Je leest:

MS-therapie dichterbij

MS-therapie dichterbij

Auteur: | 23 juni 2005

Ontwikkeling test om antilichamen te detecteren brengt MS-therapie dichterbij.

Afbreken van myeline – de isolerende laag die de zenuwcellen beschermt – is het belangrijkste kenmerk van Multiple Sclerose (MS). Vijftig procent van de MS-patiënten blijkt antilichamen in het bloed te hebben tegen myeline. Deze veelbelovende ontdekking kan mogelijk de basis gaan vormen voor de ontwikkeling van een therapie die speciaal gericht is tegen anti-myeline antilichamen. Neuro-immonoloog Esther Breij promoveert op 21 juni aan het VU medisch centrum op dit onderzoek.

Multiple Sclerose (MS) is een chronische hersenziekte die onder andere leidt tot verlamming van de lichaamsspieren. Het belangrijkste kenmerk van MS is de afbraak van myeline ( demyelinisatie), de isolerende laag die de zenuwcellen (neuronen) beschermt tegen beschadiging. De oorzaak van demyelinisatie is niet bekend, maar waarschijnlijk spelen lokale ontstekingen in de hersenen een belangrijke rol. In MS patiënten zijn rond deze lokale ontstekingen anti-myeline antilichamen zichtbaar.

Een zenuwcel. De oranje ‘schil’ om het axon is het myeline. Asl je MS hebt wordt dit afgebroken, waardoor de zenuwen niet meer goed werken.

Breij deed onderzoek naar de manier waarop antilichamen tegen myeline een bijdrage kunnen leveren aan demyelinisatie in MS. Binding van antilichamen aan myeline zorgt er voor dat een bepaald type witte bloedcellen, de macrofagen, de myeline gaat ‘opruimen’, met een ontstekingsreactie en demyelinisatie tot gevolg.

De herkenning van antilichamen door deze macrofagen kan op twee manieren verlopen, via Fcgamma receptoren (die op macrofagen zitten) of door het activeren van complementeiwitten. Op de plaatsen waar demyelinisatie was opgetreden in de hersenen van MS patiënten werden zowel antilichamen als macrofagen (met Fcgamma receptoren) en complementeiwitten aangetroffen. Dit bewijst dat antilichamen hierbij inderdaad betrokken zijn geweest. Daarom is vervolgens een test ontwikkeld waarmee anti-myeline antilichamen kunnen worden gevonden in bloed.

Het was al langer bekend dat MS-patiënten antilichamen in hun bloed hebben. Maar waartegen deze antilichamen zich richten, was nog onbekend. De bevinding van Breij bevestigt de aanname dat het ziekteproces (verloop) van MS niet bij iedereen hetzelfde is. Of de test van Breij voorspellende waarde heeft voor de kans van slagen van therapie of voor het verloop van de ziekte wordt onderzocht in een vervolgonderzoek naar de werking van de antilichamen.

Bron:

Esther Breij, Helft MS patiënten heeft antilichamen tegen myeline: Ontwikkeling test om antilichamen te detecteren brengt MS-therapie dichterbij, Persbericht VU, 21 juni 2005

Dit artikel is een publicatie van Vrije Universiteit Amsterdam (VU).
© Vrije Universiteit Amsterdam (VU), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 23 juni 2005
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.