Je leest:

Minder schuldgevoel na zelfmoord

Minder schuldgevoel na zelfmoord

Tot 15% van de familieleden die achterblijven na een zelfmoord, hebben last van gecompliceerde rouw. Marieke de Groot onderzocht het effect van speciale waarin aandacht is voor deze rouw, en de moeilijkheid van het herkennen en omgaan met psychiatrische problemen. Vooral de schuldgevoelens over de zelfmoord namen af.

Programma’s gericht op rouwverwerking voor nabestaanden van mensen die suïcide hebben gepleegd, leiden niet tot een vermindering van zogeheten gecompliceerde rouw of depressie. Wel helpen ze om schuldgevoelens bij directe familieleden en partners van de overledene te voorkomen. Dat is de uitkomst van een onderzoek van psychiatrisch verpleegkundige Marieke de Groot van het UMCG dat deze week op de website van de British Medical Journal wordt gepubliceerd.

Tot 15% van de familieleden van mensen die zelfmoord hebben gepleegd, krijgen te maken krijgen met zeer gecompliceerde rouwreacties. Dit uit zich onder andere in gevoelens van nutteloosheid, onthechting, obsessief verlangen naar de overledene, ongeloof en bitterheid in verband met het overlijden. Ook langdurige psychiatrische problemen en suïcidale gedachten kunnen tot de symptomen behoren. Marieke de Groot onderzocht de effectiviteit van een programma op het gebied van rouwverwerking. Doel van het programma is gecompliceerde rouw bij nabestaanden te voorkomen.

Gecompliceerde rouw kan zich uiten in een gevoel van nutteloosheid, onthechting, ongeloof en bitterheid.

Speciale begeleiding

In haar onderzoek volgde De Groot de familieleden en partners van 70 mensen die zelfmoord hadden gepleegd. Ongeveer de helft van de families (68 deelnemers) kregen vier sessies met een speciaal opgeleide psychiatrisch verpleegkundige/counsellor, terwijl de andere helft (54 deelnemers) de normale zorg kregen.

De eerste groep kreeg zo’n drie tot zes maanden na de zelfmoord speciale begeleiding. De familieleden kregen daarin onder andere informatie over suïcidaal gedrag en de relatie tot psychiatrische stoornissen. Ook de moeilijkheden om psychiatrische stoornissen goed te herkennen kwamen aan bod, en er was erkenning voor hoe moeilijk het is om als familie om te gaan met iemand die psychiatrisch ziek is. Er was ook aandacht voor rouwreacties die kenmerkend zijn na een verlies door zelfmoord.

Erkenning voor hoe moeilijk het is om psychiatrische stoornissen goed te herkennen of ermee om te gaan helpt het schuldgevoel van nabestaanden na een zelfmoord verminderen.

Nabestaanden voelen zich minder schuldig

Familieleden die de speciale begeleiding hadden gekregen, vertoonden minder symptomen van gecompliceerde rouw. Deze positieve trend zette zich door: familieleden die de begeleiding hadden gevolgd, voelden zich ook minder schuldig aan de suïcide dan de familieleden die geen speciale begeleiding hadden gekregen. Helaas leidde de begeleiding niet tot minder depressieve symptomen of een afname van suïcidegedachten- en neigingen..

Volgens De Groot heeft de speciale begeleiding de last voor de nabestaanden van zelfmoord enigszins kunnen verminderen. De nabestaanden realiseren zich door de begeleiding dat zelfmoord zeer moeilijk te voorspellen is en dat de familieleden niets verkeerd hebben gedaan als ze de suïcide niet hebben kunnen voorkomen.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
© Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 26 april 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.