De satellietmetingen bevestigen de op basis van computerberekeningen verwachte verdeling van methaan in grote delen van de wereld. Echter, in de tropen wordt een belangrijk verschil gevonden. Het is de eerste keer dat methaanconcentraties op grote schaal kunnen worden geverifieerd vanuit satellieten.
De resultaten zijn gebaseerd op een onderzoek dat deze week gepubliceerd wordt in het wetenschappelijke tijdschrift Science Express. Hierin worden satellietmetingen van het Nederlands-Duitse instrument SCIAMACHY aan boord van ’s werelds grootste milieusatelliet, ENVISAT, beschreven en geïnterpreteerd.
De methode waarmee methaanconcentraties worden bepaald is nieuw. Deze worden niet direct gemeten, maar afgeleid uit het door de aarde teruggekaatste zonlicht. Methaan absorbeert namelijk een gedeelte van de zonnestraling in het nabij-infrarood.
Methaan is, na kooldioxide, het belangrijkste broeikasgas, dat door menselijke activiteiten wordt uitgestoten. Meer dan de helft van de methaanemissies is gerelateerd aan menselijk handelen. De mondiale uitstoot van methaan is vrij goed bekend. Echter, de ruimtelijke verdeling van de emissies, de variaties over het jaar en de verdeling over specifieke broncategorieën zijn, vooral in de tropen, nog erg onzeker.
Verschil in methaanconcentratie tussen satellietmetingen en modelberekeningen, uitgedrukt in aantal moleculen methaan per miljard moleculen lucht en gemiddeld over de periode augustus-november 2003. De rood-paars-witte kleuren in de tropen representeren de onderschatting van de methaanconcentratie in het model. Boven wateroppervlakken kunnen alleen in bepaalde omstandigheden metingen worden gedaan. Vandaar de gevlekte bedekking boven de oceanen.
De nieuwe satellietmetingen geven de mogelijkheid broeikasgassen te detecteren. Voorlopig is dit vooral van wetenschappelijk belang, maar in de toekomst zal het relevant worden voor beleidsmakers. Zo kunnen op termijn afspraken, bijv. zoals vastgelegd in het Kyoto Protocol, vanuit de ruimte worden gecontroleerd.
Het onderzoek is uitgevoerd door het Institut für Umwelt Physik (IUP) van de Universiteit Heidelberg en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
Zie ook:
- Europese milieusatelliet Envisat
- Gaslek in de tropen (VPRO’s Noorderlicht)