119 in totaal. Zoveel consumentenproducten vind je op dit moment in de Nederlandse schappen die mogelijk nanodeeltjes bevatten, blijkt uit onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2007 telde het RIVM in een internetonderzoek 100 vergelijkbare producten. Het aantal nanoproducten lijkt amper gestegen, concludeert de VWA.
En dat is eigenlijk wel verrassend, vindt ook Dirk van Aken, vakdeskundige non-foodproducten van het Bureau Risicobeoordeling van de VWA. “Het is weliswaar een stijging van twintig procent, maar we hadden eigenlijk een groter aantal producten verwacht”, licht hij toe. “Vergeleken met de forse stijging van producten in de Verenigde Staten, lijkt dit een relatief kleine toename.”

Het onderzoek
De VWA deed het onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Van nanodeeltjes is nog altijd niet duidelijk hoe giftig ze precies zijn. Tegelijkertijd zijn producenten niet verplicht op hun product te melden of er nanodeeltjes in zitten. Consumenten kunnen dus moeilijk bepalen of ze een product kopen dat nanodeeltjes bevat. De VWA heeft daarom opdracht gekregen eens helder te maken hoeveel producten nanodeeltjes bevatten, of het er nu letterlijk op staat of niet.
De VWA heeft alleen gekeken naar producten in het deel van de markt waar het toezichthouder is: cosmetica, onderhouds- en reinigingsmiddelen, textiel en levensmiddelenverpakkingen. Ze zijn op zoek gegaan naar nanoclaims op de verpakking, website of bijsluiter. Zo’n claim was bijvoorbeeld: Mineraaldeeltjes op nanometergrootte sluiten open dentinekanaaltjes om overgevoeligheid van tanden en kiezen te verminderen. Verder hebben ze monsters van producten genomen en zijn ze bij producenten langs geweest voor inspecties.
Lunchbox
Van de 119 gevonden producten bestaat het merendeel uit cosmetica (70), zoals anti-zonnebrandmiddelen, gezichtscrème, tandpasta en gelaatsmaskers. Op de tweede plek komen de reinings- en onderhoudsmiddelen (45). Denk aan autoglasreinigers, autolakcoatings of impregneermiddelen. Blijven er vier producten over, te weten sokken, een t-shirt en, jawel, een lunchbox. Ook ontdekte de VWA dat de aanduiding “nano” te pas en te onpas wordt gebruikt. Zoals bij een nano-pencil voor het aanbrengen van mascara. De VWA twijfelde sterk of hier nanotechnologie bij gebruikt is.

Controle
Een mogelijke oorzaak voor de geringe stijging is volgens de VWA dat met name de cosmetische industrie enigszins terughoudend is geworden met het claimen van nanotechnologie. Wellicht menen de leveranciers dat de term “nano” vooral mannen aanspreekt, niet bepaald de doelgroep die vooral producten op de huid aanbrengt.
Bij dit onderzoek moet worden aangetekend dat de VWA niet heeft gecontroleerd of er ook daadwerkelijk nanomaterialen in de gevonden producten voorkomen. De VWA kón dat ook niet, want de analyses hiervoor bestaan nog niet. Die zijn op dit moment in ontwikkeling, mede door het instituut RIKILT. In de toekomst wil de VWA de beschikking hebben over dat soort analyses, zeker als producenten verplicht worden om op hun product te melden dat het nanodeeltjes bevat. En dat geldt voor cosmetica-producten al over ruim een jaar.
Lees hier het volledige onderzoeksrapport van de VWA.

Wat vind jij van de veelbelovende nieuwe toepassingen van nanotechnologie? Brengt nanotechnologie een betere wereld, of zijn de risico’s te groot? Geef je mening in de NanoDiscussie van Kennislink!