Bij de maatschappelijke problemen gaat het vooral om de huisvestingsproblematiek (genoemd door 25,3%), werkgelegenheid (22,3%) en lokale infrastructuur (18,1%). Problemen die landelijk veel aandacht krijgen zoals de minderhedenproblematiek, bestuurlijke integriteit en openbare orde en veiligheid, worden door slechts een kleine minderheid van de lokale bestuurders in middelgrote gemeenten als ernstig genoemd, namelijk respectievelijk 3,6% met betrekking tot minderheden, 1,4% met betrekking tot bestuurlijke integriteit en 12,3% met betrekking tot openbare orde en veiligheid.
45,3% van de ondervraagden noemt bestuurlijke problemen binnen het gemeentehuis als een van de twee meest belangrijke problemen in hun eigen gemeente.
Wat scheelt eraan?
Gevraagd naar de twee belangrijkste problemen in de eigen gemeente noemt 45,5% van de lokale bestuurders problemen binnen het lokale bestuur zelf en 27.7% de gemeentelijke financiën. Gevraagd naar de belangrijkste conflicten noemen opnieuw 4 op de 10 ondervraagden conflicten binnen het gemeentehuis als de meest belangrijke. De ernst van die problemen en conflicten wordt op afstand gevolgd door maatschappelijke problemen en conflicten.
Bij conflicten in de gemeente gaat het volgens de ondervraagden vooral om conflicten binnen het gemeentehuis. Maatschappelijke conflicten vallen in het niet bij de conflicten binnen het gemeentehuis die worden genoemd door 37% van de lokale ambtenaren en door 41,7% van de lokale politici. Anno 2005 wordt de topdrie van maatschappelijke conflicten gevormd door conflicten vanuit de tegenstellingen arm-rijk, politieke en etnische tegenstellingen (respectievelijk genoemd door 18,8%, 15,6% en 13,6% van de lokale topambtenaren en door 13,9%, 22,5% en 15,2% van de lokale politici).
Tevreden
Gemeentelijke bestuurders zijn momenteel vrij tevreden over hoe het gaat in de gemeente. Vergeleken met voorgaande jaren zien nu veel minder lokale politici ernstige problemen op het gebied van infrastructuur, gezondheid, onderwijskwaliteit, recreatie en cultuur, welzijnswerk en migratie in hun gemeente. Opvallend is dat ook op het gebied van openbare orde en veiligheid en met betrekking tot de minderhedenproblematiek de lokale bestuurders nauwelijks meer ernstige problemen zien dan voorheen.
47,4 % van de ondervraagde lokale topambtenaren uit 1989 ziet in de eigen gemeente conflicten die beleidsbelemmerend werken. 1,1 % van de ondervraagde lokale topambtenaren ziet in de eigen gemeente ernstige conflicten op basis van verschillen tussen werknemers en werkgevers.
De achterban
Ook als gevraagd wordt naar wie men luistert en bij wie men steun zoekt bij complexe beleidsprocessen valt de interne gerichtheid op. Gevraagd wie hun steun zoeken noemt meer dan 80% van de lokale politici en ambtenaren de collega politici en ambtenaren, terwijl maatschappelijke groepen vele malen minder worden genoemd. Hetzelfde geldt ook voor de antwoorden op de vraag bij wie men steun zoekt. Ook dan noemen lokale politici en leidinggevende ambtenaren vooral hun collega’s binnen het gemeentehuis en in veel mindere mate maatschappelijke groeperingen. Dit is de afgelopen tien jaar nauwelijks veranderd.
De Kloof
De uitkomsten zijn opvallend omdat de afgelopen twintig jaar veel hervormingen zijn doorgevoerd om de kloof tussen bevolking en lokale politiek te verminderen. Het gaat bijvoorbeeld om decentralisatie, de invoering van lokale referenda en het dualisme. Het gevolg hiervan lijkt echter veeleer dat de gemeentelijke bestuurders zich vooral met die veranderingen en de onderlinge verhoudingen zijn gaan bezighouden, in plaats van met het doel van die veranderingen, namelijk meer contact met de bevolking.
Het onderzoek is gebaseerd op een enquête onder lokale politici en leidinggevende ambtenaren in middelgrote gemeenten (25.000-250.000 inwoners) die sinds 1989 om de vijf jaar is gehouden. Over de jaren zijn in totaal 1358 lokale politici en ambtenaren ondervraagd, waarvan in de laatste ronde 338. Deze keer werd het onderzoek uitgevoerd door bestuurskundestudenten Gersom Smit, Maarten Dijk en Michiel S. de Vries, hoogleraar bestuurskunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het onderzoek van de afdeling bestuurskunde valt onder het Institute for Management Research.