Ophef
In 2008 was er even ophef. Koolstofnanobuisjes werden lang als veilig beschouwd, maar kregen door een publicatie in het wetenschapsblad Nature ineens een dodelijk imago: buisjes die langer zijn dan twintig micrometer veroorzaken kanker – net zoals asbestdeeltjes. Dat leidde tot een kleine schok bij fabrikanten die zulke nanobuisjes gebruiken in bijvoorbeeld fietsframes; zij moesten ineens op hun tellen letten.
Er zijn meer producten waarin nanodeeltjes zitten. Er kleven bijvoorbeeld al nanodeeltjes op luxe autoruiten. Zo’n ruit houdt zichzelf schoon, zonder zeep. Zelfs ruitenwissers zijn dan niet meer nodig. Andere nanodeeltjes – titaandioxide-bolletjes, om precies te zijn – vind je onder andere in zonnebrandcrème, om zonlicht beter terug te kaatsen. Verder worden er ook nanodeeltjes gebruikt in medisch onderzoek.
Reden voor gevaar

Maar de medaille heeft een keerzijde. Nanodeeltjes zijn even klein als belangrijke moleculen in ons lichaam, zoals het DNA-molecuul waarin onze erfelijke informatie ligt opgeslagen. Hierdoor kunnen ze onverwachte, zelfs schadelijke effecten hebben op ons lichaam. Hoe DNA en alle andere belangrijke moleculen in ons lijf op nanodeeltjes reageren, bepaalt of de deeltjes gevaarlijk zijn.
Een overzicht van schadelijke en gezonde nanodeeltjes bestaat niet. Volgens Bart Walhout, onderzoeker bij het Rathenau Instituut, dat de politiek informeert over technologische ontwikkelingen, moet dat overzicht er snel komen. “Wie produceert nanomaterialen, waar komen ze in terecht en wie komt ermee aanraking? Een paar van die vragen kunnen de nanoproducerende bedrijven zelf beantwoorden, maar niemand weet het precies.”
“In de tussentijd moet de spanning uit de lucht verdwijnen”, vervolgt Walhout. “Daarvoor moeten we al bestaande en gebruikte nanodeeltjes onder de loep nemen. Zoals het onderzoek naar die koolstofnanobuisjes dat vorig jaar in het nieuws was: daar moeten er meer van komen. Mensen willen zo snel mogelijk weten wat wel en niet veilig is.”

De loep van TNO
Een start in het onderzoek naar de mogelijke gezonde en ongezonde effecten van nanodeeltjes is in Nederland al gemaakt door onderzoeksinstituut TNO. Han van de Sandt is onderzoeksleider nanomaterialen bij TNO en weet er meer van. Als een nanodeeltje wordt verdacht van schade, leggen TNO-onderzoekers het deeltje eerst naast menselijke kweekcellen, om te zien of de cellen daaronder lijden. Als blijkt van wel, controleren ze met dierproeven hoe de nanodeeltjes het lichaam kunnen binnendringen en voor welke organen ze gevaarlijk zijn.
Is Van de Sandt al gevaarlijke of juist gezonde deeltjes tegengekomen? “We hebben voorlopig interessante resultaten, maar doordat er erg veel verschillende typen nanodeeltjes met elk zijn unieke effecten bestaan, kan ik er nu nog weinig over kwijt.”

“Wel kan ik zeggen dat we ons onderzoek niet richten op nanodeeltjes die oplosbaar in water zijn, want daarvan verwachten we geen specifieke risico’s”, vertelt Van de Sandt. “Onoplosbare materialen daarentegen, kunnen bij bepaalde vormen – zoals die lange koolstofnanobuisjes – wel ongezond zijn.”
Ondanks dat zo weinig duidelijk is, lijkt dat nog geen reden voor paniek: als je op je werkplek geen nanodeeltjes hebt, kom je waarschijnlijk haast nooit met ze in aanraking. Een uitzondering is wellicht de toevoeging van titaniumoxide-bolletjes in zonnebrandcrème, maar volgens een nieuwe overzichtsstudie van huiddeskundige Marissa Newman bestaat geen bewijs voor gevaar. Dat schrijft ze in het oktobernummer van het tijdschrift Journal of the American Academy of Dermatology.
Meevallers en geld
Kortom, er lijkt nog weinig aan de hand te zijn – en onderzoek zoals dat bij TNO plaatsvindt moet ervoor zorgen dat die situatie niet verandert.
Maar het tempo waarmee TNO en andere onderzoekers nanodeeltjes bekijken, ligt vanwege geldgebrek niet hoog. Daarom adviseert Walhout aan de overheid om het veiligheidsonderzoek van nanotechnologie een impuls te geven. “Er moet een grote veiligheidsrichtlijn worden uitgezet waarmee we straks snel kunnen toetsen of nieuwe nanotechnologie wel veilig is. Daarvoor heb je een goed beeld nodig van hoe nanodeeltjes zich gedragen.” Voordat al dat onderzoek goed op weg is en een veiligheidsrichtlijn op tafel ligt, zijn we volgens Walhout misschien wel tien jaar verder.
Ook Han van de Sandt vindt het nodig dat er meer geld vrijkomt. “Nanotechnologen in heel Nederland doen samen een FES-aanvraag van 320 miljoen euro. Dat is geld uit aardgasbaten. Daarmee hoopt TNO dat zowel het veiligheidsonderzoek als het toepassingsonderzoek een stimulans krijgen.”
Zie ook
Verrassing: nanodeeltjes nekken DNA (Kennislinkartikel) Oppassen geblazen met nanodeeltjes (Kennislinkartikel)
Maar deze nanodeeltjes lijken geneeskrachtig te wezen:
Langer leven met nanodeeltjes (Kennislinkartikel) Nanodeeltjes bestrijden hersenontsteking en meer (Kennislinkartikel)
Meer biotechnologie op Ditisbiotechnologie.nl