Je leest:

Nanotechnologie: de nieuwe sciencefiction

Nanotechnologie: de nieuwe sciencefiction

Auteur: | 8 maart 2010

Nanotechnologie is hot in sciencefiction. Steeds vaker duikt de nieuwe technologie op in boeken, films of games. Hoe komt dat eigenlijk? Wat maakt ‘nanotech’ zo geschikt voor sciencefiction?

Een grote groene smurrie maakt zich meester van de Eiffeltoren. De beroemde toren in Parijs wordt voor onze ogen weggevroten. Mensen rennen hysterisch weg. Het onvermijdelijke gebeurt: de toren valt, met veel geweld, de Seine in.

Deze scène is één van de hoogtepunten uit de actiefilm G.I. Joe: The Rise of Cobra uit 2009. De groene smurrie is in de film een wapen van criminelen, en een product van de nanotechnologie. Minuscule nanorobotjes, in de film nanites genoemd, vermenigvuldigen zichzelf grootschalig door metaal weg te eten. Als de criminelen zouden willen, kunnen ze hele steden laten verdwijnen.

Grey goo

Spectaculair is het zeker, maar helemaal nieuw is dit idee niet. Het grote publiek hoorde zelfs ooit voor het eerst van nanotechnologie door diezelfde kwaadaardige nanomachines. Verantwoordelijk hiervoor was Eric Drexler met zijn populaire boek Engines of Creation uit 1986. Hierin beschrijft hij een mogelijk scenario van losgeslagen nanomachines ter grootte van een molecuul die materiaal om zich heen gebruiken om zichzelf te vermenigvuldigen. Als we niet uitkeken zou de hele aarde binnen de kortste keren ondergedompeld zijn in een grey goo: een grote grijze smurrie.

Nanotechnologie werd dus ooit voor het eerst bij het publiek bekend via sciencefiction. Hele enge sciencefiction zelfs. Maar gelukkig is het ‘grey goo’-idee van Drexler, mede door hemzelf, inmiddels bestempeld als een zeer onwaarschijnlijk scenario. Dat weerhoudt schrijvers van vandaag de dag er overigens niet van om de nanorobots of nanites te gebruiken in een nieuw verhaal. G.I. Joe: The Rise of Cobra is hiervan een voorbeeld, maar het is zeker niet de enige.

Nanorobots in fictie

Het boek Prey van Michael Crichton is misschien nog wel bekender. In dit boek uit 2003 ontsnappen intelligente nanorobotjes uit een laboratorium en dreigen ze de aarde te verslinden. In de film The Day the Earth Stood Still (2008) vervalt de buitenaardse robot GORT in een zwerm nanites die alles op hun pad verzwelgen. En in I, Robot (2004) worden nanites gebruikt om een supercomputer te vernietigen.

Zelfs in games zijn de nanorobotjes doorgedrongen. In Crysis (2007) heb je de beschikking over een ‘Nano Suit’, een pak dat bestaat uit nanobots die zorgen voor onzichtbaarheid en extra kracht. In Deus Ex (2000) kan de speler door nanotechnologie superkrachten aannemen. Het karakter Smoke in de Mortal Kombat-reeks is opgebouwd uit nanobots zodat het net lijkt of hij uit rook bestaat.

Boven: Smoke uit Mortal Kombat. Rechts: het Nano Suit uit de game Crysis.

Het lijkt wel alsof na de ruimtevaart nu de nanotechnologie de nieuwe sciencefiction is. Hoe komt dat? Het antwoord is simpel: nanotechnologie is voor een deel sciencefiction. Voor de meeste mensen is nanotechnologie nu nog vooral een ‘ver-van-mijn-bed-show’. De nieuwe technologie speelt zich op dit moment nog voornamelijk in het lab af. Zachtjes aan verschijnen producten op de markt die nanodeeltjes bevatten. In die gevallen gaat het om producten die verbeterd zijn door toevoeging van nanodeeltjes, zoals transparante zonnebrandcrème of waterafstotende verf.

Revolutionair

Het is goed mogelijk dat we over een aantal jaar dit soort producten overal om ons heen in de samenleving terugvinden. Er zijn echter ook toepassingen waarvan nu nog de vraag is of en wanneer we ze daadwerkelijk gaan zien. Dit zijn de echt revolutionaire toepassingen, en ook de meest spannende. Wat dacht je van een onzichtbaarheidsmantel van nanodeeltjes, perfecte hechtingen na operaties dankzij het laseren van een oplossing van nanoshells, of een heuse ruimtelift waarmee je langs een 47000 kilometer lange kabel om de aarde heen kunt zoeven.

De eerste momenten in de ruimtelift zouden het mooist moeten zijn, als je stevig in je stoel gedrukt wordt en de aarde onder je ziet verdwijnen.

Maar dat is niet alles. Wetenschappers experimenteren met nanodeeltjes die kankertumoren opsporen en ze vervolgens vernietigen. Kanker moet in de toekomst geen kans meer hebben. Weefselkweek – het op een natuurlijke manier laten groeien van organen – kan met nanotechnologie een grote vlucht nemen. En oorlogen worden nooit meer hetzelfde als militairen met revolutionaire exoskeletten rondlopen. De film Iron Man (2008) geeft hier trouwens een goed voorbeeld van. In mei verschijnt het vervolg, Iron Man 2.

En tot slot – daar heb je ze weer – de nanorobots. Ze worden toch ook wel degelijk als een mogelijk gebruik van nanotechnologie genoemd, maar dan uiteraard goedaardig van natuur. Het idee is dat ze in je lichaam geïmplanteerd worden, waarna ze elke ziekte in je lichaam opsporen, voordat je er last van krijgt. Dan zou je nooit meer ziek hoeven worden.

Als je deze toepassingen zo achter elkaar ziet, dan is het helemaal niet meer zo vreemd dat sciencefiction graag gebruik maakt van nanotechnologie. Misschien zou je zelfs wel kunnen zeggen dat het de eigen schuld is van nanotechnologie. De toepassingen zijn weliswaar veelbelovend, maar ze zijn ook nog toekomstmuziek. Voorlopig zal dat nog wel even zo blijven. En dat is trouwens helemaal niet erg, want de verhalen worden er zeker niet slechter op.

Wat vind jij van de veelbelovende nieuwe toepassingen van nanotechnologie? Brengt nanotechnologie een betere wereld, of zijn de risico’s te groot? Geef je mening in de NanoDiscussie van Kennislink!

Zie ook:

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 08 maart 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.