Je leest:

Meer duidelijkheid over zwangerschapsvergiftiging

Meer duidelijkheid over zwangerschapsvergiftiging

Auteur: | 13 mei 2008

Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt hoe zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) kan ontstaan. In zwangere muizen met pre-eclampsie vonden zij twee stoffen die in lage concentraties aanwezig waren in vergelijking met gezonde zwangere muizen. Eén van de twee stoffen zou volgens de onderzoekers gebruikt kunnen worden om de klachten van pre-eclampsie te voorkomen of te verminderen. De resultaten van het onderzoek worden deze week gepubliceerd in vakblad Nature.

Pre-eclampsie is een aandoening die voorkomt bij ongeveer 3 tot 5 % van de vrouwen die voor de eerste keer zwanger is. Bij volgende zwangerschappen is de kans op het ontwikkelen van klachten veel kleiner en als er toch weer pre-eclampsie optreedt, zijn de klachten vaak milder. De ziekte komt laat in de zwangerschap naar voren, veelal pas na 20 weken. Symptomen zijn onder meer hoge bloeddruk, eiwituitscheiding via de urine (met als gevolg vochtophoping en oedeem in buik en/of longen) en schade aan lever, nieren en placenta door een slechte doorbloeding. Bij pre-eclampsie is er risico voor zowel moeder als kind, vandaar dat de bevalling eerder wordt ingeleid als de ziekte zich te sterk manifesteert.

Hoge bloeddruk is één van de symptomen van pre-eclampsie.

Vicieuze cirkel

Tot nu toe was nog onbekend hoe de aandoening ontstaat. Wetenschappers dachten aan een reactie van het afweersysteem van de moeder op stoffen van de aankomende vader. Vandaar dat herhaaldelijke blootstelling aan sperma van de toekomstige vader werd aangeraden om de kans op pre-eclampsie te verminderen. De Amerikanen onderzochten zwangere muizen met pre-eclampsie en konden naar aanleiding van de resultaten een model opstellen voor de ontwikkeling van de ziekte.

Er zijn twee stoffen die bij muizen met pre-eclampsie in lage concentraties aanwezig zijn in vergelijking met gezonde zwangere muizen, namelijk catechol-O-methyltransferase (COMT) en 2-methoxyoestradiol (2-ME). Een lage concentratie COMT is de aanstichter van alle ellende. Zonder COMT kan het hormoon oestradiol niet omgezet worden in 2-ME. Doordat de concentratie 2-ME daalt, ontstaan de hierboven beschreven klachten. Eén van die klachten is dat er schade ontstaat aan de placenta. Hierdoor is dit orgaan niet langer in staat om grote hoeveelheden oestradiol te produceren. Terwijl bij gezonde zwangere vrouwen de concentratie oestradiol aan het eind van de zwangerschap sterk stijgt, daalt deze bij vrouwen met pre-eclampsie. Het lichaam komt in een vicieuze cirkel terecht, waarin de concentraties oestradiol en 2-ME steeds lager worden en de klachten steeds erger.

Het lichaam van zwangere vrouwen met pre-eclampsie komt in een vicieuze cirkel terecht door een lage concentratie van de stoffen COMT en 2-ME. Bron: Nature

Een muis is geen mens

De zieke zwangere muizen konden geholpen worden met een injectie 2-ME. De dieren hadden op dat moment geen last meer van hoge bloeddruk, eiwituitscheiding en slechte doorbloeding en de concentratie van oestradiol begon ook weer te stijgen. De onderzoekers zien mogelijkheden om met een injectie 2-ME de klachten van pre-eclampsie bij zwangere vrouwen te voorkomen of te verminderen.

Zij geven ook aan niet al te optimistisch te reageren. De voortplanting bij muizen en mensen is voor een groot gedeelte vergelijkbaar, maar er zijn ook een aantal belangrijke verschillen. Het model is dus geen perfecte weergave van de ziekte pre-eclampsie bij mensen en het zou kunnen dat een injectie 2-ME niet hetzelfde effect heeft als bij muizen. Verder onderzoek moet uitwijzen in hoeverre het model geldig is voor de mens. Pas wanneer dit bekend is, kan bekeken worden of een injectie 2-ME een goed middel tegen pre-eclampsie is.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 13 mei 2008
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.