Nieuwe media in de 17e eeuw
In de zeventiende eeuw was een ontwikkeling aan de gang die we nu de ‘informatierevolutie’ noemen. Het leven van de West-Europeaan veranderde in die periode ingrijpend op allerlei gebieden. Cultuur, literatuur, wetenschap en vooral politiek raakten in een stroomversnelling door de steeds snellere verspreiding van gedrukte informatie.
De Nederlandse Republiek liep hierbij voorop. De Opstand (1568-1648) tegen de Spaanse overheersing was de eerste propagandaoorlog in onze geschiedenis. Sinds de late zestiende eeuw ging nauwelijks een bestuurlijk meningsverschil voorbij zonder dat de mensen hier hun mening over gaven via drukwerk. Daar kwam nog bij dat de Republiek een knooppunt voor de Europese informatiemarkt was, wat een ongekend aantal drukkers, boekverkopers en schrijvers opleverde.

Geef je mening met een pamflet
De belangrijkste manier om je mening te laten horen aan een groot publiek was het pamflet. Pamfletten zijn het best te omschrijven als drukwerken, geschreven om te overtuigen. Deze vaak anonieme, korte en in het Nederlands geschreven publicaties gaven commentaar op actuele gebeurtenissen. Soms gebeurde dit op een subtiele manier door plechtige professoren. Andere keren draaide het uit op een ordinaire scheldpartij.
Het pamflet kende vele verschijningsvormen. Er waren (nep)brieven, ooggetuigenverslagen, liedjes, bezwaarschriften, overheidsbesluiten, nieuwsverhalen, commentaren, gedichten en dialogen. De vorm, lengte en inhoud van de pamfletten varieerden sterk. De pamfletten werden door arm en rijk gelezen en doorgegeven of voorgelezen aan analfabeten. Op de markt, in de kroeg of als je op visite ging bij vrienden: overal waren pamfletten.
Waarom was de Nederlandse Republiek een voorloper met pamfletten?
- Hier werden vroeg in de geschiedenis pamfletten ingezet voor politieke doeleinden.
- Hier verschenen opvallend veel pamfletten. De jaarlijkse hoeveelheden pamfletten die in de Republiek verschenen, stonden bovenaan de Europese ranglijst.
- Hier werden veel pamfletten geproduceerd. Ook niet-Nederlandse auteurs en uitgevers kwamen naar Nederland voor hun drukwerk. Dit had een aantal redenen:
- Hier waren erg veel drukkers actief.
- Hier was de kwaliteit van het gedrukte werk erg hoog
- Hier was de censuur niet zo streng en niet succesvol. In de Republiek werd een pamflettist niet zomaar gearresteerd voor het schrijven, drukken of verspreiden van een ongewenst pamflet.
- Hier werden veel pamfletten gelezen. De Nederlanders waren beroemd omdat ze, in vergelijking met inwoners van andere landen, vaak konden lezen.
- Doordat zo veel mensen konden lezen, en ook schrijven, nemen verschillende groepen in de samenleving deel in de productie van pamfletten. Het publiek debat was hierdoor een daadwerkelijke dialoog tussen politici, geleerden en burgers.
- In vergelijking met landen als Engeland, Frankrijk en de Duitse landen, waar ook pamfletten werden geschreven, waren de argumenten in Nederland van een relatief hoog niveau.
1672: Het Rampjaar
Om te zien hoe communicatie in de 17e eeuw in zijn werk ging en wat de gevolgen hiervan konden zijn, is het jaar 1672 een mooi voorbeeld. In dit jaar ging er zoveel mis dat het jaar nu bekend staat als het Rampjaar. Het leidde uiteindelijk tot de gruwelijke slachting van de politicus Johan de Witt en zijn broer Cornelis. Arme mensen hebben vaak de schuld gekregen van deze moord, maar als we naar ooggetuigen luisteren, blijkt dit niet te kloppen. Wat ging er aan deze moord vooraf?
Ten eerste werd de Republiek in het voorjaar van 1672 aangevallen door Frankrijk, Munster, Keulen en Engeland. Vanuit het oosten ging vooral de opmars van het Franse leger zo snel dat paniek zich van de Nederlanders meester maakte. Deze paniek werd voor een groot deel gevoed door allerlei pamfletten. In 1672 verschenen meer dan 1600 verschillende pamfletten met een totale oplage van ruim 1 miljoen. In vergelijking met de totale oplages van andere jaren – enkele 10.000 pamfletten – is dit enorm.
Twitteren
Deze pamfletten kun je vergelijken met de tweets van nu. Heftig nieuws wordt meteen getwitterd en binnen een mum van tijd weet iedereen het. In 1672 raasden de pamfletten met een voor die tijd ongekende snelheid door de Republiek. Tijdens het Rampjaar konden mensen in Amsterdam bijvoorbeeld binnen een dag te weten komen wat in het grootste gedeelte van de Republiek was gebeurd. En wat zij hoorden was ellendig…
Steden als Nijmegen, Arnhem en Utrecht vielen als vliegen op een warme dag. Nog erger dan het feit dat de steden en verdedigingsbolwerken in Franse en Duitse handen vielen, was het feit dat er nauwelijks verzet was. Er gingen zelfs verhalen rond over laffe overgaven, terwijl de Nederlanders in de nog vrije gebieden berichten over moedige gevechten wilden horen. Daar kwam nog bij dat duizenden vluchtelingen op weg waren naar de huidige Randstad. Het leek gedaan met de Republiek.

Verraad!
“Eigenlijk kon er alleen maar sprake zijn van verraad”, schreef een groot aantal pamfletschrijvers. Deze gedachte won snel aan populariteit in het Rampjaar. Voor een deel omdat het in pamfletten werd geschreven maar vooral doordat duizenden mensen in heel Nederland hun stad en land voor hun ogen in elkaar zagen storten. En zij dachten oprecht dat hun eigen bestuurders – met Johan de Witt voorop – hier verantwoordelijk voor waren. De politici hadden immers getreuzeld met de opbouw van de verdediging, zij hadden Willem III, de prins van Oranje, buiten het bestuur gehouden. Zij hadden de afgelopen jaren bezuinigd op het leger en hun eigen vriendjes en familieleden aan een bestuursbaantje geholpen. Het duurde dan ook niet lang voordat de eerste steen door de ruit van een chique woning ging.

Haat bereikt hoogtepunt
Op 20 augustus bereikte de haat tegen de bestuurders een hoogtepunt in Den Haag. Hier vermoorden duizenden burgers Johan de Witt en zijn broer Cornelis. Daarna sneden de mensen stukken van de lijken, aten die gedeeltelijk op en verkochten lichaamsdelen aan de hoogste bieder.
Volgens de Haagse advocaat Adriaan van der Goes – een ooggetuige die later aan zijn broer een brief over de moord schreef – waren het geen arme opgehitste sloebers die de moorden pleegden, maar fatsoenlijke burgers zoals zilversmeden en schoenmakers.
De prins van Oranje liet iets soortgelijks los tijdens een bijeenkomst twee dagen na de moord, waar hij aan de aanwezige bestuurders uitlegde waarom hij het een slecht idee vond om de moordenaars te vervolgen. Het leek hem gevaarlijk om de nette burgers hiervoor te vervolgen.
Pamfletten creëren moordenaars
De moordenaars waren dus burgers, waaronder de meest aanzienlijken. Maar waarom namen deze burgers nou net op 20 augustus dergelijke ongewone maatregelen? Waarschijnlijk omdat de belangrijkste politicus van het land – Johan De Witt – en zijn omgeving verantwoordelijk werden gehouden voor het slechte bestuur dat de ergste crisis in de afgelopen 20 jaar had veroorzaakt. Daarnaast hadden de mannen een hele slechte reputatie: zij waren corrupt, zij hadden gemeenschapsgeld gestolen, zij hadden gerommeld aan de politieke structuur van de Republiek door burgers en de prins van Oranje buiten de politiek te houden en zij hadden geprobeerd de Republiek aan Frankrijk te verkopen.
Nou was dit natuurlijk niet allemaal waar, maar het stond in honderden pamfletten en er was verdenking genoeg om deze ideeën tot de overheersende mening van het publiek te maken. Het publiek debat, dat voornamelijk werd gevoerd door middel van pamfletten, bleek cruciaal voor de moorden. Er verschenen niet voor niets meer dan een miljoen pamfletten tijdens het Rampjaar 1672. Je zou zelfs kunnen beweren dat pamfletten de burgers heeft klaargestoomd voor de moord op Johan en Cornelis de Witt.
Oog om oog…
In ieder geval zijn deze politieke publicaties van groot belang om de spanningen te begrijpen die in de voorafgaande weken waren opgebouwd en die de moord in de verbeelding van velen tot een ‘juiste’ oplossing maakten. De moordenaars hadden het idee dat zij met de moord een probleem oplosten. Het was hen niet om bloed te doen; zij waren bezig met het redden van de Republiek.

Pamfletten laten niet alleen zien wat de mensen bewoog, maar ook wat de rest van het land van de slachtpartij vond. De moord was een actie van (aanzienlijke) burgers die het recht lieten spreken. Pamfletten waren niet de enige oorzaak van de moord op de gebroeders De Witt, maar stellen ons wel in staat te kijken naar de onderwerpen waar mensen in de weken voorafgaand aan de moord over debatteerden; en hoe deze beelden, namen en ideeën zich verhouden tot de gebeurtenissen van 20 augustus.
De pamfletten droegen bij aan een politieke stemming, waarin pamfletschrijvers een ideale wereld schetsten zonder Johan de Witt. Ze schreven over de ‘verwijdering’ van Johan de Witt. Daarmee zouden de problemen vanzelf ook verleden tijd zijn. De meeste schrijvers bedoelden daarmee overigens het verdwijnen van de man maar geen moord.
Deze beelden werden al snel opgevolgd door schrijvers, die een meer gewelddadig einde wel zagen zitten. De dood was simpelweg niet genoeg. De gebroeders De Witt dienden hun volledige straf te ontvangen. Dus ontkleedde men de lijken en begon aan de volgende fase van de straf. Zij sneden de vingers, ledematen en organen van en uit de lijken om het recht te doen spreken. In hun ogen was dit uitermate rechtvaardig en verstandig. Zij volgden het principe van vergelding van die tijd: oog om oog, tand om tand. De moord verliep volgens ooggetuige Adriaan van der Goes alsof het een wettige executie was geweest. Een anonieme getuige was het opgevallen dat alles zo ordelijk was verlopen.
Symbolische ledematen
De lichaamsdelen van de broers De Witt stonden symbool voor hun (veronderstelde) misdaden. Daarom sneed iemand de vingers van de rechterhand van Johan de Witt, de hand waarmee hij het Eeuwig Edict (de afschaffing van het stadhouderschap) had ondertekend. Vervolgens werden armen en benen afgesneden, net zoals de steden en provincies van de Republiek in 1672 als gevolg van slecht bestuur door de vijand waren ‘afgesneden’. Op deze manier gingen alle lichaamsdelen eraan. Ook de geslachtsdelen.
Dat de moord op Johan en Cornelis de Witt al speelde in het publiek debat in de Republiek, ver voordat deze daadwerkelijk plaatsvond, geeft aan dat de moord geen samenzwering was van radicalen of een uit de hand gelopen protest van opgehitste paupers. Voor een beter begrip van de moord moeten we de moordenaars en hun motieven dus serieus nemen. Deze motieven zijn gelukkig vindbaar in de pamfletten.
Bron
- Michel Reinders, Gedrukte chaos. Populisme en moord in het Rampjaar 1672 (Uitgeverij Balans: Amsterdam, 2010) (Hierin uitgebreide verwijzingen naar alle aspecten van het Rampjaar.)