegen griep. De productie van vaccins is helaas ontzettend traag.

Op dit moment zijn vaccinatieprogramma’s de ruggengraat in de strijd tegen griep. Om een vaccin te maken, moet een griepvirus worden opgekweekt in bevruchte kippeneieren. Dat productieproces is ontzettend traag, waardoor het bij een plotselinge griepuitbraak maanden kan duren voordat er werkzame vaccins beschikbaar zijn. Die periode overbruggen we met virusremmers. Dat zijn medicijnen die de deling van een griepvirus flink verstoren. Het aantal griepvirussen dat ongevoelig is voor virusremmers neemt echter steeds verder toe. Er is dan ook dringend behoefte aan nieuwe therapieën tegen griep.

Bezorgvoertuigjes

Recent ontwikkelden wetenschappers kleine, enkelstrengs RNA-moleculen die het aangeboren afweersysteem een enorme opkikker geven. De RNA-moleculen binden aan speciale receptoren die een binnendringend griepvirus heel makkelijk kunnen herkennen. Dat leidt tot activatie van het adaptieve afweersysteem en tot de productie van signaalstoffen, specifiek gericht tegen de indringer. Een mooi systeem, wat het griepvirussen erg moeilijk maakt om zich te verspreiden. Er is nog één probleem: hoe krijgen we de RNA-moleculen op de juiste plaats in het lichaam?

Een menselijke epitheelcel uit de bronchiën, behandeld met gouden nanobuisjes.

Daar komen gouden nanobuisjes om de hoek kijken. Deze bezorgvoertuigjes werden ontwikkeld door Amerikaanse wetenschappers en hebben hun nut al bewezen door stukjes siRNA naar verschillende genen te brengen. Lukt het de nanobuisjes om RNA-moleculen in menselijke cellen te brengen, het afweersysteem te activeren en zo de deling van griepvirussen te remmen? Dat hebben de Amerikanen uitgezocht door hun nanobuisjes los te laten op menselijke cellen geïnfecteerd met ‘gewone’ influenza A/H1N1 en een pandemische variant van dit virus.

Nanobuisjes dringen efficiënt de cellen binnen en laten daar de kleine RNA-moleculen los. In reactie daarop wordt de deling van zowel het seizoensgriepvirus als het pandemische griepvirus geremd. De wetenschappers geloven dat hun nanobuisjes een goed alternatief vormen voor de bestaande middelen tegen griep. Voordat nanotherapie tegen griep een feit is, moeten de Amerikanen echter nog een manier vinden om te voorkomen dat de RNA-moleculen uit elkaar kunnen vallen voordat zij hun werk hebben gedaan.

Bron

Krishnan Chakravarthy e.a. Gold nanorod delivery of an ssRNA immune activator inhibits pandemic H1N1 influenza viral replication, PNAS 10.1073, 24 mei 2010

Meer over griep op Kennislink

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/griep/index.atom?m=of", “max”=>"10", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 26 mei 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.