Vanaf een afstandje valt het niet zo op, maar de huisjes van landslakken zijn niet allemaal op dezelfde manier gedraaid. Veruit de meeste slakken hebben een rechtsdraaiend huisje. Soms ontstaat er (dankzij een gen dat via de moederlijke lijn wordt doorgegeven) een exemplaar met een linksdraaiend huisje. Dat links zijn heeft voor de slak een groot nadeel. Zijn voortplantingsorganen kunnen niet in contact komen met die van een slak met een rechtsdraaiend huisje. Een linkse slak moet dus altijd op zoek naar een zeldzame ‘linksdraaiende’ partner om mee te paren.
Maar ondanks dat grote nadeel verdwijnt het gen voor een linksdraaiend huisje niet uit de slakkenpopulatie. Hoe dat komt? Een team van Japanse biologen ging in Zuid-Oost Azië op zoek naar het antwoord.
Asymmetrische kaken
In het onderzoeksgebied leeft de slakkenetende slang Pareas iwasakii. Dit roofdier gebruikt altijd dezelfde tactiek om een lekker hapje te pakken te krijgen. Hij benadert een kruipende slak van achteren en valt vervolgens aan op de linkerzijde. Als de slang bijt, pakt hij met zijn bovenkaak de onderkant van het huisje vast en maakt hij het zachte lichaam van de slak los door herhaaldelijk te kauwen.

Het viel de Japanners in 2007 al op dat de kaken van deze slakkeneter sterk asymmetrisch zijn. Aan de rechterkant heeft de slang soms twee keer zoveel tanden als links. Volgens de biologen komt dat doordat zijn aanvalstactiek helemaal is aangepast op het grijpen van slakken met een rechtsdraaiend huisje. Om te kijken of die aanname klopt, voerden zij voedingsexperimenten uit waarbij zij Pareas iwasakii lieten jagen op zowel slakken met een rechts- als slakken met een linksdraaiend huisje.

Slakkenhuis in de weg
En inderdaad: slakken met een rechtsdraaiend huisje overleefden een aanval van de slang vrijwel nooit, terwijl ruim 87 procent van de slakken met een linksdraaiend huisje niet werd opgegeten. Dat komt doordat het huisje van die laatste groep in de weg zit zodra de slang vanaf de linkerkant aanvalt. Het roofdier kan slakken met een linksdraaiend huisje niet zodanig vastpakken dat hij het zachte lichaam los kan wrikken. Tenminste, als het huisje groot genoeg is. Want slakken met een linksdraaiend huisje dat zo klein is dat de slang zijn kaak er overheen kan vouwen, vormen alsnog een makkelijke prooi.
De Japanners stellen dat de bescherming tegen predatie door Pareas iwasakii zo’n groot voordeel oplevert voor de slakken dat het gen voor een linksdraaiend huisje niet uit de populatie verdwijnt. Zelfs niet als dat betekent dat de slakken daardoor minder makkelijk kunnen paren.
Bron:
Masaki Hoso e.a. A speciation gene for left–right reversal in snails results in anti-predator adaptation, Nature Communications 1:133 (1-7), 7 december 2010
Zie ook
- Manipulatie verandert draairichting van slakkenhuisjes (Kennislinkartikel)