
Jaarlijks komen in Nederland zo’n 40.000 personen vrij uit de gevangenis. Na het uitzitten van hun straf staan ex-gedetineerden voor de uitdaging de draad van hun leven weer op te pakken. Een plek om te wonen en een betaalde baan kunnen helpen om terugval in de criminaliteit te voorkomen. Maar lukt het ex-gedetineerden wel een woning en een baan te vinden, of zitten huurbazen en werkgevers niet op bajesklanten te wachten?
Een veldexperiment laat zien dat sollicitanten met een detentieverleden even vaak worden afgewezen als sollicitanten die niet in de gevangenis hebben gezeten. Ex-gedetineerden wordt wel vaker een huurwoning in de vrije sector geweigerd.
Discriminatie van bajesklanten
Als daders hun straf hebben uitgezeten en weer vrij komen uit de gevangenis, kan het weer oppakken van een normaal leven een behoorlijke uitdaging zijn. Hoe goed het ex-gedetineerden lukt hun leven weer op de rails te krijgen hangt voor een belangrijk deel af van hun leefomstandigheden na detentie. Ex-gedetineerden die na vrijlating uit de gevangenis snel een woning en een baan hebben, maken zich minder vaak opnieuw schuldig aan crimineel gedrag dan ex-gedetineerden die geen woning of baan kunnen vinden. Als ex-gedetineerden op grond van hun detentieverleden worden gediscrimineerd en ze door hun gevangenisverleden minder makkelijk een woning of een baan kunnen vinden, dan kan gevangenisstraf dus indirect de kans op herhaald crimineel gedrag vergroten.
Veel gedetineerden verkeerden echter al voordat ze de gevangenis in gingen in een slechte woon- en werksituatie. Daarom is het moeilijk om na te gaan in hoeverre discriminatie op basis van detentieverleden een rol speelt bij de slechte woon- en werkomstandigheden van ex-gedetineerden nadat ze de gevangenis weer hebben verlaten. Simpelweg vragen aan verhuurders of werkgevers in hoeverre ze ex-gedetineerden discrimineren werkt ook niet goed. Vooral wanneer het gaat om gedrag waarvan men denkt dat anderen het afkeuren, is wat mensen zeggen dat ze doen vaak anders dan wat ze daadwerkelijk doen.

Een veldexperiment: net echt!
Bij onderzoek naar discriminatie wordt daarom gebruik gemaakt van veldexperimenten. Bij veldexperimenten wordt de reactie van proefpersonen gemeten in hun ‘natuurlijke’ omgeving. Proefpersonen weten bovendien niet dat ze deel uitmaken van een experiment. Hierdoor gedragen proefpersonen in het experiment zich zoals zij zich ‘in het echt’ ook zouden gedragen.
Voor het huidige experiment werd gereageerd op 231 bestaande online advertenties waarin huurwoningen werden aangeboden en op 384 online vacatures. De advertenties voor huurwoningen betroffen huizen of kamers in de particuliere sector met een huurprijs tot 850 Euro. Vacatures betroffen laag- of ongeschoold werk in onder meer de horeca, de schoonmaak branche of logistiek.
Op elke advertentie werd per email gereageerd door drie fictieve personen (allen jonge mannen van 24-25 jaar die in Nederland geboren zijn). Terwijl de cv’s van deze verzonnen personen zoveel mogelijk gelijk werden gehouden, maakten sommigen melding van een recente gevangenisstraf en anderen niet. Ook werd aan ongeveer de helft van de sollicitanten een Nederlandse naam gegeven en aan de andere helft een Arabische naam. Op deze manier kon zowel het effect van een detentieverleden als dat van culturele achtergrond op de kans op een woning of een baan worden onderzocht.
Is er sprake van discriminatie?
Bij het onderzoek naar het vinden van een woning bleek sprake van discriminatie van ex-gedetineerden. Van de personen zonder detentieverleden ontving 43% een positieve reactie tegenover 23% van de personen die aangaven in de gevangenis te hebben gezeten. Ex-gedetineerden bleken over het algemeen niet te worden gediscrimineerd waar het ging om het vinden van werk: 18% van de ex-gedetineerde sollicitanten ontving een positieve reactie. Dit percentage verschilde niet significant van de 15% van de controlepersonen zonder detentieverleden die werden uitgenodigd voor een gesprek.

Het patroon voor personen met een duidelijk niet-Nederlandse achternaam was precies tegenovergesteld. Personen met een Arabische naam werden wel gediscrimineerd op de arbeidsmarkt (23% van de Nederlandse namen en 16% van de Arabische namen ontving een positieve reactie), maar niet op de woningmarkt.

Liever geen bajesklant?
Het veldexperiment toont aan dat verhuurders liever geen huis verhuren aan een bajesklant. Voor de werkgevers – die in het huidige onderzoek betrokken zijn – lijkt een gevangenisverleden er niet toe te doen. Werkgevers kiezen bij een gelijk cv wel vaker voor een sollicitant met een Nederlandse naam.
Waarom ex-gedetineerden en personen met een niet-Nederlandse achternaam werden gediscrimineerd werd niet onderzocht. Vermoedelijk spelen hierbij negatieve stereotypen van ex-gedetineerden (en buitenlanders) een rol. Omdat ex-gedetineerden vooral vaak ‘nee’ krijgen te horen als zij reageren op een advertentie waarin een huurwoning wordt aangeboden, liggen voor deze groep vooroordelen over de mogelijkheid of bereidheid om op tijd de huur te kunnen betalen voor de hand.
Omdat in het onderzoek alleen particuliere huurders werden benaderd, kunnen geen uitspraken worden gedaan over huurwoningen in de sociale sector. Ook valt niet uit te sluiten dat bij vacatures binnen specifieke sectoren of bij banen van een hoger niveau wel sprake is van discriminatie op basis van een detentieverleden. Tot slot kan niet worden uitgesloten dat ex-gedetineerden later in het sollicitatie proces – bijvoorbeeld na het eerste sollicitatiegesprek – alsnog vaker worden afgewezen.
Als een gevangenisverleden het vinden van een huurhuis lastiger maakt, dan kan herhaald crimineel gedrag mede worden voorkomen door ex-gedetineerden nadat ze uit de gevangenis komen te helpen bij het zoeken van een plek om te wonen.
Anja Dirkzwager is als senioronderzoeker verbonden aan het NSCR, waar zij onderzoek doet naar de effecten van gevangenisstraf (zie ook: www.prisonproject.nl). Arjan Blokland is eveneens als senior onderzoeker verbonden aan het NSCR, waar hij de ontwikkeling van crimineel gedrag over het leven onderzoekt. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar bij het instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Kimberly Nannes en Marieke Vroonland studeerden beide Criminologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en waren ten tijde van het onderzoek als stagiar verbonden aan het NSCR.
Bron
- Dirkzwager, A., Blokland, A., Nannes, K. & Vroonland, M. (2015). Effecten van detentie op het vinden van werk en een woning: twee veldexperimenten. Tijdschrift voor Criminologie, 57, 1, 5-30.