Je leest:

Mogelijke doorbraak in Parkinsononderzoek

Mogelijke doorbraak in Parkinsononderzoek

Auteur: | 19 juni 2007

Nederlandse en Amerikaanse onderzoekers hebben onafhankelijk van elkaar de oorzaak van slaapproblemen bij Parkinsonpatienten ontdekt. Het verdwijnen van het stofje hypocretine in de hersenen is waarschijnlijk de boosdoener. De wetenschappers zelf denken door deze doorbraak in de toekomst slaapproblemen bij Parkinson beter te kunnen behandelen.

De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende neurologische aandoening, die vooral bij ouderen voorkomt. De bekendste – en meest in het oog springende – symptomen zijn trillen (bijvoorbeeld trillende handen of lippen), een stijve houding en een trage manier van bewegen. Minder bekend is dat veel mensen met Parkinson ook ernstige slaapproblemen hebben. Ze slapen ’s nachts niet goed en zijn overdag juist slaperig.

Onderzoekers uit Leiden, Amsterdam en Nijmegen hebben een mogelijk nieuwe oorzaak gevonden voor de ernstige slaapstoornissen die patiënten met de ziekte van Parkinson hebben. De resultaten van hun onderzoek verschenen in het juninummer van het prestigieuze neurologische tijdschrift Brain.

Hypocretine is de boosdoener

De Nederlandse onderzoekers denken dat stoornissen in het hypocretine systeem de boosdoener zijn. Hypocretine is een neurotransmitter: een stofje in de hersenen die ervoor zorgt dat bepaalde hersencellen beter of juist slechter met elkaar gaan communiceren. Dat hypocretine en slaap iets met elkaar te maken hadden was al langer bekend.

Mensen met Parkinson en narcolepsie hebben dezelfde soort slaapproblemen: ze slapen ’s nachts moeilijk en zijn overdag bijzonder slaperig. Zo slaperig, dat ze soms zomaar in slaap vallen, ook als dat ongepast of onhandig is.

Onderzoekers aan de Universiteit van Leiden en Stanford University toonden eerder aan dat het verdwijnen van dit stofje zorgt voor de slaapziekte narcolepsie. Bij deze aandoening voelt iemand de onbedwingbare neiging om te gaan slapen, waardoor ze vaak op onhandige of ongepaste momenten in slaap vallen. Dit beeld lijkt op de slaapproblemen die iemand met Parkinson ervaart.

Twee keer bewijs voor een doorbraak

Uit het huidige onderzoek bleek inderdaad dat ook Parkinsonpatiënten minder hypocretine in hun brein hadden: er zat minder van het stofje in hun hersenvocht en ook het aantal hypocretinecellen was maar de helft van wat normaal is. En de Nederlanders staan niet alleen in hun bevindingen: in dezelfde editie van het tijdschrift Brain verscheen nog een artikel waaruit blijkt ze op het goede spoor zitten.

Amerikaanse onderzoekers ontdekten namelijk dat er meer hypocretinecellen verdwijnen, naarmate de Parkinsonklachten ernstiger en al langer aanwezig waren. Doordat de beide onderzoeken elkaar bevestigen zijn de wetenschappers nog zekerder van hun mogelijke doorbraak. Ze verwachten dan ook een aanknopingspunt in handen te hebben om in de toekomst slaapproblemen bij Parkinson beter te kunnen behandelen.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 19 juni 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.