Je leest:

Magneetvelden essentieel voor reuzensterren

Magneetvelden essentieel voor reuzensterren

Auteur: | 19 februari 2010

Hoe ontstaat een reuzenster? In een magneetveld, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Dat is verrassend, want hoewel kleine sterren altijd in een magneetveld geboren worden, was zoiets voor zware sterren nog nooit gemeten.

De kraamkamers van het heelal zijn gehuld in mysterie. Dikke wolken gas en stof sluiten ze hermetisch af voor onze telescopen. Om iets te weten te komen over de manier waarop jonge sterren geboren worden moeten we kunstgrepen toepassen. Dat doen sterrenkundigen dan ook veelvuldig, want de manier waarop sterren ontstaan is heel belangrijk voor ons begrip van de rest van het heelal.

Reuzenbaby’s

De meeste informatie die bekend is over stervorming komt uit waarnemingen van kleine babysterren. 95% van de sterren in het heelal is vergelijkbaar met de zon of kleiner. Een nieuw onderzoek richtte zich nu juist op de geboorte van zeldzame zware sterren: reuzenbaby’s die meer dan acht keer zo zwaar zijn als onze zon. Deze sterren gaan een kort en explosief leven tegemoet. Ze zijn grotendeels verantwoordelijk voor de productie van zware elementen, zoals ijzer, in het heelal. Die elementen zijn van groot belang voor sterren en planeten als de onze, zo zijn ze bijvoorbeeld nodig voor het bestaan van leven.

Een artist’s impression van protoster Cepheus A HW2.
Universiteit van Bonn

Tot nu toe dachten astronomen dat het er bij de geboorte van een zware ster nogal anders aan toe gaat dan bij een klein sterretje. Dat straling en turbulentie een grote rol spelen bij de vorming van zo’n reuzenster wordt al lang aangenomen, maar nieuw onderzoek met de MERLIN-radiotelescoop wijst uit dat ook magneetvelden van groot belang zijn bij die stervorming. We wisten al wel dat die velden de vorming van kleine sterren in goede banen leiden, maar dat dat ook voor grote sterren geldt is een nieuw inzicht.

Sterrenvoer

Het team van onderzoekers, geleid door Wouter Vlemmings van de Universiteit van Bonn, bekeek de stervormingsschijf Cepheus A HW2. Deze ster-in-wording bevindt zich op 2300 lichtjaar van de aarde – in één van de meest nabije stervormingsgebieden. Een schijf van stof en gas voedt de protoster. Dat proces wordt geleid door een verrassend sterk en regelmatig magneetveld. Blijkbaar is de aanwezigheid van dat magneetveld dus van grote invloed op de manier en snelheid waarmee de nieuwe ster zijn vorm krijgt.

De onderzoekers maakten voor hun observaties gebruik van de MERLIN-telescoop, die gevoelig is voor radiogolven met een golflengte rond vijf centimeter. Die golflengte bevat informatie over de stervorming, maar is normaal gesproken nauwelijks te detecteren doordat de stofwolk het niet goed doorlaat. Gelukkig is er in het gebied rondom Cepheus A HW2 methanol aanwezig, een simpele alcoholverbinding die radiogolven rond de vijf centimeter versterkt. Vandaar dat het signaal toch opgevangen en geanalyseerd kon worden.

Infrarood

De functie van magneetvelden bij de vorming van zware sterren is een nieuw bouwsteentje op weg naar begrip van stergeboorte. De ruimtetelescoop Herschel die vorig jaar werd gelanceerd heeft ook als missie om naar stervormingsgebieden te kijken, maar dan naar het infrarode licht dat ze uitzenden. De verwachting is dat de mysterieuze nevelen waarin protosterren zich hullen binnen enkele jaren grotendeels opgelost zullen zijn.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 19 februari 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.