Je leest:

Maya-cultuur droogde op

Maya-cultuur droogde op

Auteur: | 25 februari 2010

Bijna alle Maya-steden waren verlaten na de 9e/10e eeuw AD. Hoe komt dat? De laatste decennia zijn er steeds meer aanwijzingen dat klimaatveranderingen de beschaving op de rand van de afgrond bracht…

De Maya’s zijn bekend om hun geschreven taal, bouwwerken, kunst, wiskunde en ook hun astronomie. Ze waren vooral te vinden op het schiereiland Yucatán (Mexico) en de gebieden ten zuiden daarvan in het huidige Guatemala, Belize, El Salvador en Honduras. Hun cultuur beleefde hoogtijdagen van 250-900 AD, de Klassieke Periode. Op het toppunt van de beschaving woonden er waarschijnlijk dertien miljoen mais-etende Maya’s in de regio. Aan het einde van de Klassieke Periode ging het mis. Steden werden verlaten en er was chaos in het land. Na 800 AD verdween maar liefst 90-99% van de populatie.

De redenen daarvoor zijn al bijna een eeuw een groot punt van discussie. De belangrijkste redenen die wetenschappers noemen, zijn oorlog, opstand, bodemerosie en droogte. Vooral de laatste heeft in het afgelopen decennium flink aan populariteit gewonnen in de wetenschap. Over het hoe en waarom kom je meer te weten in dit artikel. Een ander artikel op Kennislink behandelt de andere theorieën.

De rode lijnen geven het leefgebied van de Maya’s aan om en nabij de Klassieke Periode.

Klimaat: hoe?

Die droge perioden kwamen vooral voor aan het eind van de Klassieke Periode. Bewijs komt bijvoorbeeld van sedimentkernen uit de meren in Yucatán en zelfs het Cariaco bekken, 2500 km naar het zuidoosten. Uit de sedimenten van Yucatán blijkt dat de periode van 750-850 AD de droogste periode was in 7000 jaar. De sedimentkernen uit het Cariaco bekken laten ook een flinke droogte zien voor deze periode. Door enorme precisie konden onderzoekers onder leiding van Gerald Haug zelfs vier perioden van 3-9 jaar aanwijzen van extreme droogte binnen de droge periode: ~760, 810, 860 en 910 AD.

De vier perioden van droogte in de Klassieke Periode. De meteorologische evenaar verschuift bij droge perioden naar het zuiden en neemt daarmee de regenval mee (zie verderop in het artikel). Een hoge concentratie titanium betekent dat er veel water vanaf het continent de zee instroomde: er was dus voldoende regen. Een lage concentratie stelt een droge periode voor.
Gerald Haug

Meten is weten

Naast titanium gebruikten wetenschappers onder andere gips en zuurstof om te komen tot de perioden van droogte. Bij droogte verdampt water en slaat gips (CaSO4 +2 H2O) neer in de wateren van de meren om vervolgens naar de bodem te zakken. Voor zuurstof geldt een soortgelijk verhaal: vooral de lichte vorm van zuurstof (O-16) verdampt in droge periodes, terwijl relatief veel van de zware vorm (O-18) achterblijft in het meer. Schelpdieren uit die periode bewaren de verhouding tussen de twee ‘zuurstofisotopen’ in hun skelet.

Deze stalagmiet komt van Belize en laat ook een periode van droogte zien van 700-1135 AD. De droogste periode in de afgelopen 3300 jaar! In dit geval werd UV-licht gebruikt.

Webster et al. (2007)

Ook archeologische artefacten bevestigen droogte. Zo meldde Richardson Gill dat de laatst gebeitelde data op de stenen monumenten van belangrijke Maya centra samenvallen met drie van de vier genoemde jaartallen: 810 voor het zuidwesten, 860 voor het zuidoosten en 910 AD voor het noorden. De droogtes hadden ook gevolgen voor de manier waarop de Maya’s hun goden benaderden, ten minste voor het oostelijke gedeelte, nu Belize. In de laat-Klassieke periode voerden de Maya’s meer religieuze rituelen op in de grotten om de goden maar gunstig te stemmen afgaande op de hoeveelheid houtskool en potten. Een ‘droogte-cult’ noemen wetenschappers het.

Waarom zo droog?

Een belangrijke rol bij deze droogtes is weggelegd voor de zon en de daarmee samenhangende intertropische convergentiezone (ITCZ). Deze klimatologische evenaar migreert per seizoen afhankelijk van de zonnestand ten opzichte van de aarde. De meeste regen valt in de zomerperiode als de ITCZ precies boven het vroegere Mayaland ligt. In de winter ligt de ITCZ zuidelijker en is het droog. Gerald Haug en collega’s denken dat de ITCZ de Maya’s niet bereikte in de late zomers aan het einde van de Klassieke Periode. En dat betekende dus droogte voor de Maya’s.

De positie van de ITCZ in de zomer en in de winter. De verschillende kleuren staan voor de temperatuur van het zeewater.
Gerald Haug

Wereldwijde klimaatschommelingen

De droogte in het gebied van de Maya’s staat niet op zichzelf. Ook in andere delen van de wereld waren er rond diezelfde periode tijdelijke veranderingen in het klimaat. In Europa was het koud in de 9e en begin 10e eeuw alsook op Groenland. Een studie aan boomringen uit Zweden laat bijvoorbeeld zien dat het rond 800, 860 en 910 AD enorm koud was. Dit komt zeker voor de laatste twee jaartallen goed overeen met de perioden van droogte in ‘Mayaland’. Ook Afrika deelde in de malaise: het was droog van 770-960 AD in Nigeria en in 829 vroor de Nijl zelfs dicht. Ten zuiden van de Maya’s woedden er bosbranden in Costa Rica aan het eind van de 9e eeuw en ijs uit de gletsjers van de Andes laten een droge periode zien rond 900 AD. De globale malaise laat zien dat klimaatverandering in het land van de Maya’s niet vreemd is.

Titanium laat zien dat de Klassieke Periode niet de enige droge periode was over het Mayaland. Ook rond 200 AD en het laatste gedeelte van de 6e eeuw was het droog. Deze droogtes vallen ook samen met een teruggang van de Maya-beschaving. Volgens wetenschappers keert de periode van droogte elke 208 jaar terug en wordt vooral gestuurd door de zonneactiviteit. De andere droge perioden (behalve die van de Kleine IJstijd) waren echter minder droog.
Gerald Haug

Allemaal tegelijk?

De ondergang van de Maya’s was dus niet een proces van enkele jaren of decennia, maar ééntje van enkele honderden jaren. De steden en dorpen die overleefden tot in de Post-Klassieke Periode lagen vaak aan een meer, zee of rivier. Dit was een ideale plaats om handel te drijven en bovendien was water bijna altijd beschikbaar. Het algemene beeld is echter dat eerst het zuiden werd getroffen (99% van de populatie verdween in de Klassieke Periode) en later de noordelijke gebieden van het schiereiland Yucatán. Dit is vreemd omdat juist het noordelijke gedeelte droger is dan het zuidelijke deel van Yucatán. Het is zelfs zo droog dat het een ware woestijn is in het droge seizoen (januari-mei), vooral in het noorden. In het noordelijke deel valt tegenwoordig slechts 500 mm per jaar, terwijl het in het zuiden kan oplopen tot 4000 mm.

De reden voor het niet tegelijk instorten zoeken wetenschappers in het grondwaterniveau. De ondergrond van het Maya-gebied bestaat voor een groot gedeelte uit kalksteen. In de loop van miljoenen jaren is een deel van dit kalk opgelost, daarbij allerlei grotten en sleuven achterlatend. Een soort van gatenkaas dus. Het water van een regenbui sijpelt hierdoor makkelijk diep weg in de ondergrond. In de lagergelegen noordelijke gebieden was dat niet zo’n probleem omdat het grondwater relatief ondiep lag. In het hogergelegen zuidelijke gedeelte lag het waterpeil aanmerkelijk lager. Het water was dus lang niet zo toegankelijk in het zuiden.

Het grondwater was makkelijker te bereiken in het noorden.
Bewerkt naar Gill (2000)

De Maya’s in het zuiden concentreerden zich daarom op het bouwen van dammen, kanalen en reservoirs om het water op te vangen, zoals bijvoorbeeld voor één van de grootste steden genaamd Tikal. Het reservoir in Tikal had genoeg water om maar liefst 10,000 mensen 18 maanden van water te voorzien. Dit betekent dat de Maya’s in het zuiden enorm afhankelijk waren van de regenval. Lange droogteperioden hielden zonder meer een gebrek aan water in. In het noorden was dat voor een tijdje nog wel op te vangen met het aftappen van grondwater. Maar ook het grondwaterpeil kan na een lange droge periode flink zakken…

Veel van de Maya’s stierven dus uit aan het einde van de Klassieke Periode. Niet allemaal dus want er leven nog steeds afstammelingen van de Maya’s in Midden-Amerika. Het gaat hier echter slechts om een klein deel van de populatie in vergelijking de Klassieke Periode. Dit artikel toont maar weer eens aan dat klimaatveranderingen een essentiële rol spelen in de ondergang van beschavingen. Zal dat ook zo zijn voor onze huidige maatschappij?

Referenties:

Aimers, J.J., 2007. What Maya Collapse? Terminal Classic Variation in the Maya Lowlands. Journal of Archaeological Research 15: 329-377. Diamond, J., 2005. Collapse – how societies choose to fail or succeed, 157-177. Gill et al., 2007. Drought and the Maya Collapse. Ancient Mesoamerica 18: 283-302. Haug et al., 2003. Climate and the Collapse of Maya Civilization. Science 299: 1731-1735. Hodell et al., 1995. Possible role of climate in the collapse of Classic Maya civilization. Nature 375: 391-394. Hodell et al., 2001. Solar Forcing of Drought Frequency in the Maya Lowlands. Science 292: 1367-1370. Hodell et al., 2007. Climate and cultural history of the Northeastern Yucatan Peninsula, Quintana Roo, Mexico. Climatic Change 83: 215–240. Peterson & Haug, 2005. Climate and the collapse of Maya civilization. American Scientist 93: 322-329. Webster et al., 2007. Stalagmite evidence from Belize indicating significant droughts at the time of Preclassic Abandonment, the Maya Hiatus, and the Classic Maya collapse. Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeoecology 250: 1-17.

Zie ook:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 25 februari 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.