Het unieke aan de weta is dat ze tot nu toe de enige insekten zijn die net als knaagdieren blijken te helpen om de zaden van vruchtdragende bomen over grote oppervlakten te verspreiden. Ze profiteren zelf van de voedingswaarde van de vruchten (en vaak ook de zaden zelf), maar poepen zo nu en dan een onverteerd zaadje op een andere plaats uit. De onderzoekers vonden ook dat zaden die de insektendarm van binnen hebben meegemaakt vaker uitkomen dan controlezaadjes die niet waren opgegeten. Bovendien blijken de bomen hun zaadjes aan te passen aan de samenwerking. Compacte zaden uit vruchten met veel vruchtvlees leidden tot het hoogste aantal ontkiemingen.
Kiwi
Nieuw-Zeeland is een Mekka voor biologen omdat het door zijn geografische isolatie voor veel niches een uniek evolutionair ‘duplo-experiment’ is. Tot de komst van de eerste mensen (1400 jaar geleden) waren er behalve drie vleermuizen geen zoogdieren op het eiland, waardoor de openstaande niches in het ecosysteem door allerlei verrassende soorten konden worden gevuld. Door de afwezigheid van predatoren konden de sprinkhanen zo groot worden, en konden verschillende vogelsoorten zoals de kiwi hun vliegvermogen verruilen voor extra gewicht.
Helaas maakt de geïsoleerde ligging het systeem ook fragiel: 16 van de 70 wetasoorten worden inmiddels door de introductie van zoogdierconcurrenten met uitsterven bedreigd.