Zo eens in de paar maanden staat het in de krant: NASA, ESA of een ander ruimtevarend land plant een permanente basis op de maan. Toch is het er tot nu toe nog niet van gekomen. Niet alleen omdat het een immens miljardenproject zou zijn, maar ook omdat aan een paar basisvoorwaarden nog niet voldaan is. Waar haal je bijvoorbeeld energie vandaan? Is het mogelijk om een zonnecelleninstallatie te bouwen die een ruimtestation aan de praat houdt? En hoe komen de astronauten aan voldoende eten zonder al te veel heen en weer te vliegen tussen maan en aarde?
Waterstof
Het grootste probleem lijkt nog wel de toevoer van drink- en koelwater. Mensen hebben daar veel van nodig, en het kan niet compact ingepakt vervoerd worden. Maar de oplossing voor dat probleem blijkt voor de hand te liggen: er is namelijk water aanwezig op de maan. Het hoofdbestanddeel van water, waterstof, werd al eerder op de maan aangetroffen. Metingen van de Lunar Prospector, een ruimtesonde die in 1998 naar de maan werd gelanceerd, laten nu zien dat dit waterstof in grote hoeveelheden in de kraters op de polen van de maan zit.
De zelfmoordmissie van Lunar Prospector Op 6 januari 1998 werd vanuit Florida een Athena-II-raket gelanceerd, met daarop de Lunar Prospector. Dit kleine ruimtevoertuigje werd buiten de aardatmosfeer losgelaten, en kwam op 11 februari 1998 aan in een baan rond de maan. Zijn doel? Informatie vinden over het kleine zusje van de aarde: de maan. We weten bijvoorbeeld nog steeds niet zeker hoe het maan-aarde-systeem gevormd is. Ook is de precieze samenstelling van de maan nog onbekend. Lunar Prospector deed op 5 maart 1998 zijn eerste en meteen zijn grootste ontdekking: er is ijs op de polen van de maan. Tenminste, er is waterstof, en dat betekent meestal dat er ook ijs is. In de anderhalf jaar die de missie van Lunar Prospector na zijn vondst nog duurde, is het niet gelukt om onomstotelijk vast te stellen dat het waterstof op de maan in ijs zit, en ook was het niet duidelijk hoeveel waterstof er precies was. Nieuwe analyses van de meetresultaten van Lunar Prospector maken nu duidelijk dat er in ieder geval heel veel waterstof aanwezig is op de polen. Lunar Prospector kwam op 31 juli 1999 aan zijn einde. De baan die het voertuig om de maan beschreef kwam steeds dichter bij het oppervlak, en uiteindelijk is het voertuigje in een van de vele maankraters beland, in de buurt van de zuidpool. Illustratie: NASA
Waterstof of waterijs?
Britse wetenschappers van de universiteit van Durham, die de metingen van de Lunar Prospector analyseerden, denken dat het waterstof opgeslagen zit in poolijs. Hoewel het mogelijk is dat er bevroren waterstof op de maan is neergeslagen door zonnewind, denken de onderzoekers dat het gezien de locatie om ijs moet gaan. In de kraters waar het waterstof is gevonden schijnt de zon namelijk nooit, en als er daar waterijs aanwezig is kan het vele duizenden jaren blijven bestaan zonder te smelten.
Foto: Sterrenkunde.nl
Toekomst
Als er inderdaad poolijs op de maan is, is drinkwater geen belemmering meer voor de bouw van een permanente maanbasis. Bovendien kan het waterstof dienen als bestanddeel voor raketbrandstof, waardoor de raketten die de basis moeten bevoorraden meer ruimte over kunnen houden voor andere zaken zoals voedsel en bouwmateriaal. Nu nog een ruimtevaartorganisatie vinden die zo’n ambitieus project aandurft.
Zie verder:
- Reisgids voor de maan
- Lunar Prospector (Engels)
- Rijk worden op de maan (Kennislinkartikel)
- Van Halley tot lunar ranging: de geschiedenis van onze dubbelplaneet