In dit hoofdstuk:
Hoe gaan we om met de dood van een naaste of met ons eigen naderende einde?
Het spijt me, maar u sterft verkeerd
Wat gebeurt er met je als je hoort dat je binnenkort zal sterven? Volgens psychiater Elisabeth Kübler-Ross gaan we dan een vast rouwverwerkingsprogramma in. Via ontkenning, woede, onderhandelen en depressie weten we ons naderende einde uiteindelijk toch te accepteren. Sinds het einde van de jaren zestig zijn de vijf fasen van Kübler-Ross standaardkost voor iedereen die met stervenden te maken heeft. Maar eigenlijk kloppen haar vijf stadia van rouw helemaal niet: iedereen rouwt op zijn eigen manier. “Mensen maken geen vijf stadia door maar tussen de een en de duizenden.”
Geen recht op verdriet

Ook al bestaat er geen vast psychologisch rouwprogramma dat we netjes aflopen, toch zijn er wel degelijk maatschappelijke regels die aangeven wie, wanneer, waar, hoe en hoelang en voor wie mensen mogen rouwen. Val je buiten deze regels, dan heb je als het ware ‘geen recht op verdriet’. Bijvoorbeeld wanneer de relatie met een overledene niet wordt erkend: je ex-man overlijdt, of je minnares. Maar ook bij een abortus of het doodgaan van een huisdier wordt het verlies niet altijd serieus genomen.
Moederharten bloeden anders
Eén verlies dat altijd wordt erkend is het verdriet van een moeder die haar kind verliest. Maar is verdriet echt wel zo universeel? Voelt de pijn van een Ghanese moeder misschien toch niet anders dan de pijn van haar Nederlandse lotgenote? Wat is de invloed van cultuur en omgeving op het voelen van verdriet?