Het regent puin in de ruimte. Stukjes rots en stof racen om de aarde, samen met losgeraakte werktuigen, stukken afgestoten raket en ander ruimtepuin. Een flink probleem voor de ruimtevaart, want inslaand ruimtepuin kan kwetsbare ruimteschepen en -stations beschadigen. Op de vlieghoogte van het internationale ISS-station heb je namelijk een snelheid van 7,7 kilometer per seconde nodig om niet naar de aarde te vallen. Bij zulke snelheden is zelfs een paar gram aan inslaand materiaal gevaarlijk.

Beplating
Ruimtevaartorganisaties proberen hun schepen en ruimtevaarders zo goed mogelijk te beschermen tegen rondvliegend ruimtepuin. Radarinstallaties en telescopen houden brokstukken groter dan een appel in de gaten met grondradar. Als zo’n brokstuk de baan van het ISS kruist, gebruikt de missieleiding de motoren om het ruimtestation uit de weg te manoeuvreren. Kleinere brokstukken zijn onzichtbaar voor de rader. Het ISS krijgt daarom in een serie ruimtewandelingen een laag beplating van 2,5 centimeter dik.
De platen moeten het station beschermen tegen de inslag van kleinere projectielen. De Russische commandant Fyodor Yurchikhin en zijn landgenoot Oleg Kotov waren op woensdag 5,5 uur bezig met het aanbrengen van een deel van de beplating. Tijdens de ruimtewandeling van 30 mei installeerden de twee Russen 5 van de 17 platen die ruimteveer Discovery in december 2006 naar het station bracht. Ook legden ze verbindingskabels om, zodat het ISS klaar is voor de aankomst van het Europese vrachtschip Jules Verne, het eerste van een reeks Automated Transfer Vehicles.

Astro- en kosmonauten zijn al jaren bezig met de ruimtepuinafweer. Al in 2002 werden zes soortegelijke panelen geïnstalleerd. Door het stilleggen van de Amerikaanse shuttlevluchten na de ramp met ruimteveer Columbia duurde het jaren voor weer een pakket beschermingspanelen werd gelanceerd. Voorlopig worden die alleen op de Zvezda-module geplaatst; dat is de woonruimte van de astronauten. Ook bevindt zich hier het commandocentrum van het ruimtestation.