Na de Eerste Wereldoorlog was het voor Duitsland verboden om biologische wapens te ontwikkelen of te gebruiken. Hoewel Hitler achter dit verbod stond, deden nazi-wetenschappers in het geheim toch onderzoek naar insecten die ingezet konden worden als biologisch wapen.
Heinrich Himmler, het hoofd van de SS, zette tijdens de Tweede Wereldoorlog een entomologisch instituut op in het Duitse concentratiekamp Dachau. Dachau was het eerste concentratiekamp van de paramilitaire Schutzstaffel en al sinds 1933 in gebruik. Het instituut was een onderdeel van het Institut für wehrwissenschaftliche Zweckforschung (vrij vertaald: instituut voor toegepaste defensieve wetenschappen).
Geïnfecteerde insecten
In het laboratorium van het entomologisch instituut werden vanaf 1942 testen gedaan met verschillende soorten insecten. Onderzoekers hielden zich voornamelijk bezig met de bestrijding van dodelijke ziektes die door ongedierte zoals vlooien werden verspreid. De hoge sterfte door besmetting was een veelvoorkomend probleem in concentratiekampen en onder krijgsgevangenen. Een tekort aan arbeidskrachten dreigde en de bewakers waren bang voor infectie. Ook onder soldaten vielen veel slachtoffers vanwege besmet ongedierte. Soldaten zaten onder de luizen, die de dodelijke ziekte tyfus met zich meedroegen. Al met al genoeg redenen voor Himmler om dit te laten onderzoeken.
Maar daarnaast lijkt het er op dat de nazi’s insecten zochten die, geïnfecteerd en wel, lang genoeg zouden leven om naar vijandelijk gebied te vliegen. De daar losgelaten insecten zouden massaal besmettelijke ziektes over kunnen brengen op geallieerde soldaten. Uit geheime onderzoeken bleek dat geïnfecteerde malariamuggen het meest geschikt waren om in te zetten als biologisch wapen.
Tot deze conclusie kwam Eduard May, hoofd van het instituut in Dachau en expert op het gebied van pesticide. Klaus Reinhardt, wetenschapper aan de Universiteit van Tübingen, heeft deze informatie teruggevonden in geheime rapporten van May uit 1944. De nazi’s waren erg georganiseerd en hielden over van alles en nog wat lijstjes en verslagen bij. Zo ook van de geheime experimenten in het laboratorium. May deed verslag van zijn onderzoek naar het uithongeren van muggen en schreef daarbij dat ze lang genoeg zonder bloed konden zodat transport van de kweekkamers naar de droppingszone mogelijk zou zijn. In hetzelfde rapport heeft hij het – net als in verschillende brieven – over muggen als biologische wapens.
Omstreden theorie
Reinhardt kan met zijn onderzoek alleen beargumenteren dat May wist dat malariamuggen ingezet konden worden als biologische wapens. Uit zijn onderzoek komt echter niet naar voren of May opdracht heeft gekregen – van Himmler of iemand anders – om uit te zoeken welk insect geschikt zou zijn voor biologische oorlogvoering. En of de nazi’s daadwerkelijk iets met de kennis hebben gedaan.
De opvatting dat nazi’s onderzoek deden naar biologische wapens is überhaupt omstreden onder wetenschappers. Het onderzoek van Reinhardt, met de niet eerder gepubliceerde rapporten van Eduard May, lijkt er echter op te wijzen dat eerdere verdenkingen niet helemaal uit de lucht zijn gegrepen.